"Samen zien VWA en RIKILT meer, samen reiken ze verder."
De nieuwe huisvesting van de VWA en RIKILT moet een broedplaats worden voor nieuwe onderzoekstechnieken. Die hoop sprak minister Verburg tijdens de opening uit.
Toespraak door minister Verburg bij de opening van de nieuwbouw van het RIKILT en VWA laboratorium, Wageningen, 26 mei 2010.
Dames en heren,
Het is geloof ik voor de 3e keer dat ik hier een opening van een nieuw gebouw bijwoon. Dat zegt iets over de vitaliteit van Wageningen UR en de regio. Hartelijk gefeliciteerd met dit elegante onderkomen. 'Pas de deux voor een oudere heer en een jonge dame'. Zo verwezen de architecten in een persbericht er naar. Oudbouw en nieuwbouw die in elkaar grijpen. Een jonge dame die uit de oksel van een oudere heer opduikt. Het zou ook heel goed naar de nieuwe bewoners - het RIKILT en de VWA- kunnen verwijzen. De nieuwe VWA zou ik in dat geval de jonge dame noemen. Piepjong.
Oud gaat met nieuw. Dat is ook een mooi symbool voor waar ik op kennisgebied naar streef. Kennisontwikkeling is in mijn beleid topprioriteit. En die kennis bouwt voort op iets dat er al is. VWA en RIKILT zijn de spreekwoordelijke dwergen op de schouders van reuzen: de kennisreus die Wageningen UR heet, en de reuzen van overheid en maatschappij en bedrijfsleven.Het is een meesterlijke zet om beide laboratoria hier samen te huisvesten. Samen zien VWA en RIKILT meer, samen reiken ze verder. Deze plek kan - ik hoop dat zeer- broedplaats worden voor nieuwe onderzoekstechnieken. Medewerkers kunnen vanuit verschillende disciplines kennis verzamelen en ontwikkelen. Mits zij er ook voor kiezen om die kennis te delen.
Aan de ene kant zijn de bewoners heel verschillend, aan de andere kant lijken ze op elkaar.
RIKILT meet, dus RIKILT weet. Die meetexpertise wordt bij chemische of nucleaire calamiteiten gebruikt. RIKILT werkt daarvoor met de VWA samen. RIKILT en VWA zitten bijvoorbeeld samen in de Eenheid Planning en Advies van het Nationaal Plan Kernenergie. Aan de andere kant is RIKILT een echt onderzoeksinstituut, met een grote internationale reputatie. In die zin past deze loot aan de Wageningen UR boom. Ook de VWA - voorheen AID, Plantenziektekundige Dienst en VWA- is een bewoner die we bij LNV door en door kennen. Bij de VWA nemen metingen en evaluaties een centrale plaats in. Er wordt onder andere gemeten om te kunnen bepalen in hoeverre wetgeving wordt nageleefd. Om te adviseren over de risico's rond voedsel en andere producten. Verder ziet de VWA toe op het dierenwelzijn. En adviseert de VWA over plantenziekten.
Je hoeft niet lang na te denken om te zien hoe zeer uw activiteiten in elkaars verlengde liggen. Ze zijn dus aan elkaar gewaagd. De heer Schreuders zal straks aangeve hoe gewaagd.
Er is hier niet gekozen voor een extreem gebouw. De huisvesting is ingetogen en toch prikkelend. Onderzoek doen, analyses maken en data verzamelen ís serieus werk. Ingetogenheid is daarbij een bruikbare eigenschap. En ingetogenheid, dames en heren, kan uitstekend samen gaan met topkwaliteit. Want hierbinnen, ik ga het zometeen zien, heeft u de state of the art van de techniek.
Die techniek is meer en meer kritische succesfactor. Het biedt noodzakelijke ondersteuning bij het opsporen van onregelmatigheden in de productie en verwerking van voedsel, bijvoorbeeld bij agrarische bedrijven of in de industrie. En dat zijn bedrijven die zich in onze moderne maatschappij razendsnel vernieuwen. Dan mag je als 'opspoorder' natuurlijk niet achterblijven. Goede laboratoriumfaciliteiten zijn echt onmisbaar, en de mogelijkheid om nieuwe methodieken te ontwikkelen is een belangrijke plus.
Want gaat u maar na. Ooit werd in het lab naar één pesticide gekeken. Jaren later kon naar tien pesticiden tegelijk worden gezocht. Een vertienvoudiging, dat was toen al heel wat. Nu kunnen we er maar liefst ruim 500 onderzoeken in één machinerun. Op die manier kunnen we bijvoorbeeld ook kijken naar pesticiden die in de EU al lang niet meer worden gebruikt. De techniek maakt het ons steeds makkelijker. Vrije uitloopeieren kunnen we zelfs al onderscheiden van biologische eieren. Zonder voorkennis. Biologische hammen uit Twente kunnen we onderscheiden van biologische hammen uit Limburg. Ook zonder voorkennis. Dat zijn enorme stappen vooruit.
Terug naar dit fraaie gebouw. Ik heb al gezegd dat het gebouw mooie plek is, voor de samenwerking en de kennisontwikkeling die nodig zijn. Maar ik weet ook, dat u van binnen prachtig doorzicht heeft naar alle richtingen toe. Die transparantie spreekt mij aan. Omdat ook dat iets is, dat de goede samenwerking kan stimuleren. Ik reken erop, dat u goed samenwerkt. Oók met collega's van de andere labs, zoals TNO en RIVM.
U doet dat ook al. Zo bekijkt u samen met TNO welke dure apparatuur onderling kan worden gebruikt. En u zoekt meer raakvlakken, ook met het RIVM. Zoals de wetenschappelijke risicobeoordeling voor het VWA Bureau Risicobeoordeling en Programmering. Ook ik streef naar eenduidigheid en samenwerking in het onderzoeksveld. Als rijksoverheid willen we geen gelijksoortig onderzoek meer, gefinancierd door de ministeries van EZ, VROM, VWS of LNV, op meerdere instituten.
Door nu in wisselende samenstellingen samen te werken, kunt u op vragen van zowel de overheid als de maatschappij inspelen. En heel belangrijk: het vertrouwen van consumenten in voedselveiligheid bewaren en vergroten.
Dames en heren,
Ik kan u verzekeren: er staat huier u het een en ander te wachten. Er komen nog genoeg vragen aan, vooral op het gebied van voedselveiligheid en milieu. Met name duurzaamheids thema's zullen de komende jaren in de politieke en maatschappelijke belangstelling staan. En terecht. Al was het maar omdat er nu een explosie van innovaties gaande is, zowel in de biotechnologie als in de nanotechnologie. De overheid en andere investeerders houden dat vuur brandend. Het lont was al eerder ontstoken door mondiale ontwikkelingen:
- het veranderend klimaat;
- handelsstromen die veranderen;
- het belang van biodiversiteit;
- uitputting van natuurlijke hulpbronnen
Ook nu voeren we volop de discussie over wat dat betekent voor de veiligheid van ons voedsel, de voedselvoorziening in de wereld en hoe consumenten, bedrijven, organisaties en overheden daar het beste op in kunnen spelen.
Goede voortekenen dus bij deze nieuwe start. Met dit gebouw staat u met allebei uw benen midden in de dynamiek van onze samenleving. Niet in het verleden, maar in het heden en in de toekomst. Het zal een vooruitgang zijn.
Dat is een uitdaging en een opdracht tegelijk. De samenleving vertrouwt op u, het bedrijfsleven verwacht veel van u en ik reken op u.
Ik wens u daar heel veel werkplezier en succes.
Dank u wel.