Beantwoording vragen van het lid Van Bommel over een honderdtal te verwachten executies in Afghanistan
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel over een honderdtal te verwachten executies in Afghanistan. Deze vragen werden ingezonden op 26 november 2008 met kenmerk 2008Z07762/2080906270.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Van Bommel (SP) over een honderdtal te verwachten executies in Afghanistan.
Vraag 1
Is het waar dat president Karzai van Afghanistan een bevel heeft getekend, dat de weg vrijmaakt voor de executie van 100 mensen die veroordeeld zijn voor moord of deelname aan aanslagen?1
Antwoord
In april 2008 werd bekend gemaakt dat het Hooggerechtshof in Kabul de doodvonnissen van circa 100 gedetineerden had bekrachtigd. In totaal zijn er volgens de Afghaanse Onafhankelijke Mensenrechtencommissie (AIHRC) in Afghanistan 120 personen veroordeeld tot de doodstraf. De laatste stap die vóór de tenuitvoerlegging nog genomen moet worden is de ondertekening van elk van de doodvonnissen door de president. Tot voor kort verleende president Karzai geen toestemming voor de voltrekking van de vonnissen. Het is echter niet bekend of hij, na goedkeuring van de executies die recentelijk plaatsvonden, binnenkort zal overgaan tot de ondertekening van meer doodvonnissen.
Vraag 2
Is het waar dat een woordvoerder van Amnesty International heeft gesteld dat als gevolg van de onvolkomenheden in het juridisch systeem makkelijk vergissingen gemaakt zouden kunnen zijn in de totstandkoming van de vonnissen?
Antwoord
Ik deel de zorgen zoals die door Amnesty International zijn verwoord. Nederland en de Europese Unie hebben zich bij verschillende gelegenheden tegenover de Afghaanse autoriteiten, inclusief president Karzai zelf, kritisch uitgelaten over het gebrek aan eerlijke rechtsgang en het zwakke juridische systeem in Afghanistan.
Vraag 3
Is het tevens waar dat de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties, mevrouw Navi Pillay, heeft gesteld dat de executies moeten worden beëindigd?
Antwoord
Ja. Bovendien riep zij president Karzai op een moratorium op de doodstraf in te stellen en Afghanistan te laten toetreden tot het tweede additionele protocol bij het internationale Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten over afschaffing van de doodstraf.
Vraag 4
Wat was het antwoord van president Karzai op het aandringen in oktober 2007 door de Nederlandse ambassadeur om een moratorium op de doodstraf in te stellen?2 Om welke redenen heeft president Karzai het moratorium op de doodstraf opgeheven?
Antwoord
De Nederlandse ambassadeur te Kabul heeft in zijn hoedanigheid van lokaal EU-voorzitter in oktober 2007 een démarche uitgevoerd bij de Afghaanse minister van Buitenlandse Zaken naar aanleiding van de executie van 15 gevangenen die waren geëxecuteerd. De minister maakte duidelijk dat zowel het Afghaanse wetboek van Strafrecht als de sharia de doodstraf kennen. Hij kon niet toezeggen dat het moratorium op de doodstraf zou worden hersteld.
Tijdens mijn bezoek aan Afghanistan in mei van dit jaar, sprak ik tegenover president Karzai persoonlijk mijn bezorgdheid uit over de bekrachtiging van de circa 100 doodvonnissen door het Hooggerechtshof. Desgevraagd zei Karzai voorlopig niet van plan te zijn deze vonnissen te ondertekenen, maar hij ging daarbij niet zover dat hij mij toezegde dat het moratorium zou worden hersteld.
Van Afghaanse zijde wordt de grote maatschappelijke druk aangevoerd als reden de doodvonnissen tenuitvoer te brengen. Deze druk komt zowel van geestelijke leiders in Afghanistan, als vanuit de Afghaanse bevolking die de president vragen de straffeloosheid in het land een halt toe te roepen door voorbeelden te stellen.
Vraag 5
Deelt u de mening dat deze executies in strijd zijn met uitgangspunten van het Nederlandse beleid? Bent u bereid er bij president Karzai op aan te dringen de executies onmiddellijk en definitief te stoppen? Bent u tevens bereid de overdracht aan de Afghaanse autoriteiten van door Nederlandse troepen gemaakte gevangenen te stoppen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord
Nederland is tegenstander van de doodstraf en zal, zowel bilateraal als in EU-verband, bij de Afghaanse president blijven aandringen op stopzetting van de executies en herinvoering van een moratorium op de doodstraf. Op 3 december jl. voerde de Nederlandse ambassadeur te Kabul, gezamenlijk met zijn EU-collega’s, een démarche uit bij de Afghaanse minister van Buitenlandse Zaken, Spanta. Tijdens dit gesprek is uitgebreid over de doodstraf in Afghanistan gesproken en hebben de ambassadeurs de afwijzende houding van de EU ten aanzien van de doodstraf nog eens helder naar voren gebracht.
In sectie 7 van het Memorandum of Understanding (MoU) inzake detentie van november 2005 tussen Nederland en Afghanistan is de bepaling opgenomen dat Afghanistan geen doodstraf ten uitvoer zal leggen ten aanzien van personen die door de Nederlandse krijgsmacht aan de Afghaanse autoriteiten zijn overgedragen. De naleving van het MoU werd tijdens de démarche van de Nederlandse ambassadeur naar aanleiding van de executies vorig jaar oktober bevestigd door de Afghaanse minister van Buitenlandse Zaken. Personen die onder dit MoU worden overgedragen vormen een aparte categorie en zullen niet aan de doodstraf worden onderworpen.
1: http://afghanistan-mensenrechten-doodstraf.blogspot.com/2008/11/amnesty-international-executies-in.html ‘Amnesty International ‘Executies in Afghanistan moeten stoppen’, 14 november 2008
2: Aanhangsel Handelingen nr. 446, vergaderjaar 2007-2008, antwoord op vraag 4. Zie ook verder Aanhangsel Handelingen nr. 1258, vergaderjaar 2007-2008