Meer mogelijkheden om internationale misdrijven aan te pakken
Nederland kan straks met terugwerkende kracht verdachten van oude genocidezaken vervolgen en berechten. Ook wordt het mogelijk verdachten van genocide en oorlogsmisdrijven in een niet-gewapend conflict uit te leveren en strafvervolging over te nemen van een internationaal gerecht. Dit staat in een wetsvoorstel van minister Hirsch Ballin van Justitie waarmee de ministerraad heeft ingestemd. De regeling is een belangrijk onderdeel van het versterkingsprogramma opsporing en vervolging van internationale misdrijven.
Nederland heeft met de huidige Wet internationale misdrijven voldoende rechtsmacht om hier verblijvende vreemdelingen te vervolgen die verdacht worden van internationale misdrijven, waaronder genocide. Maar die wet is alleen van toepassing op misdrijven die na 1 oktober 2003 zijn gepleegd.
Dit betekent in het geval van de genocide in Rwanda in 1994 dat het Openbaar Ministerie een in Nederland verblijvende vreemdeling niet zal kunnen vervolgen voor genocide, maar noodgedwongen oorlogsmisdrijven of foltering ten laste zal proberen te leggen. Het kabinet wil dat veranderen door de Wet internationale misdrijven uit te breiden en de daarin opgenomen ruime rechtsmacht voor genocide te laten terugwerken tot het moment van inwerkingtreding van de Uitvoeringswet genocideverdrag van 24 oktober 1970. De maatregel steunt het Openbaar Ministerie en het team internationale misdrijven omdat zij de komende jaren nog vaak te maken zullen krijgen met oude strafzaken over genocide.
In het algemeen past terughoudendheid bij toekenning van terugwerkende kracht, aldus de toelichting op het wetsvoorstel. Maar het is onaanvaardbaar dat een vreemdeling die zich elders heeft schuldig gemaakt aan genocide hier gevrijwaard blijft van vervolging, omdat Nederland daarvoor ten tijde van het misdrijf geen rechtsmacht had. Dat is een onwenselijk signaal naar slachtoffers en hun familie. Genocide wordt binnen de internationale rechtsorde tot de meest ernstige misdrijven gerekend.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.