INTERVIEW - Brabant wacht niet, maar komt al met planologische verordening
Enkele provincies geven aan nog even te willen wachten met het maken van een provinciale verordening, totdat de AMvB Ruimte in werking treedt. De provincie Noord-Brabant niet. De eerste fase van de Verordening Ruimte is naar de Staten en is eind april vastgesteld. De provincie legde daarmee een harde juridische basis onder het ruimtelijke beleid. Dit is het vijfde deel van een serie praktijkervaringen met de Wro met Arnoud Fortgens, projectleider Verordening Ruimte van de provincie Noord-Brabant.
De provincie Brabant heeft provinciale verordening in twee verschillende fasen opgeknipt, legt Arnoud Fortgens uit. Fortgens benadrukt dat de provinciale verordening in twee verschillende fasen is opgeknipt. “In de eerste fase vertalen we vooral bestaand beleid naar de verordening. De tweede fase gaat over nieuw beleid, waarin de inspraakprocedure in juni van start gaat. We hebben er in Brabant voor gekozen om vaart te maken en die eerste fase alvast door te voeren. Je kunt wel afwachten tot het ministerie met de AMvB komt, maar de inhoud daarvan is wel ongeveer bekend. Eventuele nieuwe dingen kunnen in de tweede fase nog meegenomen worden.”
Brabant versnelt aanpak megastallen
Overigens zal in de eerste fase het beleid over de intensieve veehouderij wel aanzienlijk aangepast worden. Hierin wordt opgenomen dat megastallen worden tegengegaan “Dit is voor de provincie een belangrijk onderwerp dat, zeker met alle recente ontwikkelingen rondom de Q-koortsbesmettingen, niet kan wachten. Daarom hebben we voor dit onderwerp een uitzondering gemaakt,” licht Fortgens toe.
Beleid krijgt harde juridische basis
De provincie móest ook gewoon een verordening maken. “We hebben de afgelopen jaren onze provinciale belangen in kaart gebracht en die hebben we vertaald naar de provinciale verordening. Het was niet nodig om nog langer te werken met een interim-structuurvisie en met beleidsnota’s. Nu ligt er gewoon een harde juridische basis onder het beleid. De provincie formaliseert als het ware de eigen regierol.”
Gemeenten krijgen eigen regierol
Bijkomend voordeel van het maken van een verordening is dat de provincie zichzelf verplicht om van tevoren na te denken over onderdelen van het provinciaal beleid en de manier waarop beleidsinstructies naar gemeenten worden opgesteld. De provincie heeft ervoor gekozen om zich vooral te richten op het buitengebied, legt Fortgens uit. “We kiezen ervoor om binnen het bestaand stedelijk gebied bijna niets te regelen. Dat is aan de gemeenten. Alleen met betrekking tot de planning van woningbouw en bedrijventerreinen is er een provinciale rol. Daarnaast regelen we vooral zaken rondom de Ecologische Hoofd Structuur, veehouderij, glastuinbouw en diverse andere zaken in het buitengebied.”
Voortekenen over Wro zijn positief
Fortgens is op hoofdlijnen tevreden over het werken onder de nieuwe Wro. “Iedereen kan zich veel beter richten op zijn hoofdtaak. Wij schetsen de kaders en gemeenten gaan daar vervolgens mee aan de slag. Verder kan de provincie zich meer richten op het eigen beleid en daarmee verbonden uitvoeringszaken. Zo hoeven wij ons als provincie niet meer bezig te houden met bijvoorbeeld binnenstedelijk bouwen. Naar deze situatie waren we al jaren aan het toegroeien. Het is nog vroeg om een definitief oordeel te vellen, maar de eerste tekenen van de Wro zijn positief.”