Kamerbrief inzake informatie over het lot van de Noord-Koreaanse vluchtelingen die door China worden teruggestuurd
Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 25 mei 2007 met kenmerk 07-BuZa-B-031 inzake informatie over het lot van de Noord-Koreaanse vluchtelingen die door China worden teruggestuurd.
Mensenrechten in Noord-Korea
Noord-Korea is een zeer gesloten land; informatie over het land is slechts beperkt beschikbaar. De Noord-Koreaanse autoriteiten maken bezoeken aan een groot deel van het land onmogelijk, ook voor bijvoorbeeld ambassades van derde landen als Nederland. Bovendien worden onafhankelijke waarnemers, zoals de VN-Speciale Rapporteur inzake de mensenrechtensituatie in Noord-Korea, niet toegelaten.
De in de internationale gemeenschap breed gedeelde opvatting is niettemin dat het met de rechten, zoals bijvoorbeeld neergelegd in het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, abominabel gesteld is. Rechten zoals het recht op leven, het recht gevrijwaard te zijn van foltering, wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing, het recht gevrijwaard te zijn van dwangarbeid, het recht op vrijheid en veiligheid van zijn persoon, het recht het eigen land te verlaten, het recht op een eerlijk proces, het recht op vrijheid van denken, geweten en godsdienst, het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op gelijke bescherming door de wet, worden door het regime in Noord-Korea voortdurend geschonden. Noord-Korea is overigens partij bij het voornoemde verdrag.
Betreffende het lot van Noord-Koreaanse vluchtelingen die door China teruggestuurd worden, gelden de beperkingen aangaande beschikbare informatie zo mogelijk nog sterker. In dat licht heb ik mij ten behoeve van het onderstaande onder andere gebaseerd op rapporten van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties en de hierboven genoemde Speciale Rapporteur, alsook op rapporten van niet-gouvernementele organisaties zoals de International Crisis Group, het U.S. Committee for Human Rights in North Korea, het Korea Institute for National Unification, de Citizens’ Alliance for North Korean Human Rights en Christian Solidarity Worldwide. Het aantal bronnen is evenwel beperkt en informatie is slechts uit tweede of derde hand beschikbaar. Hierdoor is verificatie buitengewoon lastig.
Schattingen over het aantal vluchtelingen uit Noord-Korea dat in China leeft lopen overigens uiteen van tien- tot vierhonderdduizend. Het Amerikaanse State Departement houdt het op tussen de tien- en dertigduizend (2005), terwijl de VN-Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen het aantal noemt van honderdduizend (2003). Voorts wordt geschat dat ongeveer 10% van de Noord-Koreaanse vluchtelingen vanuit China teruggestuurd wordt.
Strafmaat en bestraffing in Noord-Korea van vluchtelingen na terugkeer
Een “illegale” grensoversteek is opgenomen in de strafwet van Noord-Korea. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen het oversteken en het veelvuldig oversteken van de grens. Voorts wordt in de strafwet onderscheid gemaakt tussen “illegaal” de grens oversteken, waarop twee jaar werk- of heropvoedingskamp staat, en de grens oversteken om de republiek omver te werpen, waarop tussen de vijf en tien jaar werk- of heropvoedingskamp staat. Bij zwaardere overtredingen is de doodstraf toegestaan. Bij de laatste herziening van de strafwet (2004) is het principe van nullum crimen sine lege (geen overtreding zonder wet) geïntroduceerd. Deze herziening is op zich een verbetering, maar houdt tegelijkertijd de verzwaring van straffen voor een aantal overtredingen in, die ook doorwerken in de bestraffing van een “illegale” grensoversteek. Evenwel bestaat geen eenduidigheid over de manier waarop, de mate waarin en consistentie waarmee in de praktijk gestraft wordt.
Het oversteken van de grens waarbij het doel onduidelijk is (meestal zoeken naar voedsel) wordt volgens sommige bronnen niet bestraft (men krijgt een waarschuwing) of bestraft met enkele dagen werk- of heropvoedingskamp. Mensen uit Noord-Korea die bij aanhouding in China in het bezit zijn van bijbels of materiaal uit Zuid-Korea en vervolgens uitgezet worden naar hun land van herkomst, zouden zwaarder gestraft worden. Betrapt op smokkel of prostitutie in China zou strafkamp – vaak de facto doodstraf door de erbarmelijke omstandigheden – of de doodstraf volgen. Andere bronnen stellen dat zwaarder gestraft wordt naar gelang hoe vaak iemand een vluchtpoging heeft ondernomen, waarbij op de derde vluchtpoging de doodstraf staat. Ook wordt bij de strafbepaling onderscheid gemaakt tussen mensen die om economische en die om politieke redenen gevlucht zijn. Weer andere bronnen benadrukken de willekeurigheid van het straffen.
Op basis van bovengestelde informatie kan geconcludeerd worden dat in de meeste gevallen van terugzending ten minste enige vorm van bestraffing volgt; in sommige gevallen zelfs de doodstraf. De behandeling van vluchtelingen uit Noord-Korea die worden teruggestuurd kan overigens, ook gezien de redenen waarom het land ontvlucht wordt (m.n. sociale en politieke onderdrukking en voedseltekorten), niet los worden gezien van de deplorabele mensenrechtensituatie in Noord-Korea.
Behandeling van Noord-Koreaanse vluchtelingen in China
De VN-Speciale Rapporteur inzake de mensenrechtensituatie in Noord-Korea krijgt, zoals hierboven aangegeven, geen toegang tot het land. Voorts heeft de Speciale Rapporteur in verschillende rapporten de wens uitgesproken toegang te krijgen tot verblijfplaatsen van Noord-Koreaanse vluchtelingen in de buurlanden, waaronder China.
De Speciale Rapporteur stelt voorts dat Noord-Koreaanse vluchtelingen aangemerkt moeten worden als “vluchtelingen sur place”, hetgeen betekent dat vervolging gevreesd moet worden wanneer zij naar Noord-Korea worden teruggestuurd. Het principe van non-refoulement – het niet terugdringen of terugsturen van vluchtelingen naar gevaarlijke gebieden – moet daarnaast in al le landen waar vluchtelingen uit Noord-Korea asiel zoeken gerespecteerd worden. Voorts stelt de Speciale Rapporteur dat deze vluchtelingen toegang verleend moet worden tot het kantoor van de VN-Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen.
China beschouwt Noord-Koreaanse vluchtelingen in principe uitsluitend als economische vluchtelingen of illegale immigranten. Daardoor is het voor deze vluchtelingen niet mogelijk in China asiel aan te vragen. Voorts hebben vluchtelingen uit Noord-Korea in China geen toegang tot het lokale kantoor van de VN-Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen in Peking. China zou daarnaast op grond van een geheim Chinees-Noord-Koreaans verdrag uit 1961 en een protocol uit 1986 verplicht zijn Noord-Koreaanse mensen, die China “illegaal” binnen zijn gekomen, terug te sturen.
China is partij bij het Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen uit 1951 en bij het daarbij behorende Protocol uit 1967. Hierdoor is China onder meer gehouden aan het principe van non-refoulement. Daarnaast is China, uit hoofde van een bilateraal verdrag met de VN-Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen uit 1995, gehouden de Hoge Commissaris ongehinderd toegang te verlenen tot de (Noord-Koreaanse) vluchtelingen, hetgeen China tot op heden niet toelaat.
Acties van Nederland en de EU De Nederlandse regering is zeer bezorgd over het lot van Noord-Koreaanse vluchtelingen die door China teruggestuurd worden. Deze zorgen worden in de (beperkte) contacten tussen Nederland en Noord-Korea overgebracht. Daarnaast heeft Nederland China meermalen aangesproken op het principe van non-refoulement, onder andere tijdens het bezoek van de mensenrechtenambassadeur aan China in december 2005. Bij de komende mensenrechtenconsultaties met China, zal de mensenrechtenambassadeur het punt van de Noord-Koreaanse vluchtelingen overigens weer opbrengen. Het streven is deze consultaties met China dit najaar te laten plaatsvinden.
Regelmatig, maart jl. voor het laatst, worden door de EU-troika in Pyongyang gesprekken gevoerd met Noord-Koreaanse regeringsvertegenwoordigers over de mensenrechtensituatie in Noord-Korea. Vanwege de slechte mensenrechtensituatie heeft de EU in de Algemene Vergadering van de VN en in de VN-Mensenrechtenraad (en voorheen in de VN-Mensenrechtencommissie) de afgelopen jaren kritische resoluties over Noord-Korea ingediend. Deze resoluties zijn overigens telkens met een grote meerderheid aangenomen.
In de mensenrechtensituatie in Noord-Korea is geen verbetering waarneembaar. Voorts blijven de Noord-Koreaanse autoriteiten de Speciale Rapporteur toegang weigeren. Daarom zal de EU, onder meer op aandringen van Nederland, ook dit jaar in de Algemene Vergadering van de VN een resolutie over de mensenrechtensituatie in Noord-Korea indienen. Evenals in voorgaande jaren wordt daarin een veroordeling opgenomen van de manier waarop teruggestuurde vluchtelingen uit Noord-Korea behandeld worden.
Nederland en de EU hechten er zeer aan dat de Speciale Rapporteur toegang tot Noord-Korea krijgt. Niet alleen vanwege de mensenrechtensituatie, maar ook vanwege de zeer beperkte informatie over het lot van teruggestuurde Noord-Koreaanse vluchtelingen. Overigens brengt de Nederlandse ambassadeur voor Noord-Korea bij elk bezoek aan Pyongyang de mensenrechtensituatie ter sprake en dringt aan op toelating van de Speciale Rapporteur. Daarnaast wil de EU graag een dialoog met Noord-Korea aangaan over mensenrechten. Tot op heden hebben de Noord-Koreaanse
autoriteiten op beide punten afwijzend gereageerd. Nederland en de EU zullen zich
niettemin hiervoor blijven inzetten.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen