Beantwoording vragen Van Gennip over de zorgvuldigheid rondom de artikel 100-procedure inzake een mogelijke bijdrage van Nederland aan een militaire missie in Tsjaad
Graag bieden wij u hierbij, mede namens de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Gennip over de zorgvuldigheid rondom de artikel 100-procedure inzake een mogelijke bijdrage van Nederland aan een militaire missie in Tsjaad. Deze vragen werden ingezonden op 28 februari 2008 met kenmerk 2070812930.
De ministerDe minister
van Buitenlandse Zaken,van Defensie,
drs. M.J.M. VerhagenE. van Middelkoop
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, en de heer Van Middelkoop, minister van Defensie, mede namens de heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van het lid Van Gennip (CDA) over de zorgvuldigheid rondom de artikel 100-procedure inzake een mogelijke bijdrage van Nederland aan een militaire missie in Tsjaad.
Vraag 1
Kent u het bericht ‘Kabinet overweegt zestig mariniers voor Tsjaad? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat dergelijke berichtgeving de zorgvuldigheid, die verwacht dient te worden van zowel kabinet als de Tweede Kamer, omtrent een Artikel 100 procedure doorkruist? Zo ja, wat gaat u hieraan doen? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Ja. Het is niet goed dat informatie over mogelijke missies in de media terechtkomt voordat de regering een beslissing heeft genomen en de Kamer hiervan op de hoogte is gesteld. Wij zullen, indien blijkt dat deze informatie door medewerkers van onze ministeries is verstrekt, passende maatregelen treffen.
Vraag 3
Heeft u het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken ontvangen en in behandeling genomen om een planning van de besluitvorming van de lopende Artikel 100 procedures (UNAMID en Tsjaad) te verkrijgen? 2) Bent u bereid aan dit verzoek te voldoen vóór 28 februari 2008 12:00 uur?
Antwoord
Ja. De artikel-100 brief over de Nederlandse bijdrage aan EUFOR Tchad/RCA is op 29 februari jl. aan de Eerste en Tweede Kamer verzonden (kenmerk DVB/CV-076/08). Over UNAMID kunnen wij u echter nog geen nadere informatie geven. Het onderzoek naar de mogelijkheid en wenselijkheid van een ondersteunende bijdrage aan UNAMID is nog in volle gang.
Vraag 4
Neemt u in de overwegingen voor een eventuele deelname de volgende reeds geuite kritieke overwegingen mee; de capaciteiten van de krijgsmacht in relatie tot de reeds vastgestelde prioriteiten met name in Uruzgan, en de opportuniteit en neutraliteit van een eventuele missie in Tsjaad?
Antwoord
Ja. In het onderzoek worden alle relevante ontwikkelingen meegenomen.
1) Nu.nl, 24 februari 2008
2) 08-BUZA-B-011