Beantwoording vragen van de leden Haverkamp en Ten Hoopen over Turkse investeringen in Iraanse energiesector

Graag bied ik u hierbij, mede namens de de minister van Economische Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Haverkamp en Ten Hoopen over Turkse investeringen in Iraanse energiesector. Deze vragen werden ingezonden op 20 november 2008 met kenmerk 2080905790.

De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de leden Haverkamp en Ten Hoopen (CDA) over Turkse investeringen in Iraanse energiesector.

Vraag 1
Kent u het bericht “Turkije investeert in Iraanse gasleiding”? 1)

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Deelt u de mening dat dit bilaterale besluit tussen Turkije en Iran niet strookt met de verzwaarde sancties van de EU van 8 augustus 2008?

Vraag 3
Deelt u de mening dat deze overeenkomst ondermijnend werkt ten aanzien het EU- en VN- beleid in het tegengaan van de nucleaire ambities van Iran?

Antwoord
De door de VN en EU afgekondigde sanctiemaatregelen jegens Iran zijn ingesteld om de Iraanse autoriteiten ertoe te bewegen openheid van zaken te verschaffen over zijn nucleaire programma en de verdere ontwikkeling daarvan tegen te gaan. Genoemde sanctieregimes kennen geen investeringsverbod in de Iraanse gas- en energiesector. Het recent door de Turkse minister van Energie, Güler, en de Iraanse minister van Olie, Nozari, ondertekende ‘Memorandum of Understanding’ is dan ook niet in strijd met de sanctieregimes. Nederland, evenals een aantal andere EU-lidstaten, heeft er voor gekozen om van overheidswege handelscontacten met Iran niet langer proactief te bevorderen (zie tevens de brief van 7 maart jl. over Internationaal Ondernemen (kamerstuk 31380, nr. 1) en de brief van 11 juni jl. over de gevolgen van VN-resolutie 1803 voor exportbevorderingsinstrumenten richting Iran (kamerstuk 31380, nr. 2)).

Vraag 4
Kunt u aangeven hoe de overeenkomst zich verhoudt tot het te openen energie hoofdstuk met Turkije in het kader van de implementatie van het acquis?

Antwoord
In maart 2007 presenteerde de Europese Commissie haar ‘screening rapport’ over het energiehoofdstuk, waarin wordt beschreven in hoeverre de Turkse wet- en regelgeving voldoet aan het acquis communautaire op dit gebied. De onderhandelingen tussen Turkije en de Unie over energie zijn echter nog niet geopend. Het recent door Iran en Turkije getekende Memorandum of Understanding is niet in strijd met de door de VN en EU ingestelde sancties, zodat thans geen relatie bestaat met de onderhandelingen over het energiehoofdstuk van het acquis communautaire.

Vraag 5
Bent u voornemens Turkije in Europees verband aan te spreken op de verantwoordelijkheid om de nucleaire ambities van Iran tegen te gaan.

Antwoord
Turkije is gehouden aan en onderschrijft de bepalingen van de relevante VN-Veiligheidsraadsresoluties inzake het nucleaire programma van Iran.