Beantwoording vragen van de leden Haverkamp, Van Dam, Van Baalen, Voordewind en Van der Staaij over het belonen van het doden van christenen in Orissa, India

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Haverkamp, Van Dam, Van Baalen, Voordewind en Van der Staaij over het belonen van het doden van christenen in Orissa, India. Deze vragen werden ingezonden op 28 november 2008 met kenmerk 2008Z07870/ 2080906380.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Haverkamp (CDA), Van Dam (PvdA), Van Baalen (VVD), Voordewind (ChristenUnie) en Van der Staaij (SGP) over het belonen van het doden van christenen in Orissa, India.

Vraag 1
Kent u het bericht “Beloning voor doden christenen”, waarin melding wordt gemaakt dat hindoeorganisaties in India beloningen uitloven voor het doden van christenen in de deelstaat Orissa? 1) Kunt u de inhoud van dit bericht bevestigen?

Vraag 2
Zo ja, bent u bereid uw afkeuring hierover aan de Indiase autoriteiten kenbaar te maken en de autoriteiten te vragen maatregelen hiertegen te treffen, opdat voorkomen wordt dat christenen worden gedood?

Antwoord
Het bericht is mij bekend.

Een EU-missie van diplomaten gestationeerd in New Delhi, waaronder een vertegenwoordiger van de Nederlandse ambassade, bezocht van 9 tot 12 december jl. de Indiase deelstaat Orissa. Doel van deze missie was het verzamelen van zoveel mogelijk feitelijke informatie over het deze zomer wederom opgelaaide geweld tegen christenen en de daarop aanhoudende spanningen. Ook beoogde deze missie in gesprekken met de autoriteiten van de betreffende deelstaat de Europese (en Nederlandse) zorg te uiten over mogelijke uitbarstingen van geweld deze Kerst.

De EU-missie sprak in Orissa o.a. met christelijke leiders en NGO’s, die het in de door u gestelde vraag genoemde bericht ontkrachtten. Wel werd erop gewezen dat hindoeorganisaties soms bijdragen aan het levensonderhoud van hun kader en manifestanten.

Op 16 december besprak ik mijn zorgen over de situatie in Orissa met de Indiase ambassadeur. Bij die gelegenheid werd gemeld, dat additioneel aan de maatregelen genomen door de deelstaatregering (zie antwoord onder vraag 3) de Indiase centrale overheid een groep heeft geformeerd om de ontwikkelingen in Orissa nauwgezet te volgen.

Vraag 3
Wat is de uitkomst van de bespreking van het toenemende geweld tegen christenen in de deelstaat Orissa op de EU-India Top op 29 september jl., in het kader waarvan door het Franse Voorzitterschap aan de ambassadeurs van de EU-lidstaten in India is gevraagd een rapport op te stellen over de situatie evenals suggesties te doen voor nadere maatregelen? 2) Bestaat er bereidheid bij de Indiase overheid hiertegen actie te ondernemen?

Antwoord
Uit de gesprekken die hogergenoemde EU-missie voerde met verschillende christelijke organisaties en NGO’s in Orissa bleek dat de agendering van de thematiek tijdens de EU-India Top van 29 september jl. zeer werd gewaardeerd. Volgens de gesprekspartners hebben de opmerkingen in dezen van het EU-Voorzitterschap bijgedragen aan de reeds door de centrale Indiase overheid opgevoerde druk op de deelstaatregering van Orissa om verdergaande ordehandhavende en rechtsherstellende maatregelen te treffen.

De autoriteiten van de deelstaat Orissa maakten kenbaar aan de EU-missie, dat momenteel verschillende voorzorgsmaatregelen zijn genomen om een herhaling van het geweld in de Kerstperiode van 2008 te voorkomen. De politieaanwezigheid in het zwaarst getroffen district Kandhamal is volgens de autoriteiten sindsdien aanzienlijk uitgebreid, het materieel en het politiepostennetwerk is verbeterd, arrestaties zijn verricht onder de vermeende daders (volgens de deelstaat zijn tot op heden in totaal 750 personen opgepakt) en publieke manifestaties zijn voor deze periode in het district Kandhamal bij uitzondering verboden. Het vieren van Kerst zal overigens wel mogelijk zijn.

Het door de ambassadeurs van de EU-lidstaten in India eerder vastgestelde rapport over de ontwikkelingen in Orissa zal aan de hand van de informatie die is verzameld tijdens deze EU-missie worden geactualiseerd. De ambassadeurs zullen op grond van deze actuele informatie nagaan hoe de EU - naast dergelijke missies en agendering tijdens EU-India toppen - een verdere bijdrage kan leveren aan het vinden van een oplossing voor de met name in Orissa voortdurende spanningen. Deze zijn overigens slechts voor een deel geloofsgebonden en worden ook medebepaald door complexe sociaal-economische en etnische factoren.

De Indiase Nationale Commissie voor Minderheden heeft aan de hand van drie missies naar het getroffen gebied enkele maatregelen aan de deelstaat voorgesteld. De EU–missie heeft de autoriteiten van de deelstaat Orissa tijdens de gevoerde gesprekken gewezen op het belang spoedig actie te ondernemen op enkele van deze aanbevelingen.

1) Reformatorisch Dagblad, 20 november 2008
2) Handelingen TK nr. 8, vergaderjaar 2007-2008