Vaders willen betere combinatie werk en gezin
Veel vaders willen een betere combinatie van werk en gezin, maar zien er om uiteenlopende redenen vanaf om hiertoe daadwerkelijk actie te ondernemen. Dit blijkt uit onderzoek dat minister André Rouvoet voor Jeugd en Gezin vandaag presenteert.
Opvallend is dat werkende vaders vaak niet goed op de hoogte blijken te zijn van al bestaande (wettelijke) mogelijkheden tot een betere afstemming tussen werk en privé. Ook zijn ze huiverig om hun wensen bij hun werkgever aan te kaarten. Lang niet altijd is dat terecht. Vanwege ook andere bedrijfseconomische voordelen lijkt het tij inmiddels gunstig voor meer thuiswerken. Flexibele werktijden beginnen ook vaker toegepast te worden.
Uit het onderzoek blijkt dat na behoefte aan meer vrije tijd, de zorg voor kinderen voor vaders het belangrijkste motief is om minder te willen gaan werken. Voor vaders met jonge kinderen geldt dat zelfs 75 procent om die reden graag flexibele werktijden wil.
Mannen zien echter veel praktische bezwaren om een betere combinatie tussen werk en gezin te realiseren. Ze vrezen financiële consequenties en reputatieschade. Ook denken ze vaak dat het in hun functie onmogelijk is, of dat hun baas er bezwaar tegen gaat maken.
Wettelijke regelingen als het recht op deeltijd (Wet Aanpassing Arbeidstijden) en rond verlofrechten (Wet Arbeid en Zorg) hebben dus nog niet tot een cultuurdoorbraak geleid. Werkende vaders gaan nog weinig tot actie over en verzoeken van vrouwen tot deeltijd worden door werkgevers nog altijd positiever beoordeeld dan die van mannen.
Wel is duidelijk dat mannen die een wens hebben om minder uren te gaan werken en van baan veranderen, deze wens twee keer zo vaak realiseren dan mannen die in dezelfde werkkring blijven. Veel vaders die een betere combinatie van werk en gezin willen, veranderen daarom van baas. Ze screenen een nieuwe werkkring op de mogelijkheden daartoe, of gooien radicaal het roer om en kiezen voor het zelfstandig ondernemerschap.
Mannen die bij dezelfde werkgever blijven, hanteren een voorzichtige tactiek. Na het tijdelijke ouderschapsverlof wordt in een gewenningsperiode proef gedraaid met deeltijd. Als dat experiment slaagt, durven werkgever en werknemer een permanent deeltijdarrangement aan te gaan.
Mannen die in een (huidige) werkkring wel erin geslaagd zijn gezin en werk beter te combineren, geven aan dat de meest succesvolle strategie is om er – ondanks alle culturele en werkgerelateerde belemmeringen – actief mee aan de slag te gaan om het te regelen: wie waagt die wint. Uit het onderzoek blijkt weliswaar dat veel vaders zich door mogelijke consequenties laten afschrikken, maar in de praktijk doen deze zich toch minder vaak voor dan wordt aangenomen.
Werkgevers staan volgens het onderzoek nog niet te springen om mannen in deeltijd te laten werken. Wel staan ze steeds meer open voor flexibele werktijden en gecomprimeerde werkweken. Vooral thuiswerken lijkt de toekomst te hebben. Thuiswerken is namelijk door de tijdswinst niet alleen gezinsvriendelijk, maar heeft ook andere bedrijfseconomische voordelen. Het levert besparingen op kantoorruimte op, en meer werktijd doordat files vermeden worden. Noodzakelijk voor meer thuiswerken is wel dat in arbeidsorganisaties niet meer aanwezigheid als norm voor inzet geldt, maar dat de output van medewerkers maatgevend wordt.
Minister André Rouvoet: “De arbeidsmarkt van de toekomst moet gezinsvriendelijk zijn. Dat is goed voor gezinnen, bedrijven en daarmee de economie. Met meer keuzevrijheid en flexibele arrangementen kunnen vaders zowel als moeders gezin en werk beter combineren. Bedrijven krijgen daardoor de beschikking over gemotiveerde en loyale werknemers, met minder stress en ziekteverzuim. Het arbeidspotentieel neemt ook toe, zónder dat dit ten koste gaat van gezinnen. Toekomstige krapte op de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld als gevolg van de vergrijzing, wordt zo bestreden.”