Beantwoording vragen van het lid Van Bommel over een overeenkomst tussen de VS en Irak

Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Defensie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel over een overeenkomst tussen de VS en Irak. Deze vragen werden ingezonden op 13 juni 2008 met kenmerk 2070822840.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer Van Middelkoop, minister van Defensie, op vragen van het lid Van Bommel (SP) over een overeenkomst tussen de VS en Irak.

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van berichten dat de Verenigde Staten en Irak op korte termijn een “status of forces agreement” willen sluiten, waarin geregeld zou worden dat de VS permanente bases in Irak mogen inrichten, zelfstandig militaire acties in Irak mogen uitvoeren, Irakezen mogen arresteren en dat Amerikaanse militairen immuniteit genieten voor de Irakese wet? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat Nederland als deelnemer aan de NAVO-trainingsmissie (NTM-I) op de hoogte moet zijn van het doel van de overeenkomst? Wat beogen de Verenigde Staten met deze overeenkomst?

Antwoord

Nederland is ervan op de hoogte dat tussen Irak en de Verenigde Staten wordt onderhandeld over een bilaterale overeenkomst (Strategic Framework Agreement). Oogmerk van deze overeenkomst is het regelen van de samenwerking op verschillende terreinen (politiek, diplomatiek, economisch, cultureel). Het is de bedoeling dat een Status of Forces Agreement (SOFA) deel uitmaakt van deze overeenkomst.

Vraag 3

Deelt u de Amerikaanse inzet bij de onderhandelingen voor deze overeenkomst? Zo ja, waarom? Indien neen, waarom niet?

Vraag 4

Deelt u de mening dat door deze voorgenomen overeenkomst de spanningen in Irak nog verder zullen toenemen? Indien neen, waarom niet?

Vraag 5

Zo ja, bent u bereid er bij de Amerikaanse autoriteiten op aan te dringen af te zien van deze plannen? Indien neen, waarom niet?

Antwoord

Het is de wens van zowel de Iraakse als de Amerikaanse autoriteiten om een overeenkomst voor bilaterale samenwerking na 2008 aan te gaan. De onderhandelingen tussen de VS en Irak zijn een bilaterale aangelegenheid tussen deze landen en zijn nog gaande. Het is niet aan Nederland om een oordeel te geven over de inzet van beide partijen en het is prematuur om op dit moment uitspraken te doen over mogelijke uitkomsten van de onderhandelingen.

Vraag 6

Heeft deze overeenkomst concrete gevolgen voor de NAVO-trainingsmissie? Zo ja, op welke wijze?

Antwoord

Het sluiten van een bilaterale overeenkomst tussen de VS en Irak heeft geen gevolgen voor de NAVO Trainingsmissie, die gebaseerd is op het verzoek van toenmalig premier Allawi van 20 juni 2004 aan de NAVO om ondersteuning bij de opbouw van de Iraakse veiligheidsorganisaties. Op 29 januari 2008 heeft de huidige premier al-Maliki de NAVO verzocht om, in het licht van het succes van de NAVO-trainingsmissie de huidige samenwerking tussen Irak en de NAVO te continueren. Het mandaat van deze missie loopt tot eind 2009.

Vraag 7

Bent u bereid deze vragen te beantwoorden vóór het AO over verlenging Nederlandse deelname NTM-I?

Antwoord

Ja.

1) The Independent, 5 juni 2008, “Revealed: Secret plan to keep Iraq under US control” en The Independent, 12 juni 2008 “Bush forced to rethink plan to keep Iraq bases”