Beantwoording vragen van het lid Van Gennip over de ter dood veroordeling van een Afghaanse journalist

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Gennip over de ter dood veroordeling van een Afghaanse journalist. Deze vragen werden ingezonden op 25 januari 2008 met kenmerk 2070809760.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Van Gennip (CDA) over ter dood veroordeling van een Afghaanse journalist.

Vraag 1

Klopt het bericht dat een Afghaanse journalist in de noordelijke provincie Balkh ter dood is veroordeeld?1 Bent u, evenals anderen, ten principale tegen de doodstraf?

Antwoord

Ja. Op 23 januari is de Afghaanse journalist en student Sayed Parvez Kambakhsh door de rechtbank in Mazar-e-Sharif ter dood veroordeeld. Dit is een uitspraak van een rechter in eerste aanleg. Hiertegen staat beroep open bij het Gerechtshof.

Ja. Nederland is tegen de doodstraf en draagt dat telkenmale uit. Nederland heeft onder andere actief bijgedragen aan de VN-resolutie die oproept tot een wereldwijd moratorium op de doodstraf als stap op weg naar afschaffing. Deze resolutie werd door een coalitie bestaande uit de EU en landen uit andere regionale groepen ingediend en op 18 december 2007 met een ruime meerderheid in de Algemene Vergadering van de VN aanvaard. Voorts stelt Nederland zich in EU-kader actief op om gezamenlijk EU-optreden tegen de doodstraf te bevorderen.

Vraag 2
Klopt het dat deze journalist geen eerlijke procesgang heeft gehad en dat hij niet is bijgestaan door een advocaat? Zo ja, kunt u bilateraal en middels de EU bij de Afghaanse autoriteiten aandringen op een eerlijke procesgang, met onder andere toegang tot een advocaat en mogelijkheid tot beroep?

Antwoord

De Nederlandse ambassadeur te Kabul heeft op 24 januari jongstleden een dé marche uitgevoerd bij de Afghaanse vice-minister van Justitie Qasim Hashimzai. Bij deze bewindspersoon heeft Nederland protest aangetekend tegen het doodvonnis van de journalist, het ontbreken van juridische bijstand in het proces en de behandeling achter gesloten deuren. Tevens is medegedeeld dat Nederland tegenstander is van de doodstraf en zich zorgen maakt over de kwaliteit van het Afghaanse rechtssysteem.

Ook minister-president Balkenende heeft tijdens een bilateraal onderhoud met president Karzai van Afghanistan, en marge van het Wereld Economisch Forum op 24 januari jongstleden, zijn zorgen ten aanzien van het doodvonnis van de journalist overgebracht.

Vraag 3
Hoe verhoudt deze ontwikkeling van het blijven opleggen van de doodstraf zich tot de Nederlandse bijdrage en die van de EU aan de versterking van de juridische sector en de opbouw van de rechtsstaat in Afghanistan?

Vraag 4
Op welke wijze blijven u en de EU bij de Afghaanse autoriteiten aandringen op herintroductie van het de facto moratorium op de doodstraf?

Antwoord

Nederland is, evenals EU-partners en andere leden van de internationale gemeenschap, in voortdurende dialoog met de Afghaanse autoriteiten over mensenrechten en de opbouw van de Afghaanse rechtsstaat. Ook het aandringen op herintroductie van het de facto moratorium op de doodstraf wordt hierbij aan de orde gesteld.

Nederland zal de steun aan de opbouw van de rechtsstaat in Afghanistan continueren. De Afghaanse overheid is er wel op gewezen dat de doodstraf strijdig is met het EU-beleid om de doodstraf wereldwijd af te schaffen en verplichtingen die voortvloeien uit het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dit beperkt de ruimte voor EU-lidstaten om betrokken te zijn bij activiteiten die de doodstraf als mogelijk uitkomst hebben. Indien Afghanistan niet overgaat tot herstel van een moratorium op de doodstraf, kan dit gevolgen hebben voor de mogelijkheden van partijen bij dit Verdrag tot samenwerking in de veiligheids- en justitiesectoren.

Vraag 5

Bent u bereid de Afghaanse ambassadeur te ontbieden om namens Nederland aan te dringen op een eerlijke rechtsgang?

Antwoord

De Afghaanse ambassadeur met standplaats Brussel heeft zijn geloofsbrieven nog niet overhandigd. Daarom heb ik de Nederlandse ambassadeur te Kabul opdracht gegeven mijn grote bezorgdheid over te brengen. Voorts is door het bilaterale onderhoud van minister-president Balkenende met president Karzai de boodschap helder overgekomen bij de betrokken Afghaanse autoriteiten.

Toelichting: deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Van Bommel (SP), ingezonden 25 januari 2008 (vraagnummer 2070809700)

1: NRC, 23 januari 2008, ‘Doodstraf voor Afghaanse journalist’