Beantwoording vragen van de leden Van Baalen en Boekestijn over de aard van de missie in Uruzgan
Bijgaand gaan u toe de antwoorden op vragen (ingezonden 26 februari 2008) van de leden Van Baalen en Boekestijn (beiden VVD) over de aard van de missie in Uruzgan (uw kenmerk 2070812800).
De minister van Buitenlandse Zaken,
drs. M.J.M. Verhagen
De minister van Defensie,
E. van Middelkoop
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
drs. A.G. Koenders
Vragen van de leden Van Baalen en Boekestijn (beiden VVD) aan de ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken over de aard van de missie in Uruzgan. (Ingezonden 26 februari 2008)
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het artikel met de titel ‘Taliban verdreven, maar voor hoe lang’1), het artikel met de titel ‘Het is hier nog nooit zo rustig geweest’ 2) en van de column van Hans Wansink over de afstand tussen het Plein en Deh Rawod? 3)
Antwoord
Ja
Vraag 2
Is het waar dat de Nederlandse commando’s in Uruzgan klagen dat zij te weinig armslag krijgen van de Commandant der Strijdkrachten?
Antwoord
In het begin van de missie in 2006 was er sprake van enige onduidelijkheid over de rol van de Nederlandse commando’s in Uruzgan. In het inzetgebied zijn daarover heldere afspraken gemaakt.
Vraag 3
Is het waar dat Amerikaanse special forces eind januari het gebied rond Deh Rawod hebben ontdaan van Talibanstrijders en dat daardoor de veiligheidssituatie in dit gebied aanzienlijk is verbeterd?
Antwoord
Amerikaanse Special Operations Forces (SOF) hebben in de periode van 21 tot en met 24 januari een operatie in de directe omgeving van Deh Rawod uitgevoerd. Mede als gevolg van deze operatie en de daarop volgende operatie Pathan Ghar die door de Task Force Uruzgan, samen met Afghaanse eenheden en de reserve-eenheid van de Commandant van ISAF, werd uitgevoerd, is de veiligheidssituatie in West-Uruzgan aanzienlijk verbeterd.
Vraag 4
Zouden de Nederlandse commando’s met de bestaande Rules of Engagement op dezelfde wijze rust in het gebied hebben kunnen opleggen zoals de Amerikanen dat thans hebben gedaan?
Antwoord
Het huidige ISAF mandaat en de ISAF Rules of Engagement bieden aan Nederlandse eenheden voldoende ruimte om robuust en effectief op te treden in Afghanistan.
Vraag 5
Wordt het wederopbouwkarakter van de missie te veel benadrukt waardoor de militaire bestrijding van de taliban een te lage prioriteit krijgt?
Antwoord
In deze stabilisatie- en ondersteuningsmissie gaan doelstellingen op het gebied van veiligheid en ontwikkeling hand in hand: ontwikkeling kan niet wortelen in een onveilige omgeving en de veiligheid verbetert wanneer de bevolking perspectief op sociaal-economische ontwikkeling heeft en op een integere wijze wordt bestuurd. Zoals ook gesteld in de artikel 100 brief van 30 november 2007 (uw kenmerk 27925 Nr. 279) blijft in deze benadering het Nederlandse adagium: ”opbouwen waar mogelijk en militair optreden waar nodig”.
Vraag 6
Bent u bereid deze vragen met spoed te beantwoorden zodat zij betrokken kunnen worden bij het komende overleg over de stand van zakenbrief over Afghanistan van 15 februari 2008?
Antwoord
Ja.
1) de Volkskrant, 19 februari 2008, “Taliban verdreven, maar voor hoe lang”
2) de Volkskrant, 23 februari 2008, “het is hier nog nooit zo rustig geweest; Reportage Operatie Pathan Gahr”
3) de Volkskrant, 23 februari 2008, “Column”