Beantwoording vragen van het lid Ferrier over situatie in Bolivia

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Ferrier over de situatie in Bolivia. Deze vragen werden ingezonden op 11 december 2007 met kenmerk 2070806370.

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Bert Koenders

Antwoorden van de heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking op vragen van het lid Ferrier (CDA) over de situatie in Bolivia.

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de recente ontwikkelingen in Bolivia, zoals breed vermeld in de internationale pers? Hoe beoordeelt u die?

Antwoord

Ja, de regering volgt de ontwikkelingen in Bolivia op de voet. De aandacht gaat daarbij uit naar het proces van de Grondwetgevende Vergadering en naar de wijze waarop de oppositie haar eis van grotere autonomie voor de oostelijke, energierijke departementen kracht bijzet. De politieke situatie in Bolivia is gespannen. De wijze van aanvaarding van een tekst voor de nieuwe grondwet door de regerende MAS-partij gesteund door enkele leden van de oppositie kan vooralsnog niet op brede steun rekenen in het parlement of in de departementen in het oosten van het land. Een aantal van deze departementen heeft inmiddels een eigen vorm van autonomie uitgeroepen.

Vraag 2
Deelt u de zorg dat de politieke situatie in dit land dreigt uit te monden in een gewapend conflict? Zo ja, welke gevolgen heeft deze ontwikkeling voor het Nederlands beleid ten opzichte van de regering van Evo Morales?

Antwoord

President Morales heeft een corrigerend referendum aangekondigd waarbij de bevolking zich kan uitspreken vóór of tegen het aanblijven van de president en de prefecten in de departementen. Doordat de prefecten dit referendum hebben aa nvaard zijn de kansen toegenomen dat het conflict rond de autonomie kan worden uitgevochten in de politieke arena. Daarnaast zullen er twee referenda worden georganiseerd waarin de bevolking zich kan uitspreken over de tekst van de grondwet. Als dit leidt tot aanvaarding van de grondwet zullen er algemene verkiezingen worden georganiseerd van president, parlement en prefecten. De verwachting is dat al deze momenten gepaard zullen gaan met de nodige politieke en sociale spanningen. Er zijn echter geen aanwijzingen dat de gespannen politieke situatie in Bolivia zal uitmonden in een gewapend conflict. Veel zal daarbij afhangen van de bereidheid van de regering en de oppositie in het oosten van het land tot dialoog.

Vraag 3
Kunt u aangeven waaruit de in uw beleidsnota aangekondigde politieke dialoog van Nederland bestaat, in dit geval concreet gerelateerd aan de huidige ontwikkelingen in Bolivia? Wordt deze politieke dialoog al gevoerd met Bolivia? Zo ja, wat zijn daarvan de resultaten? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Het Nederlandse beleid ten aanzien van Bolivia richt zich op het versterken van de rechtsstaat en het democratische proces in het land, naast steun aan onderwijs, milieu en de economische sector. De regering Morales is in december 2005 gekozen met 54% van de stemmen op basis van de belofte van grondwetherzieningen. Dit proces is thans gaande en verdient onze steun zolang dit zich afspeelt binnen de kaders van de rechtsstaat.

Vraag 4
Overweegt u gezamenlijke stappen te ondernemen met gelijkgestemde landen in de Europese Unie of elders (in het bijzonder de Latijns-Amerikaanse regio) om enige vorm van bemiddeling tussen regering en oppositie in Bolivia te faciliteren? Zo ja, aan welke concrete acties denkt u?

Antwoord

Nederland is momenteel als lokaal EU-voorzitter leider van de politieke dialoog van de EU met zowel de regering als de oppositie. Op 29 november jl. vond een gesprek plaats met president Morales, vice-president García Linera en enkele ministers waarin de EU-ambassadeurs hun zorg hebben uitgesproken over de recente politieke ontwikkelingen in het land en hebben aangedrongen op versterking van de politieke dialoog. Bij die gelegenheid heeft president Morales het aanbod van de EU-ambassadeurs aanvaard om de dialoog met de oppositie te bevorderen, mits daarbij ook vertegenwoordigers van de sociale bewegingen zouden worden betrokken. De EU-ambassadeurs hebben de periode tot 14 december 2007, de datum waarop het mandaat van de Grondwetgevende Vergadering afliep, gebruikt voor het voeren van intensief overleg met een breed scala van partijen. Zij hebben niet alleen de regering maar ook de oppositie en de sociale bewegingen gewezen op de noodzaak van dialoog en respect voor democratische processen. Op 14 december jl. brachten de EU-ambassadeurs verslag uit van hun bevindingen aan president Morales, die vervolgens heeft ingestemd met een gesprek met de prefecten in aanwezigheid van de EU-ambassadeurs als waarnemers. Dit zal er hopelijk toe bijdragen dat de partijen in het conflict hun positie matigen.

Ik ben van plan in 2008 een bezoek aan Bolivia te brengen, mede in het licht van de hierboven beschreven situatie.