Beantwoording vragen van de leden Ferrier en Van Gennip over de veiligheidssituatie in Sri Lanka
Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Ferrier en Van Gennip (beiden CDA) over de veiligheidssituatie in Sri Lanka. Deze vragen werden ingezonden op 11 december 2007 met kenmerk 2070806360.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. A.G. Koenders
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken en de heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking op vragen van de leden Ferrier en Van Gennip (CDA) over de veiligheidssituatie in Sri Lanka.
Vraag 1
Kent u het bericht “Dodental van oorlog Sri Lanka loopt weer snel op”? 1) Hoe beoordeelt u de huidige situatie? Wat is de reactie van de internationale gemeenschap op de alarmsignalen geuit door de uit Noord-Europeanen bestaande commissie, die de wapenstilstand moet controleren?
Antwoord
Het bericht is mij bekend. De situatie is ernstig. De strijdende partijen hebben elkaar de facto de oorlog verklaard. De Sri Lankaanse regering heeft geen gehoor gegeven aan de oproep van de belangrijkste internationale ondersteuners van het vredesproces
(de Co-Chairs Noorwegen, VS, Japan en de EU) in hun verklaring van 30 mei 2006 om te zorgen voor een aanvaardbare politieke oplossing en stuurt daarentegen aan op een militaire oplossing van het conflict. De LTTE (Tamil Tijgers) weigert terug te keren naar de onderhandelingstafel en het terrorisme en geweld af te zweren en slaat terug door middel van aanslagen door heel het land. In december 2006 heeft de Sri Lankaanse overheid scherpe ant i-terreurwetten afgekondigd en sindsdien zijn ongeveer 5000 slachtoffers te betreuren, vooral onder burgers. Daarnaast zijn ongeveer 300.000 mensen ontheemd geraakt en is de mensenrechtensituatie ernstig verslechterd. De internationale gemeenschap heeft in de afgelopen anderhalf jaar intensief zowel de Sri Lankaanse regering als de LTTE keer op keer proberen te overtuigen om een andere koers te varen. Nederland heeft achter de schermen in nauw overleg met Noorwegen een actieve rol vervuld. Beide partijen volharden echter in hun standpunten en leggen de schuldvraag eenzijdig bij de andere partij.
Vraag 2
Wat doen Nederland, de Europese Unie, andere internationale spelers, en Noorwegen in het bijzonder, om verdere escalatie van dit conflict en schending van mensenrechten te voorkomen?
Antwoord
Nederland heeft bilateraal in nauw overleg met Noorwegen en in EU-verband maximale druk uitgeoefend op de regering en de LTTE om hen te overtuigen dat een militaire oplossing uiteindelijk niet zal werken. De regering wordt aangespoord om te komen met een politieke oplossing die tegemoet komt aan de aspiraties van de etnische minderheden. De meeste andere westerse landen en Japan en India volgen dezelfde lijn. Helaas geven de strijdende partijen aan niet in een vreedzame oplossing te geloven.
In de Mensenrechtenraad is in september 2006, mede op aandringen van Nederland, een EU-resolutie over Sri Lanka ingediend. De onderhandelingen over deze resolutie om te komen tot een consensustekst, zijn een effectief drukmiddel gebleken. Naar aanleiding van de aanbeveling in de resolutie om internationaal onderzoek naar mensenrechtenschendingen toe te laten, nodigde de Sri Lankaanse regering een internationale groep van waarnemers uit, de zogenaamde International Independent Group of Eminent Persons (IIGEP), om toe te zien op het onderzoek naar de mensenrechtenschendingen dat wordt uitgevoerd door een speciaal door de regering ingestelde onderzoekscommissie. IIGEP begon in februari 2007 met de werkzaamheden en heeft herhaaldelijk zijn zorgen geuit over de trage voortgang, het gebrek aan transparantie bij de onderzoeken, de betrokkenheid van het bureau van de Procureur-Generaal die aanleiding geeft voor gerede twijfel over de onpartijdigheid van het onderzoek, het ontbreken van getuigenbeschermingsmaatregelen en de slechte toegankelijkheid tot relevante informatie. Oproepen aan de Sri Lankaanse overheid en aan de onderzoekscommissie om terzake maatregelen te nemen, zijn echter tevergeefs geweest. De Sri Lankaanse regering heeft verder naar aanleiding van de
EU-onderhandelingen over de resolutie de afgelopen maanden Louise Arbour, de VN-Hoge Commissaris voor de Mensenrechten, ontvangen evenals Manfred Nowak, de VN-Speciaal Rapporteur inzake foltering en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing. Op 11 december jl. presenteerde Mw. Arbour haar bevindingen aan de Mensenrechtenraad. Zij sprak haar zorg uit over het falen van nationale instituties om de bescherming van mensenrechten te waarborgen. De EU en Nederland hebben in twee interventies hun zorg uitgesproken over de verslechterde situatie in Sri Lanka en de oproep van Mw. Arbour voor de vestiging van een OHCHR-vertegenwoordiging gesteund.
Vraag 3
Deelt u de zorgen dat Sri Lanka aan de aandacht van de internationale gemeenschap dreigt te ontsnappen? Hoe voorkomt u dat Sri Lanka, nu het als partnerland uitgefaseerd gaat worden van ontwikkelingssamenwerking, een verloren land gaat worden?
Antwoord
Nederland zal zich ook na uitfasering van de ontwikkelingsrelatie zowel bilateraal als in EU-verband blijven inzetten om de strijdende partijen nader tot elkaar te brengen. Ook in de Mensenrechtenraad en in andere multilaterale fora zullen de gevolgen van het conflict aan de orde worden gesteld. Sri Lanka wordt met een zekere regelmaat bezocht door speciale VN-rapporteurs die daarover rapporteren in diverse VN-gremia. Van 13 tot 21 december 2007 brengt Walter Kä lin, de Vertegenwoordiger van de Secretaris Generaal van de VN voor de Mensenrechten van Binnenlandse Ontheemden, op uitnodiging van de regering een bezoek aan Sri Lanka.
In humanitaire termen is de huidige crisis in Sri Lanka inderdaad een zogenaamde forgotten crisis. Het conflict en de impact op het dagelijks leven van de Sri Lankaanse burgers creëren weinig internationale media-aandacht. Nederland blijft met andere EU-donoren, zoals de Europese Commissie (DG ECHO) en het Verenigd Koninkrijk actief op het gebied van acute humanitaire hulpverlening en de bescherming van mensenrechten.
Vraag 4
Kunt u bilateraal en in EU-verband druk uitoefenen op de betrokken partijen in Sri Lanka om het geweld en het schenden van mensenrechten te beëindigen? Zo ja, hoe gaat u dat doen?
Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Nederland steunt de plannen van de EU voor een Troika begin volgend jaar. Ook zal onderzocht worden of de Nederlandse mensenrechtenambassadeur in 2008 een bezoek kan brengen aan Sri Lanka. Ook in de Mensenrechtenraad zal de druk op Sri Lanka worden gecontinueerd. Nederland zal blijven aandringen op actualisering en de behandeling van de EU-resolutie over Sri Lanka in de Raad indien blijkt dat er geen overeenstemming bereikt wordt over een OHCHR-vertegenwoordiging in Sri Lanka. Nederland heeft diverse malen in internationale fora de situatie van Sri Lanka middels interventies opgebracht en zal dat blijven doen. Verder steunt Nederland actief lokale mensenrechten organisaties.
Bilateraal houdt de Nederlandse ambassade, in goed overleg met de Noorse bemiddelaar, nauw contact met de Sri Lankaanse regering en zo mogelijk de LTTE. Beide partijen hebben recentelijk te kennen gegeven geen aanleiding te zien voor het doen van concessies en geven daarmee in de praktijk de voorkeur aan het ha ndhaven van de status quo. Hiermee is de speelruimte voor bilaterale interventie uitermate beperkt.
1) Trouw, 4 december 2007