Beantwoording vragen van het lid De Roon over Europese samenwerking met Libië

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid De Roon over Europese samenwerking met Libië. Deze vragen werden ingezonden op 19 maart 2008 met kenmerk 2070815090.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid De Roon (PVV) over Europese samenwerking met Libië

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de uitlating van president Khadaffi van Libië, dat Afrikaanse regeringen geen hulp moeten aannemen van westerse landen als daaraan voorwaarden voor democratisering zijn verbonden? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2
Deelt u de mening dat deze uitlating voldoende reden is om alle samenwerking tussen de EU en Libië te verbreken? Zo neen, waarom niet?

Vraag 3
Wilt u binnen de EU bepleiten dat aan Libië de waarnemersstatus bij het European-Mediterranean-Partnership moet worden ontnomen en dat de Europese Commissie haar recente voorstel om onderhandelingen over een raamovereenkomst met Libië te starten, in de prullenbak moet gooien? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat gaat u doen?

Antwoord

Ik deel die mening niet. In de EU is het streven gericht op het aanhalen van de betrekkingen met Libië, zoals onder meer is neergelegd in de Raadsconclusies van oktober 2004 en oktober 2007.

Met de ontmanteling van het programma voor ontwikkeling van massavernietigingswapens, de overeenstemming over compensatie van slachtoffers van aanslagen en de oplossing in de Benghazi-kwestie in juli 2007 heeft Libië aan belangrijke voorwaarden voldaan voor verbetering van de betrekkingen tussen de EU en Libië.

Aan de betrekkingen tussen de EU en Libië kan met een raamwerkovereenkomst vorm worden gegeven, die dan als kader zal dienen voor politieke en economische samenwerking met Libië. Nederland zal zich er hierbij voor inzetten dat een volwaardige politieke dialoog met Libië onderdeel zal uitmaken van de raamwerkovereenkomst. In het voorstel van de Commissie voor een onderhandelingsmandaat is opgenomen dat democratisering, respect voor mensenrechten en fundamentele vrijheden, non-proliferatie en terrorismebestrijding deel uit zouden moeten maken van de politieke dialoog. Dit geeft aan dat ook aan de EU-samenwerking met Libië nadrukkelijk voorwaarden inzake democratisering zijn verbonden. Nederland steunt dit voorstel en acht deze elementen essentieel in een politieke dialoog met Libië.

1) Algemeen Dagblad, 18 maart 2008