Kamerbrief inzake voornemen Poolse regering inzake homoseksualiteit in het onderwijs
Naar aanleiding van uw brief 07-BuZa-B-014 van 19 maart 2007 betreffende het voornemen van de Poolse regering inzake homoseksualiteit in het onderwijs, kan ik u als volgt informeren.
Zowel de Poolse minister van Onderwijs, De heer Giertych, als de vice-minister van onderwijs, Dhr. Orzechowski hebben uitspraken gedaan over homoseksualiteit in het onderwijs die tot internationale opschudding hebben geleid. Naar aanleiding van een interventie van De heer Giertych tijdens een informele EU-bijeenkomst van onderwijsministers op 1-2 maart jl. heeft een aantal landen, waaronder Nederland, bezwaar aangetekend tegen het discriminatoire karakter van zijn uitspraken (zie het antwoord van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (kenmerk IB/2007/5349, van 20 maart 2007) op Kamervragen van het lid Van der Ham van 6 maart 2007, nummer 2060708730). De Poolse vice-minister van onderwijs gaf begin maart tijdens een persconferentie aan dat gewerkt wordt aan een wetsvoorstel om het propageren van homoseksualiteit op scholen te verbieden. De mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch heeft in een brief aan premier Jaroslaw Kaczynski haar verontrusting over de plannen voor een wetsvoorstel en over de uitlatingen van de vice-minister en andere regeringsleden geuit.
Voor zover bekend zijn er tot nu toe alleen plannen voor een wetsvoorstel en is er nog geen concrete tekst. De uitspraken van regeringsleden over wat het voorstel zou moeten inhouden zijn overigens niet altijd consistent.
In Polen zelf is de positie die de regering ten aanzien van homoseksualiteit inneemt omstreden; critici in Polen verzetten zich tegen deze positie via de politieke en juridische mogelijkheden die alle EU-lidstaten kennen om de grondrechten van de burger te garanderen. Mocht het tot wetgeving komen die alsnog in strijd is met de verplichtingen van Polen als lidstaat van de EU en de Raad van Europa, dan zal de Nederlandse regering dit aan de orde stellen in EU- of Raad van Europa-kader en zonodig in bilateraal verband.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen