Beantwoording vragen van het lid De Roon over Arabische haatzaaiende antisemitische cartoons
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid De Roon over Arabische haatzaaiende antisemitische cartoons. Deze vragen werden ingezonden op 4 april 2008 met kenmerk 2070816680.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid De Roon (PVV) over Arabische haatzaaiende antisemitische cartoons.
Vraag 1
Herinnert u zich uw antwoorden op vragen van het lid Van der Staaij over haatzaaiende antisemitische cartoons in de Arabische media?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Wat heeft u de afgelopen weken al concreet gedaan om uw verontrusting over die cartoons te delen met de autoriteiten van de desbetreffende staten?
Vraag 3
Heeft u deze verontrusting ook gedeeld met de 21 ambassadeurs van islamitische staten bij gelegenheid van uw recente gesprekken met hen over de film Fitna? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat waren de reacties van de ambassadeurs? Welke toezeggingen hebben zij u gedaan over de aanpak van het haatzaaiende antisemitisme in hun landen?
Antwoord
De recente gesprekken met vertegenwoordigers van staten in de islamitische wereld waren specifiek bedoeld om in te gaan op de reacties op de film Fitna. De vrijheid van meningsuiting en de daarbijhorende verantwoordelijkheden zijn twee gerelateerde thema’s die ik in het algemeen in de afgelopen tijd veelvuldig naar voren heb gebracht, ook in de desbetreffende gesprekken met de ambassadeurs.
Vraag 4
Bent u van mening dat die haatzaaiende cartoons vallen onder de vrijheid van meningsuiting? Wilt u uw antwoord toelichten?
Antwoord
Dergelijke cartoons verhouden zich op dezelfde wijze tot de vrijheid van meningsuiting als de bekende cartoons uit Jyllands-Posten. Het is de verantwoordelijkheid van degenen die gebruik maken van de vrijheid van meningsuiting om af te wegen in welke mate rekening moet worden gehouden met ongeschreven regels van het goede fatsoen. En vanzelfsprekend, zoals de Nederlandse regering heeft gesteld, komt met vrijheid verantwoordelijkheid. Ook zijn er wat de Nederlandse regering betreft grenzen aan de vrijheid van meningsuiting, conform de wet in relatie tot haatzaaien, discriminatie en smaad.