Beantwoording vragen van het lid De Roon over het bericht dat Turkije geen vaart achter de wettelijke verbeteringen ten dienste van de vrijheid van meningsuiting
Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid De Roon over het bericht dat Turkije geen vaart zet achter de wettelijke verbeteringen ten dienste van de vrijheid van meningsuiting. Deze vragen werden ingezonden op 20 maart 2008 met kenmerk 2070815120.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De staatssecretaris voor Europese Zaken,
Drs. F.C.G.M. Timmermans
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken en de heer Timmermans, staatssecretaris voor Europese Zaken, op vragen van het lid De Roon (PVV) over het bericht dat Turkije geen vaart zet achter de wettelijke verbeteringen ten dienste van de vrijheid van meningsuiting.
Vraag 1
Kent u het bericht “Turkije talmt met aanpassen artikel 301”? 1)
Vraag 2
Deelt u de mening dat het onbegrijpelijk is dat ruim een jaar nadat de Turkse minister van Buitenlandse Zaken (Abdullah Gül, thans president van Turkije) aangaf dat deze strafbaarstelling van het beledigen van de Turkse identiteit binnen enkele weken zou worden aangepast, dit nu nog niet gerealiseerd is? Zo neen, waarom niet?
Vraag 3
Deelt u de mening dat indien Turkije artikel 301 aanpast dit nog lang niet voldoende is omdat er nog meer factoren zijn die de vrijheid van meningsuiting ernstig aantasten, bijvoorbeeld het verbod op het beledigen van Atatürk? Zo neen, waarom niet?
Vraag 4
Deelt u de mening dat de problemen inzake de vrijheid van meningsuiting, de door mijn fractie eerder aangegeven overige tekortkomingen van Turkije inzake het EU-lidmaatschap, alsmede de (toenemende) onwelwillendheid van Turkije om zich aan de EU maatstaven aan te passen, duidelijk maken dat deze staat nooit tot de EU dient toe te treden? Zo ja, wat gaat u doen om deze toetreding te voorkomen? Zo neen, waarom niet?
Vraag 5
Deelt u de mening dat het de hoogste tijd wordt dat Turkije wordt afgeserveerd als kandidaat-lidstaat voor de Europese Unie? Zo ja, hoe gaat u dit bewerkstelligen? Zo neen, waarom niet en wanneer is voor u dan wel de maat vol m.b.t. de Turkse onwil om zich aan Europa en de fundamentele mensenrechten aan te passen?
Antwoord
Wij zijn van mening dat de Turkse regering de wetgeving die een beperking vormt voor de vrijheid van meningsuiting moet aanpassen. Nederland heeft daar in de bilaterale contacten met de Turkse overheid en in EU-verband steeds op aangedrongen en zal dat ook blijven doen.
Ook de Turkse regering is zich terdege bewust van de noodzaak het gewraakte artikel 301 aan te passen. Volgens de Turkse regering is een wijzigingsvoorstel ter zake inmiddels gereed. Bovendien worden conceptvoorstellen voor de wijziging van de Grondwet voorbereid die moeten leiden tot een brede wettelijke basis voor de verruiming van de vrijheid van meningsuiting. De Turkse regering werkt thans aan het verkrijgen van voldoende draagvlak voor deze voorstellen, hetgeen moet bijdragen aan een adequate implementatie van de wetgeving.
Voor het overige verwijzen wij u naar de afspraken die zijn gemaakt in de relevante conclusies van de Europese Raad en het mandaat inzake de toetredingsonderhandelingen met Turkije.
1) Nederlands Dagblad, 17 maart 2008