Beantwoording vragen van het lid Van Bommel over veroordeling tot levenslang vanwege vlagincident Molukken
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel inzake de veroordeling tot levenslang vanwege het vlagincident op de Molukken. Deze vragen werden ingezonden op 15 april 2008 met kenmerk 2070817760.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Van Bommel (SP) over veroordeling tot levenslang vanwege het vlagincident op de Molukken.
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het vonnis tegen Johanis Teterisa tot levenslang vanwege het leiding geven aan een geweldloze actie? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat deze zeer zware straf aanleiding is tot “het aanspreken” van de Indonesische autoriteiten vanwege “hun internationaalrechtelijke verplichtingen op het gebied van mensenrechten”? 2) Zo ja, op welke wijze? Indien neen, waarom niet?
Antwoord
Het recent uitgesproken vonnis tegen de heer Teterisa geeft aanleiding tot zorg. Nederland heeft de zorg over deze zware straf voor de heer Teterisa en de straffen van de 21 andere veroordeelden, kort na het bekend worden daarvan, overgebracht aan de Indonesische autoriteiten.
Vraag 3
Is het waar dat de overige naar aanleiding van de vlagdans gearresteerde personen inmiddels veroordeeld zijn tot langdurige gevangenisstraffen, namelijk 17 en 20 jaar? Kunt u de Kamer inlichten om hoeveel personen het gaat en wat hun straffen zijn?
Antwoord
Volgens de mij ter beschikking staande informatie zijn er, naast het uitgesproken vonnis tegen de heer Teterisa, nog 21 andere personen veroordeeld naar aanleiding van het vlagincident. Hun straffen variëren van 10 jaar tot 20 jaar.
Vraag 4
Deelt u de mening dat de straffen buitengewoon hoog zijn? Indien neen, waarom niet? Zo ja, wilt u in de Indonesische autoriteiten wijzen op het buitensporige karakter van de straffen?
Antwoord
Nederland betreurt de veroordeling van de heer Teterisa en de 21 andere betrokkenen die gebaseerd zijn op de artikelen 106 en 107 van het Indonesische Wetboek van Strafrecht en de Government Regulation 77/2007. Deze artikelen vormen de basis voor het geven van hoge straffen aan personen die gebruik maken van regionale symbolen, zoals vlaggen. Nederland heeft in april jl. tijdens de Mensenrechtenraad van de VN aan de Indonesische autoriteiten gevraagd om de nationale wetgeving in lijn te brengen met de vigerende internationaalrechtelijke verplichtingen.
1) “Levenslang voor dans met RMS vlag”, Algemeen Dagblad, 3 april 2008
http://www.ad.nl/buitenland/2194460/Levenslang_voor_dans_met_RMS_vlag.html
en “Indonesia activists gets life term”, BBC website, 4 april 2008 http://news.bbc.co.uk/2/hi/asia-pacific/7330204.stm
2) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2006-2007, nr. 2204 , antwoord op vraag 4. Zie tevens uw antwoord op vraag 3 in Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2007-2008, nr. 1038.