Beantwoording vragen van het lid Ten Broeke over visumliberalisatie Servië

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Ten Broeke over visumliberalisatie Servië. Deze vragen werden ingezonden op 24 januari 2008 met kenmerk 2070809310.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Ten Broeke (VVD) over visumliberalisatie Servië.

Vraag 1

Bent U op de hoogte van het voornemen van de Europese Commissie om besprekingen met Servië te beginnen over een visumvrije toegang tot de Europese Unie?1

Antwoord

Ja.

Vraag 2
Kunt U aangeven waarom juist nu met Servië onderhandeld gaat worden over een eventuele liberalisatie?

Antwoord

De gesprekken zijn onderdeel van het voornemen van de Commissie om een dialoog te starten om te komen tot landenspecifieke roadmaps voor alle landen van de Westelijke Balkan ten einde visumliberalisatie te bereiken.

Vraag 3
Hebben deze plannen de instemming van de Nederlandse regering?

Antwoord

Ja. Verwijs hiervoor naar de eerdere besprekingen over dit onderwerp met de Kamer in relatie tot de appreciatie van het uitbreidingspakket in het najaar van 2007 en mijn kamerbrief inzake Servië van 30 januari jl..

Vraag 4
Deelt u de mening dat dit een doorzichtige poging is om toch een positief signaal af te geven nu de Stabilisatie en Associatie Overeenkomst waarschijnlijk niet getekend gaat worden?

Antwoord

Nee, het is een door Nederland onderschreven en wenselijk geacht positief signaal dat Servië erop wijst dat te zijner tijd wanneer de Stabilisatie en Associatie Overeenkomst wel zal zijn ondertekend en wordt geïmplementeerd, de visaliberalisatie kan worden gerealiseerd.

Vraag 5

Kunt u toezeggen u tegen deze liberalisatie te verzetten, temeer omdat zelfs visumliberalisatie t.o.v. Macedonië wordt geweigerd terwijl dit land nota bene het <<Integrated Border Management System="">> kent, visa-afspraken heeft met alle individuele EU-lidstaten, politie en civiele autoriteiten heeft die de grenzen controleren in plaats van militairen en het biometrisch paspoort kent; kortom alles wat nodig is om te voldoen aan met de EU-standaarden zoals het een kandidaat-lidstaat betaamt?

Antwoord

Het voornemen van de Commissie is in lijn met een oproep van Nederland aan de Commissie in 2004 om te werken aan een actieplan dat moet leiden tot visaliberalisatie. In het uitbreidingspakket van het najaar van 2007 heeft de Commissie gesteld een dialoog te starten met alle landen van de Westelijke Balkan om te komen tot een stappenplan voor visumliberalisatie. Dit voornemen werd dan ook in de Kamerbrief met de appreciatie van het uitbreidingspakket verwelkomd. De Commissie zal met alle landen individueel een dialoog starten om te komen tot het opstellen van het landenspecifieke stappenplan, inclusief Macedonië.

Vraag 6

Deelt U de mening dat deze afspraken met Servië de facto een uitholling zijn van de afspraken van de Europese Raad december 2006 en Artikel 34, van het Verdrag van Lissabon?

Antwoord

Nee. De afspraken van de Europese Raad van december 2006 en krachtens artikel 34 van het Verdrag van Lissabon hebben betrekking op het EU integratieproces. Het Stabilisatie en Associatie Proces maakt integraal onderdeel uit van het EU-integratieproces dat is uitgewerkt voor de landen van de Westelijke Balkan in het werkplan van Thessaloniki van 2003. De gesprekken over visumliberalisatie vormen een onderdeel van dit proces. Servië zal eerst moeten voldaan aan alle gestelde criteria alvorens verdere toenadering tot de EU kan plaatsvinden.

1: NRC, 19 januari 2008