Beantwoording vragen lid Van Dam over de volledige afsluiting van de Gazastrook door Israël
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Dam over de volledige afsluiting van de Gazastrook door Israël. Deze vragen werden ingezonden op 23 januari 2008 met kenmerk 2070809200.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Van Dam (PvdA) over de volledige afsluiting van de Gazastrook door Israël.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat Israël de Gazastrook volledig heeft afgesloten, inclusief voor hulpgoederen van de Verenigde Naties?1
Vraag 2
Heeft u tevens kennisgenomen van het bericht dat de betreffende afsluiting van de Gazastrook een negatieve invloed heeft op de watervoorziening en op de mate waarin ziekenhuizen in de Gazastrook operationeel kunnen blijven?2
Antwoord
Ja.
Vraag 3
Kunt u de inhoud van de beide berichten via uw eigen bronnen bevestigen?
Antwoord
Op basis van informatie verkregen van onder meer de VN-hulporganisatie UNRWA is vastgesteld dat de Gazastrook tussen vrijdag 18 en maandag 21 januari 2008 vrijwel volledig afgesloten is geweest voor alle goederenstromen, met uitzondering van elektriciteit. Israël nam deze maatregel in reactie op aanhoudende raketbeschietingen vanuit Gaza. Sindsdien laat het Israëlische leger de levering van dieselolie voor generatoren en van medicamenten weer gedeeltelijk toe.
Door de blokkade zijn inderdaad problemen ontstaan met de veilige watervoorziening vanwege een groeiend tekort aan waterfilters en vanwege de uitval van waterpompen door gebrek aan brandstof of door onderbroken stroomvoorziening. Het laatste zou het gevolg zijn van een tekort aan brandstof voor de elektriciteitscentrale van Gaza-Stad. Deze dekt ca. 25% van de Gazaanse elektriciteitsbehoefte, de overige 75% van de elektriciteitsbehoefte wordt via kabels uit Egypte en Israël aangeleverd. Deze elektriciteitsleverantie is ook ten tijde van de blokkade doorgegaan.
Vanwege het ontbreken van dieselolie heeft het Gazaanse nutsbedrijf de stroomlevering gerantsoeneerd en schakelt het volgens een van te voren gepubliceerd schema verschillende delen van het netwerk af voor een periode van minimaal acht uur (zgn. rolling black-outs).
Ziekenhuizen beschikken weliswaar over eigen generatoren, maar hebben slechts geringe brandstofvoorraden daarvoor. Zij moeten tijdens de regelmatige onderbreking van de elektriciteitstoevoer het stroom- en waterverbruik dus zeer zorgvuldig doseren en verdelen over verschillende afdelingen en gebruikersgroepen, hetgeen hun functioneren zeer bemoeilijkt.
Vraag 4
Herinnert u zich de inhoud van uw brief aan de Kamer, waarin u stelt dat het stopzetten van leveranties van brandstof en elektriciteit voor de bevolking als geheel, geen geëigend middel is tegen de aanvallen op Israëlische doelen met Qassam-raketten vanuit de Gazastrook?3
Antwoord
Ja.
Vraag 5
Deelt u de analyse dat bovengenoemde maatregelen nu in versterkte mate worden toegepast in de Gazastrook? Deelt u nog steeds de mening dat deze maatregelen geen geëigende middelen zijn?
Vraag 6
Deelt u de mening dat de Israëlische maatregelen als disproportioneel moeten worden bestempeld? Stroken deze maatregelen met uw gevoel voor rechtvaardigheid?
Antwoord
Met de kanttekening dat Israël niet is overgegaan tot de stopzetting van de elektriciteitsleverantie, deel ik de mening dat de blokkade zoals Israël die heeft ingesteld, geen geëigend middel is om op te treden tegen de aanvallen die het dagelijks vanuit Gaza moet ondergaan en niet proportioneel is.
Vraag 7
Kunt u aangeven wat de invloed is van de afsluiting van de Gazastrook, of zal zijn, op de Nederlandse landbouwprojecten in de Gazastrook en het EU-grensovergangproject? Hoe beoordeelt u de afsluiting in het licht van de ontwikkeling van deze beide projecten?
Antwoord
Voor de door Nederland gesteunde landbouwprojecten betekent de afsluiting dat de internationale afzet van de oogsten op dit moment stil ligt en dat de benodigde materialen niet kunnen worden ingevoerd. De regering meent dat de bevolking van Gaza een economisch perspectief moeten hebben. Ik heb daarom tijdens mijn bezoek aan Israël aangedrongen op de heropening van de grenzen van Gaza voor humanitaire en commerciële stromen, met inachtneming van Israëls gerechtvaardigde veiligheidszorgen. Voor het EU-grensovergangproject (EU-BAM Rafah) is de blokkade minder relevant, aangezien de uitvoering van dit project sinds de machtsovername van Hamas in de Gazastrook opgeschort is. De EU missie kan pas weer functioneren wanneer het beheer en de controle aan de Gazaanse kant aanvaardbaar is geregeld.
Vraag 8
Bent u bereid om het EU-standpunt met betrekking tot de afsluiting van de Gazastrook en de grote gevolgen daarvan nog tijdens uw bezoek aan het Midden-Oosten aan de orde te stellen bij de Israëlische regering?
Antwoord
Ik heb het EU-standpunt – dat ook het Nederlandse is – nadrukkelijk onder de aandacht gebracht van mijn gesprekspartners in het Midden-Oosten. Ter nadere toelichting op deze antwoorden zou ik tevens willen verwijzen naar de antwoorden die ik heb gegeven op identieke vragen die de heer Van Bommel (SP) op 23 januari 2008. heeft gesteld over hetzelfde onderwerp (brief DAM-043/08).
Vraag 9
Kunt u de bovenstaande vragen nog voor het einde van uw bezoek aan het Midden-Oosten, dus voor 24 januari aanstaande, beantwoorden?
Antwoord
Dit bleek niet mogelijk te zijn, maar benadrukt zij dat ik de Nederlandse zorgen - zoals hierboven geformuleerd - tijdens mijn reis nadrukkelijk kenbaar heb gemaakt aan mijn gesprekspartners in de regio.
1: NRC.nl, 18 januari 2008
2: de Volkskrant, 21 januari 2008
3: Kamerstuk 23 432 nr. 241