Beantwoording vragen van de leden De Roon en Wilders over doodvonnis in de Palestijnse Gebieden

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden De Roon en Wilders inzake het doodvonnis dat onlangs is uitgesproken door de Palestijnse Military High Court. Deze vragen werden ingezonden op 7 mei 2008 met kenmerk 2070819610.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Drs. A.G. Koenders

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, en de heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van de leden De Roon en Wilders (beiden PVV) over doodstraf voor verzet tegen terrorisme.

Vraag 1
Kent u het bericht “Abbas Palestinian Authority sentences man to death for fighting terrorism”? 1)

Antwoord

Wij zijn bekend met het vonnis van de Palestijnse High Military Court waarnaar verwezen wordt in het bericht in referte.

Vraag 2
Bent u ook ontzet over de oplegging van de doodstraf aan iemand die terroristische daden wilde voorkomen?

Vraag 3
Bent u bereid om alles in het werk te stellen om de Palestijnse Autoriteit er toe te bewegen dit doodvonnis niet uit te voeren? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat gaat u doen om deze executie te voorkomen?

Vraag 4
Deelt u de mening dat de Nederlandse relatie met de Palestijnse Autoriteit moet worden herzien als dit doodvonnis wordt voltrokken? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Zoals onlangs nog eens benadrukt in het actieplan voor implementatie van de mensenrechtenstrategie, wil de Nederlandse regering zich inzetten voor wereldwijde afschaffing van de doodstraf. In dit licht betreurt de regering ten zeerste het door de Palestijnse High Military Court uitgesproken doodvonnis. Bovendien dringt Nederland in gevallen waarin een doodsvonnis is ui tgesproken, systematisch aan op niet-tenuitvoerlegging daarvan op grond van humanitaire redenen.

Deze kwestie is aan de orde gesteld in het gesprek dat de minister van Buitenlandse Zaken had met premier Fayyad tijdens zijn reis naar het Midden-Oosten (27 – 30 mei 2008). Hij heeft daarbij het Nederlandse standpunt over de doodstraf toegelicht en erop aangedrongen dat dit vonnis niet wordt voltrokken. In het licht van dit gesprek en de af te wachten wijze waarop de Palestijnse Autoriteit nu gevolg zal geven aan het uitgesproken vonnis, wordt het op dit moment niet zinvol geacht vooruit te lopen op gevolgen die voltrekking van het vonnis zou kunnen hebben voor de relatie tussen Nederland en de Palestijnse Autoriteit.

1)

http://www.web-view.net/Show/0X989AADAEA0B1C6DC42768056E8F2C89D6A2B49FD5FBCD467CA7CC5A36F3EAB7A.htm#125998