Kamerbrief inzake motie Boekestein en Gill'ard over de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB)
Op 12 juli jl. hebben wij per brief (TK 31 031 V, nr. 20) aangegeven op welke wijze wij uitvoering zullen geven aan de (gewijzigde) motie van de leden Boekestijn en Gill'ard (TK 31 031 V, nr. 16) over de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB).
Graag willen wij u hierbij, conform het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken (brief 07-BuZa-B-048 van 7 sept. jl.), nader informeren over de wijze van uitvoering van genoemde motie.
De IOB is, als evaluatiedienst, een integraal en essentieel onderdeel van ons ministerie, niet alleen vanuit verantwoordingsperspectief, maar ook vanwege de leerfunctie van evaluatieonderzoek. Met uw Kamer hechten wij groot belang aan het waarborgen van een onafhankelijke oordeelsvorming bij het uitvoeren van evaluatieonderzoek, teneinde te voorkomen dat "de slager zijn eigen vlees keurt ". In dat verband wijzen wij er - wellicht ten overvloede - op dat de rapporten van IOB-evaluatieonderzoeken door de IOB zelf worden vastgesteld.
Bij het geven van uitvoering aan de motie Boekestijn/Gill'ard blijft gelden dat de eerste prioriteit voor de inzet van de IOB expertise bestaat uit de bijdrage van de IOB aan de uitvoering van de wettelijke verplichtingen van ons ministerie, op basis van de Regeling periodiek evaluatieonderzoek en beleidsinformatie 2006.
Daarnaast krijgt de IOB nu, conform eerdergenoemde motie, de mogelijkheid om op eigen initiatief evaluatieonderzoek te plannen en uit te voeren, in het bijzonder op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. De capaciteit van IOB biedt daartoe in beginsel voldoende ruimte. Genoemde onderzoeken zullen worden opgenomen in de BZ Evaluatieprogrammering, ook als deze niet onmiddellijk bij zouden dragen aan de uitvoering van de wettelijke verplichtingen van ons ministerie. Verder blijft ook in die gevallen een goede afstemming met "de lijn " belangrijk, mede met het oog op het capaciteitsbeslag, ook op andere delen van het ministerie.
De minister van Buitenlandse Zaken, De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. M.J.M. Verhagen Drs. A.G. Koenders