Beantwoording vragen van het lid Van Bommel over de inval van de Verenigde Staten in Pakistan
Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel over de inval van de Verenigde Staten in Pakistan. Deze vragen werden ingezonden op 18 september 2008 met kenmerk 2080900320.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De minister van Defensie,
E. van Middelkoop
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken en de heer Van Middelkoop, minister van Defensie, op vragen van het lid Van Bommel (SP) over de inval van de Verenigde Staten in Pakistan.
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de inzet van Amerikaanse Special Forces bij acties in Pakistan of eerder al bij Amerikaanse militaire acties in het Pakistaanse luchtruim? 1)
Vraag 2
Is er een volkenrechtelijke legitimatie voor deze invallen? Zo ja, welke? Indien neen, gaat u bij de VS protest aantekenen tegen dit optreden?
Vraag 3
Bent u bekend met het protest van de Pakistaanse regering tegen de Amerikaanse inval, zoals verwoord door de minister van Buitenlandse Zaken Shah Mahmood Qureshi in het Pakistaanse parlement? Is het waar dat het Pakistaanse leger schietinstructies tegen Amerikaanse militairen heeft gekregen? Zo ja, wat is de Nederlandse positie over de opstelling van de Pakistaanse regering en over deze escalatie van de oorlog in Afghanistan? 2)
Antwoord
Ik ben bekend met berichten in de media over een grensoverschrijdende operatie die door Amerikaanse eenheden zou zijn uitgevoerd en de Pakistaanse reactie op deze vermeende schending van het eigen grondgebied. Deze operatie is overigens niet bevestigd door de VS-autoriteiten. Ook zijn mij eerdere berichten bekend over VS-acties in het Pakistaanse luchtruim met onbemande vliegtuigen. Overigens wordt een exacte beoordeling van de situatie bemoeilijkt doordat de grens tussen Pakistan en Afghanistan door Afghanistan wordt betwist. Deze grens, de Durand-lijn, stamt uit de Britse tijd en wordt buiten Afghanistan door iedereen erkend.
De huidige Pakistaanse regering en president Zardari hebben herhaaldelijk gemeld dat terrorisme en extremisme ook en vooral binnenlandse problemen zijn. De recente bomaanslag op het Marriott Hotel bevestigt deze stelling. Een nationale Pakistaanse aanpak van extremisme en terrorisme is dan ook aangewezen. De bestrijding hiervan staat in Pakistan hoog op de agenda.
Nederland hecht vanzelfsprekend aan het principe van territoriale soevereiniteit. De vermeende grensoverschrijdende acties zijn echter eerst en vooral een aangelegenheid tussen de VS en Pakistan. In dat opzicht is het bemoedigend dat in recent overleg tussen de Chairman of de Joint Chiefs of Staff, Admiral Mullen, en de Pakistaanse legerleider, Generaal Kayani, de kou tussen beide landen deels uit de lucht is gehaald. De strijd tegen terrorisme is uiteindelijk een gedeeld belang van Pakistan, Afghanistan, de VS en de internationale gemeenschap. Ondanks verschillen van inzicht op de korte termijn zijn alle betrokken partijen van dit feit doordrongen.
Vraag 4
Heeft Nederland het verzoek gehad om direct of indirect aan de Amerikaanse operaties deel te nemen? Zo ja, wanneer en om welke taken uit te voeren?
Antwoord 4
Het mandaat van de International Security Assistance Force (ISAF) beperkt zich tot het grondgebied van Afghanistan. De ISAF en dus ook Nederland is niet verzocht deel te nemen aan grensoverschrijdende operaties vanuit Afghanistan.
Vraag 5
Deelt u de mening dat deze Amerikaanse invallen in Pakistan een ernstige verslechtering van de internationale veiligheidssituatie zijn, zowel in Zuid-Aziatisch perspectief als voor de wereldpolitiek? Indien neen, waarom niet?
Vraag 6
Deelt u tevens de mening dat deze invallen de binnenlandse politieke verhoudingen in Pakistan ernstig destabiliseren, o.a. door dreigende polarisatie in de Pakistaanse krijgsmacht, en daarom alleen al moeten worden afgekeurd? Kunt u dat toelichten?
Antwoord
De situatie in het Afghaans-Pakistaanse grensgebied is zorgelijk. Extremistische groeperingen die deels opereren vanaf Pakistaans grondgebied vormen een directe bedreiging voor de Afghaanse en Pakistaanse bevolking en voor de internationale aanwezigheid in Afghanistan. De operaties in het grensgebied zijn daarvan een gevolg en geen oorzaak.
De internationale gemeenschap steunt Pakistan in het vergroten van de stabiliteit in het grensgebied met Afghanistan. Met name de VS hebben grote investeringen gedaan in het versterken van de Pakistaanse capaciteit om gewelddadige groeperingen aan te pakken en het grensgebied te stabiliseren. Dit is echter een kwestie van lange adem.
Vraag 7
Deelt u de mening dat oorlog voeren in Pakistan tegen de Taliban of daaraan gelieerde groeperingen gevolgen kan hebben voor de Nederlandse troepen in ISAF-verband in het zuiden van Afghanistan, o.a. vanwege het risico dat aanvoer naar ISAF via Pakistan niet langer zal worden toegestaan door Pakistan? Indien neen, waarom niet? Zo ja, wat zijn volgens u de gevolgen en op welke wijze kunnen de Nederlandse troepen hiermee omgaan? Bent u bereid dit inzicht aan de Amerikaanse regering over te brengen omdat deze ontwikkeling de kansen op succes in Afghanistan verder verkleint?
Antwoord
Zoals gezegd, beperkt het mandaat van ISAF zich tot het Afghaanse grondgebied.
Pakistan werkt volledig mee aan de doorvoer door dat land van goederen voor de ISAF-troepen. De kwestie van grensoverschrijdende operaties heeft geen gevolgen gehad voor deze samenwerking en de Pakistaanse overheid heeft op geen enkel moment te kennen gegeven herziening van de samenwerking te overwegen. De Nederlandse troepen in Afghanistan ondervinden op dit moment dan ook geen hinder van deze kwestie in de aanvoer van materieel vanuit Pakistan.
1) “Bush authorized raids in Pakistan”, International Herald Tribune, 11 september 2008
2) “FM terms ISAF action in Angoor Adda as shameful”, Frontier Star, 4 september 2008;
‘Leger Pakistan mag schieten op Amerikanen’, De Standaard, 16 september 2008, http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=DMF16092008_059&ref=nieuwsoverzicht