Beantwoording vragen van het lid Boekestijn over subsidiëring van MDG-activiteiten van de Verenigde Naties

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Boekestijn over subsidiëring van MDG-activiteiten van de Verenigde Naties. Deze vragen werden ingezonden op 28 februari 2008 met kenmerk 2070813180.

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Bert Koenders

Antwoorden van de heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van het lid Boekestijn (VVD) over subsidiëring van MDG-activiteiten van de Verenigde Naties.

Vraag 1

Herinnert u zich uw antwoord op vraag 8 van mijn eerdere schriftelijke vragen? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2
Is het waar dat uw voorganger, mevrouw Van Ardenne, een negatief besluit had genomen ten aanzien van subsidiëring van MDG-activiteiten van de VN, omdat zij de mening was toegedaan dat het geld beter produktief kon worden aangewend in Afrika dan voor een bewustwordingscampagne in het Westen?

Antwoord

Nee. In 2002 heeft Nederland € 5 miljoen toegekend voor de eerste fase van de VN Millennium Campagne. Dit geld was bestemd voor de periode van 1 december 2002 tot eind 2005. In augustus 2004 (nog voordat de laatste tranche van €1,5 miljoen door Nederland was overgemaakt), stuurde de directeur van UNDP aan alle donorlanden een brief waarin werd verzocht om een (additionele) bijdrage aan de VN Millennium Campagne. Mevrouw Van Ardenne, de toenmalige minister voor Ontwikkelingssamenwerking, heeft hierop in oktober 2004 geantwoord dat Nederland weliswaar veel belang hecht aan de MDG’s, maar dat ons land al genereus bijdroeg aan de MDG campagne, waardoor het nu de beurt was aan anderen.

Vraag 3
Impliceert uw beslissing om de subsidie wel toe te kennen dat u bewustwordingcampagnes voor MDG-doelen van groter belang acht dan daadwerkelijke investeringen in Derde Wereldlanden?

Antwoord

Nee. Voor de periode 2007 t/m 2009 is € 5 miljoen toegekend aan de tweede fase van de VN Millenniumcampagne omdat dit goed past in het project “de Millennium Ontwikkelingsdoelen dichterbij”, één van de prioriteiten van het kabinet. De VN Millennium Campagne beoogt de publieke bewustwording ten aanzien van de Millennium Ontwikkelingsdoelen te vergroten en te verdiepen, teneinde zoveel mogelijk mensen in het Noorden en Zuiden te mobiliseren (naast overheden ook particulieren, NGO’s, bedrijven etc.) om meer actie te ondernemen de MDG’s te halen. Er is dus sprake van een hefboomeffect. Onderdeel hiervan vormt onder meer een lobby in grotere landen in het Noorden, waar ruimte is voor verbetering van de inspanningen op het terrein van MDG 8 (“Global Partnership for Development”). De Tweede Kamer heeft de regering herhaaldelijk aangespoord landen in het Noorden aan te zetten tot grotere hulpinspanningen. Ook andere landen hebben de campagne gefinancierd (zoals het VK, Canada, Zwitserland, Japan, Duitsland, Frankrijk, Portugal, Noorwegen, Italië, Finland, Denemarken, Luxemburg en Zweden). Daarnaast zijn er bijdragen van NGO’s, zoals de Bill & Melinda Gates Foundation en OXFAM.

Vraag 4
Kunt u mij verzekeren dat partijpolitieke belangen geen enkele rol speelden bij uw besluit om de subsidie aan de VN Millennium Campagne, in tegenstelling tot uw voorganger, toch toe te kennen?

Antwoord

Ja.

Vraag 5

Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor het Algemeen Overleg van 5 maart 2008?

Antwoord

Ja. Zoals u bekend, staat het Algemeen Overleg thans geagendeerd voor 27 maart.

1) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2007-2008, nr. 1193