Positieve ervaringen met dadergerichte aanpak geweldplegersPilot krijgt landelijk vervolg
De dadergerichte aanpak van geweldplegers krijgt een landelijk vervolg. Dat heeft minister Hirsch Ballin bekend gemaakt in Almere. Deze aanpak helpt geweld te voorkomen door geweldplegers nauwlettend in de gaten te houden. Na een pilot in Almere, Gouda en Tilburg zal de aanpak het komend jaar ook in andere gemeenten worden gestart.
Geweld vormt een ernstige aantasting van een veilig klimaat in de samenleving en veroorzaakt veel maatschappelijke onrust. Om die reden is het overheidsprogramma `Aanpak Geweld` in het leven geroepen. Mede dankzij dit programma lag het aantal geweldsdelicten in 2009 19 procent lager dan in 2006. De dadergerichte aanpak moet helpen het aantal geweldsdelicten nog verder omlaag te brengen.
Geweldplegers snel in beeld
Bij de dadergerichte aanpak is het doel geweldplegers snel in beeld te krijgen, effectief te bestraffen en vervolgens nauwlettend in de gaten te houden. Een belangrijke eerste stap is slachtoffers van geweld aangifte te laten doen. Gemeenten die aan de pilot deelnemen, inventariseren op welke plekken in hun gemeente weinig aangifte wordt gedaan. Bijvoorbeeld bij geweld op scholen of in de horeca. Wanneer slachtoffers of getuigen wel aangifte doen, krijgt de politie in een vroeg stadium zicht op jongeren die ongewenst gedrag vertonen.
De veiligheidshuizen spelen vervolgens een belangrijke rol bij de persoonsgerichte aanpak van de dader. Samen met de andere partijen in het veiligheidshuis zoals het Openbaar Ministerie en de Jeugdzorg wordt bekeken wat er over de dader bekend is. Hierdoor kan de rechter op de persoon toegesneden voorwaardelijke straffen met bijzondere voorwaarden opleggen. Bijvoorbeeld een gedragstraining, een behandeling in een zorginstelling of een straatverbod.
De ervaringen in de pilotgemeenten Almere, Gouda en Tilburg zijn dermate positief, dat minister Hirsch Ballin tijdens de conferentie Dadergerichte Aanpak Geweldplegers in Almere het handboek DAG heeft uitgereikt. Op basis van dit handboek zullen in 2010 vijf andere gemeenten bezien om de DAG-methode ook bij hen succesvol is. Twee van deze vijf gemeenten zijn inmiddels bekend: Utrecht en Lelystad. Als ook de aanpak in deze vijf gemeenten succesvol blijkt, kan de DAG-methode landelijk worden ingezet.