Beantwoording vragen van de leden Van der Staaij en Van Gennip over overheidsmaatregelen tegen christenen en godsdienstoefeningen in Wit-Rusland
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van der Staaij en Van Gennip over overheidsmaatregelen tegen christenen en godsdienstoefeningen in Wit-Rusland. Deze vragen werden ingezonden op 16 juli 2008 met kenmerk 2070825380.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Van der Staaij (SGP) en Van Gennip (CDA) over overheidsmaatregelen tegen christenen en godsdienstoefeningen in Wit-Rusland.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat in Grodno (Wit-Rusland) van overheidswege christelijke godsdienstoefeningen zijn verstoord en er gerechtelijke vervolging is ingesteld tegen een voorganger wegens het leiden van christelijke samenkomsten? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Welke mate van godsdienstvrijheid bestaat er thans voor niet-geregistreerde christelijke kerken in Wit-Rusland? Hoe ontwikkelt deze vrijheid zich?
Antwoord
Religieuze gemeenschappen dienen in Wit-Rusland officieel geregistreerd te zijn en hun diensten in door de lokale autoriteiten goedgekeurde lokaties te houden. In de praktijk zijn daarom de meeste religieuze gemeenschappen die het land telt, waaronder ook enkele honderden protestantse, officieel geregistreerd. De niet-geregistreerde gemeenschappen zijn klein in aantal en omvang. Zij houden hun diensten doorgaans in lokaties die niet door de autoriteiten zijn goedgekeurd. Hiertegen wordt met enige regelmaat door lokale autoriteiten opgetreden door het opleggen van een geldboete.
Vraag 3
Kunt u aangegeven welke gevolgen de in 2002 aangenomen ‘godsdienstwet’ in Wit-Rusland heeft gehad voor religieuze minderheden als het gaat om het verspreiden van religieuze lectuur, onderwijs, hulpverlening en andere activiteiten met een godsdienstig karakter? Is er sprake van een zichtbare verslechtering sinds 2002? Zo ja, welke conclusies verbindt u daaraan?
Antwoord
De in 2002 aangenomen wet inzake vrijheden van godsdiensten en religieuze organisaties heeft – vanwege de introductie van de hierboven omschreven registratieverplichting – met name kleine lokale religieuze gemeenschappen aanzienlijk in hun activiteiten belemmerd. Wanneer (zoals de meeste religieuze gemeenschappen hebben gedaan) een verzoek tot registratie is gehonoreerd, kunnen organisaties relatief ongestoord hun activiteiten (waaronder het verspreiden van lectuur, het geven van onderwijs en het bieden van hulpverlening) uitvoeren. Dit geldt ook voor de protestantse kerk in Wit-Rusland, die een sterk groeiend aantal gelovigen telt.
De protestantse kerk in Wit-Rusland voert een actieve, kritische dialoog met de regering. Zo bood zij in het voorjaar van 2007 President Loekasjenko een petitie aan (ondersteund met 50.000 handtekeningen) om de omstreden godsdienstwet van 2002 af te schaffen – tot dusverre zonder succes. Ook heeft zij er herhaaldelijk bij de Witrussische autoriteiten op aangedrongen hardere maatregelen te nemen tegen de vele advertenties van aanbieders van ‘occulte diensten’ (hypnotiseurs, ‘mediums’, astrologen en andere). Door het Belarussische parlement werd op 17 juni 2008 een wet aangenomen die dergelijke advertenties verbiedt.
Vraag 4
Op welke wijze heeft u in de afgelopen periode, eventueel via internationale gremia, de slechte en zorgelijke positie van religieuze minderheden in Wit-Rusland aan de orde gesteld bij de Wit-Russische autoriteiten? Welke resultaten heeft dit opgeleverd? Betoont Wit-Rusland zich gevoelig voor internationale kritiek hieromtrent? In hoeverre heeft de positie van godsdienstige minderheden in Wit-Rusland de aandacht van de EU? Kan deze aandacht verder geïntensiveerd worden? Wilt u dit in Europees verband bevorderen?
Antwoord
De restrictieve wetgeving die in 2002 ten aanzien van religieuze gemeenschappen is ingevoerd, kan niet los bezien worden van andere wet- en regelgeving die de Wit-Russische maatschappij op soortgelijke wijze - middels een verplichting tot registratie - in hun activiteiten belemmert. Deze bredere problematiek is regelmatig onderwerp van gesprek met de Wit-Russische autoriteiten, zowel in OVSE- en EU-verband als bilateraal. De Nederlandse Mensenrechtenambassadeur heeft tijdens zijn bezoek aan Wit-Rusland in mei 2007 kritiek geuit op de ‘ registratiedrang’ van de Wit-Russische autoriteiten die ten koste gaat van de beweegruimte van het maatschappelijke middenveld.
In de Derde Commissie van de Algemene Vergadering van de VN is in november 2007 een resolutie aangenomen over de mensenrechtensituatie in Wit-Rusland, waarin de autoriteiten expliciet worden opgeroepen om de vrijheid van godsdienst en overtuiging te garanderen, inclusief de mogelijkheid voor individuen en gemeenschappen om op nationaal en internationaal niveau contacten te onderhouden over religieuze zaken. Nederland was – evenals de overige EU-lidstaten - co-sponsor van deze door de VS ingediende resolutie.
Vraag 5
Bent u bereid – zo mogelijk ook in internationaal verband - om de nu aangeduide casus te benutten als handvat om opnieuw de godsdienstvrijheid van religieuze minderheden aan de orde te stellen bij de Wit-Russische autoriteiten? Zo ja, op welke wijze?
Antwoord
Zoals ik hierboven vermeldde blijft de kwestie van de registratieverplichting een punt van gesprek met de Witrussische autoriteiten, zowel in internationale fora als bilateraal. Nederland zal aandringen op aandacht voor religieuze minderheden in een nieuwe VN-resolutie over Wit-Rusland. Op initiatief van Nederland zal de OVSE dit najaar tijdens de Human Dimension Implementation Meeting een speciale dag wijden aan de vrijheid van godsdienst en levensbeschouwing. Nederland zal zich inzetten voor een EU-verklaring waarin specifieke aandacht wordt gevraagd voor de situatie in o.a. Wit-Rusland.