Beantwoording vragen lid Van Bommel over de politieke situatie in de Gazastrook
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel over de politieke situatie in de Gazastrook. Deze vragen werden ingezonden op 23 januari 2008 met kenmerk 2070809190.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Van Bommel (SP) over de politieke situatie in de Gazastrook.
Vraag 1
Deelt u de mening dat het beëindigen door Israël van brandstofleveranties aan de Gazastrook, waardoor de autoriteiten daar zich genoodzaakt hebben gezien tot het stopzetten van de productie van elektriciteit, in strijd is met de regels van het humanitair recht?1
Vraag 2
Deelt u de zorgen van VN-Secretaris-generaal Ban Ki Moon dat de situatie in de Gazastrook op deze wijze uitloopt op een humanitaire crisis?2
Vraag 3
Deelt u de mening dat deze maatregelen niet alleen tegen het internationaal recht, maar ook contraproductief zijn in het licht van de onderhandelingen met premier Abbas, omdat een politiek verzwakte Palestijnse bevolking een dit jaar beoogd akkoord niet dichterbij brengt? Zo ja, op welke wijze wilt u dat voorkomen? Indien neen, waarom niet?
Vraag 4
Deelt u tevens de mening dat het noodzakelijk is dat Israël onmiddellijk de leveranties van diesel en andere noodzakelijke grondstoffen voor de eerste levensbehoeften in de Gazastrook hervat? Zo ja, bent u bereid de Israëlische ambassadeur te ontbieden teneinde deze opvatting mee te delen? Indien neen, waarom niet?
Antwoord
Zowel vanuit humanitair als diplomatiek oogpunt zijn de ontwikkelingen in Gaza zorgelijk. De sanctiemaatregelen die de Israëlische regering heeft getroffen naar aanleiding van de dagelijkse raketbeschietingen, leiden tot vergroting van de humanitaire noden. De regering deelt de mening dat deze maatregelen het onderhandelingsklimaat tussen Israël en de Palestijnse Autoriteit verstoren. Tegelijkertijd zijn de onderhandelaars vastbesloten zich niet te laten afleiden van het spoor van Annapolis.
In mijn gesprekken met premier Olmert en minister Livni, alsook in publieke uitlatingen gedaan tijdens mijn reis naar het Midden-Oosten, heb ik gepleit voor wijziging van het Israëlische beleid jegens Gaza. Israël dient in zijn optreden tegen de verwerpelijke raketbeschietingen vanuit Gaza proportioneel en doelgericht op te treden. Ik heb Israël daarom opgeroepen de blokkade van Gaza en m.n. de stopzetting van de leverantie van humanitaire goederen, te beë indigen.
De blokkade is daags na deze gesprekken ook versoepeld, maar de toestand vraagt om verdere verbetering. Met de EU pleit Nederland voor opening van de grenzen voor humanitaire en commerciële stromen. Nederland pleit bovendien voor nauwere samenwerking van Israël met de Palestijnse Autoriteit en met Egypte, om te komen tot een betere grensbewaking. Dergelijke samenwerking is des te noodzakelijker, nadat Hamas de grensafscheiding met Egypte heeft opengebroken.
Nederland is bereid om bij te dragen aan de uitvoering van plannen om de grensbewaking voor de goederenovergang Karni over te dragen aan de Palestijnse Autoriteit. De opening van deze overgang is essentieel voor de ontwikkeling van de Gazaanse economie.
Het ontbieden van de Israëlische ambassadeur niet aan de orde, aangezien de Nederlandse opvattingen reeds direct door mij aan de Israëlische regering zijn overgebracht.
Vraag 5
Bent u bereid, gezien de urgente situatie, deze vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden?
Antwoord
Ja.
1: de Volkskrant, 21 januari 2008
2: Algemeen Dagblad, 18 januari 2008