Kamerbrief inzake de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van 23 en 24 april 2007
Graag bieden wij u hierbij, mede namens de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, de geannoteerde agenda aan van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 23 en 24 april 2007.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De staatssecretaris voor Zaken,
Drs. F.C.G.M. Timmermans
Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van 23 en 24 april 2007.
Externe Betrekkingen
(mogelijk) WTO /DDA (Doha Development Agenda)
De Commissie zal de Raad waarschijnlijk informeren over de laatste ontwikkelingen in de Doha-ronde, met name over recente ministeriële ontmoetingen. De onderhandelingen werden begin dit jaar weer voorzichtig gestart. Er vinden veel bilaterale besprekingen plaats, maar het multilaterale onderhandelingsproces moet nog verder gestalte krijgen. Het nu beoogde onderhandelingstraject is gericht op het bereiken van een hoofdlijnenakkoord in de loop van het jaar op de kerndossiers landbouw, industrieproducten en diensten, ten einde de ronde als geheel eind 2007 te kunnen afronden.
Gulf Cooperation Council
De Raad zal spreken over de stand van zaken van de onderhandelingen over een vrijhandelsakkoord tussen de EU en de Gulf Cooperation Council (GCC). De GCC-landen (Saoedi Arabië, Koeweit, Bahrein, Qatar, Oman en de Verenigde Arabische Emiraten) zijn belangrijke handelspartners, met name met betrekking tot de energiesector. In augustus 2006 heeft de Commissie onder meer een overzicht gemaakt van de voor de EU economisch interessante ‘landing zones’. Dit overzicht is aan de GCC voorgelegd. Inzet is WTO+ en ‘Most Favoured Nation’-behandeling. WTO+ houdt in dat het akkoord aanvullend en ondersteunend moet zijn aan de afspraken die reeds in WTO-kader zijn gemaakt, terwijl het Most Favoured Nation-principe inhoudt dat de EU minstens dezelfde afspraken wil als andere landen reeds hebben of in de toekomst zullen maken met de GCC. De reactie van de GCC op de “landing zones” tijdens de afgelopen onderhandelingsrondes was vooralsnog niet bevredigend. Nederland is van mening dat het voor de samenwerking met de GCC niet alleen op economisch gebied maar ook voor de bredere politieke dialoog van belang is dat het vrijhandelsakkoord er zo snel mogelijk komt. Op politiek gebied gaat het onder meer om de strijd tegen het terrorisme en om non-proliferatie. Nederland steunt de inzet van de Commissie op het gebied van diensten, maar heeft wel twijfels bij afwijkende origineregels van andere bilaterale akkoorden en hecht belang aan een goed (WTO+) resultaat op het vlak van overheidsaanbestedingen.
De Raad zal tevens de voorbereidingen bespreken voor de 16e EU-GCC “Joint Council and Ministerial Meeting” die dit jaar op 8 mei in Riyad zal plaatsvinden met deelname van de ministers van Buitenlandse Zaken van de betreffende landen. Onderwerpen die tijdens de conferentie aan de orde komen zijn onder meer: ontwikkelingen binnen de GCC en binnen de EU, het Midden-Oosten Vredesproces, de situatie in Libanon, Syrië, Irak en Iran. Daarnaast zal van gedachten worden gewisseld over regionale veiligheid, terrorisme, non-proliferatie, mensenrechten en democratie.
EU-VS Top
De Raad zal vooruitblikken op de EU-VS Top die op 30 april aanstaande plaatsvindt. Tijdens deze top zal onder andere worden gesproken over het versterken van de trans-Atlantische economische betrekkingen, klimaat en energie, internationale veiligheid, passagiersgegevens en het Visa Waiver programma. Daarnaast zullen ontwikkelingen in onder meer Iran en het Midden-Oosten aan de orde komen. Naar verwachting zal de Raad worden gevraagd in te stemmen met een toekomstgerichte Verklaring.
Nederland hecht grote waarde aan goede trans-Atlantische betrekkingen en is voorstander van een brede, strategische agenda voor de Top.
Sudan/Darfur
De Speciale Gezant van de Verenigde Naties Jan Eliasson zal in de Raad zijn bevindingen presenteren over de situatie in Sudan/Darfur. Afhankelijk van de ontwikkelingen in VN-verband en de ontwikkelingen in Darfur zal mogelijk gesproken worden over de beraadslagingen in de VN-Veiligheidsraad over eventuele additionele maatregelen tegen personen die het vredesproces tegenwerken. Er is nog niet besloten of er Raadsconclusies zullen worden opgesteld.
De veiligheidssituatie in Darfur blijft slecht. Hoewel in een aantal gebieden de situatie in de afgelopen periode relatief rustig is gebleken, gaan in andere gebieden de aanvallen op dorpen en burgers door. Zeer zorgwekkend zijn de aanvallen op de Afrikaanse Unie missie in Sudan (AMIS), welke sinds de ondertekening van het Darfur Peace Agreement (DPA) sterk zijn toegenomen.
Het conflict in Darfur verergert de heersende onveiligheid en binnenlandse conflicten in aanpalende delen van de Centraal Afrikaanse Republiek (CAR) en Tsjaad, waar diverse rebellengroeperingen actief zijn. In het gebied bevinden zich naar schatting duizenden ontheemden en (deels Sudanese) vluchtelingen in onveiligheid. Dat het conflict in Darfur steeds meer de kenmerken van een regionaal conflict krijgt, werd recentelijk nog eens bevestigd toen Tsjadische troepen, die bij de achtervolging van rebellen die de Sudanese grens overstaken, slaags raakten met Sudanese regeringstroepen.
De veiligheidssituatie in Darfur en het politieke proces kunnen niet los van elkaar gezien worden. Om het politieke proces vlot te trekken, tracht de internationale gemeenschap, waaronder Nederland, de niet-ondertekenaars van het DPA aan boord te krijgen. Het verenigen van de verschillende rebellenbewegingen dient hieraan vooraf te gaan. Speciaal Gezant van de VN Jan Eliasson en Speciaal Vertegenwoordiger van de Afrikaanse Unie (AU) Salim Ahmed Salim hebben hiertoe het initiatief genomen.
Binnen de EU maakt Nederland zich sterk voor een voortdurende inzet van de EU gericht op een spoedige implementatie van de VN-ondersteuningspakketten aan AMIS, uitmondend in de hybride AU/VN-missie. Daarbij blijft Nederland zich inspannen om in nauwe samenwerking met internationale partners het politieke proces in Darfur vlot te trekken. Nederland zal zich daarbij inspannen voor verdere maatregelen tegen partijen die het vredesproces blijven tegenwerken.
Zimbabwe
De RAZEB bespreekt de huidige situatie in Zimbabwe, mede in het licht van het initiatief van de SADC (Southern African Development Community) om de Zuid-Afrikaanse president Mbeki te benoemen tot bemiddelaar tussen de regering en de oppositie. Nederland steunt het voorstel van het Verenigd Koninkrijk om de EU-reisrestricties uit te breiden naar de direct verantwoordelijken voor recente mishandelingen van vertegenwoordigers van de oppositie en maatschappelijke organisaties. Mede op aandringen van Nederland zal het Duitse voorzitterschap een voorstel doen om ernstige zorg uit te spreken over de verslechterende situatie in Zimbabwe, geweld tegen de oppositie te veroordelen en Europese steun uit te spreken voor regionale bemiddelingspogingen.
Somalië
De situatie in Somalië blijft instabiel. Zware gevechten hebben plaatsgevonden tussen enerzijds Ethiopische troepen, gesteund door een kleine troepenmacht van de federale transitieregering (TFG), en anderzijds milities van de militante islamitische Shabaab-beweging en lokale clans. Hoewel sinds begin april een staakt-het-vuren van kracht is ontvluchten vele burgers de stad. De grote verzoeningsconferentie is uitgesteld tot mei. Alleen Uganda heeft, in het kader van AMISOM (African Union Mission in Somalia), troepen gestationeerd in de hoofdstad.
Nederland vindt dat de overige toegezegde Afrikaanse troepen (Nigeria, Malawi, Ghana) snel dienen te worden gestationeerd. Tevens is Nederland van mening dat na afloop van het mandaat van AMISOM de Verenigde Naties worden gea cht de missie over te nemen. Nederland steunt het EU-beleid gericht op het voeren van een inclusieve politieke dialoog tussen vertegenwoordigers van alle bevolkingsgroepen in Somalië om de strijdende partijen nader tot elkaar te brengen.
Centraal-Azië Strategie
De Raad zal spreken over de EU-strategie voor Centraal-Azië die momenteel wordt voorbereid. Het Duits voorzitterschap streeft naar het vaststellen van een EU Strategie voor Centraal-Azië tijdens de Europese Raad in juni a.s.. Na de ministeriële trojka-bijeenkomst met de vijf Centraal Aziatische staten op 28 maart jl., waarbij de wederzijdse perspectieven zijn verkend en ervaringen zijn uitgewisseld, zal de Raad nu een eerste oriënterend debat hebben over de strategie. De EU-strategie zal de EU een duidelijker profiel geven in de regio en zal een kader bieden voor het uitwerken van de wederzijdse belangen (zoals veiligheid, bestrijding drugshandel, open markten, energievoorzieningszekerheid). Nederland zet zich daarbij in voor een gebalanceerde benadering, waarbij ook voldoende aandacht is voor mensenrechten en democratisering.
Iran
De Raad zal de laatste stand van zaken ten aanzien van het Iraanse nucleaire dossier bespreken.
Op 24 maart 2007 aanvaardde de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties unaniem resolutie 1747 over het nucleaire programma van Iran. In de resolutie herhaalt de Veiligheidsraad zijn eerdere besluit dat Iran onverwijld zijn proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten op moet schorten en aan de vereisten van resoluties 1696 en 1737 en die van het IAEA moet voldoen.
De Resolutie 1747 stelt een aantal aanvullende maatregelen vast, waaronder uitbreiding van de lijst van personen waarvoor een reisbeperking geldt en een oproep aan staten tot ‘waakzaamheid en terughoudendheid’ bij de levering, verkoop en overdracht van bepaalde zware conventionele wapens. Eind mei zal DG IAEA rapporteren of Iran is overgegaan tot volledige en voortdurende opschorting van alle in resolutie 1747 vermelde activiteiten, evenals over Iraanse naleving van alle door het IAEA verlangde stappen en de andere bepalingen van de diverse resoluties.
Dat een en ander tot nu toe nog niet heeft geleid tot een veranderde opstelling aan Iraanse zijde baart de Nederlandse regering zorgen. De Iraanse president Ahmadinejad verklaarde op 9 april jl. tijdens de ceremoniële opening van delen van de nucleaire faciliteit in Natanz dat Iran in staat is om op industriële schaal uranium te verrijken. Het is nog niet aangetoond of dit inderdaad het geval is. Verrijking op industriële schaal staat haaks op de vereisten van de verschillende Veiligheidsraadresoluties. Het Duitse EU voorzitterschap heeft op 10 april jl. een verklaring afgegeven waarin bezorgdheid wordt geuit over de Iraanse verklaring en waarin Iran wordt opgeroepen om aan zijn verplichtingen te voldoen.
Tegen deze achtergrond zullen de ministers van Buitenlandse Zaken zich buigen over de vraag op welke wijze Iran tot een meer coöperatieve opstelling kan worden bewogen. De Nederlandse inzet en die van de EU blijven gericht op het langs diplomatieke weg bevorderen dat Iran de resoluties van de VN Veiligheidsraad onverkort uitvoert.
Voorts zal de Raad mogelijk de brede discussie over de betrekkingen tussen de EU en Iran voortzetten op basis van de besprekingen op 12 februari en 30 maart jl. Nederland staat een meersporenbeleid voor dat gericht is op strenge naleving van de eisen van de VN-Veiligheidsraad ten aanzien van het nucleaire programma van Iran in combinatie met het aanmoedigen van politieke en economische hervormingen, het stimuleren van een constructievere rol van Iran in de regio en het eerbiedigen van de mensenrechten. Nederland heeft steeds gepleit voor een grotere inspanning van de Europese Commissie op het gebied van mensenrechten, publieksdiplomatie en ondersteuning van persvrijheid en onafhankelijke media.
Westelijke Balkan
De Raad zal spreken over de voortgang van het onderhandelingsproces over de status van Kosovo. Op 3 april jl. is het statusvoorstel van VN-onderhandelaar Ahtisaari aan de Veiligheidsraad toegelicht, nadat de SGVN op 26 maart jl. het voorstel met zijn uitdrukkelijke steun had voorgelegd. Rusland bepleit vooralsnog verdere onderhandelingen en de VN-Veiligheidsraad zal op voorstel van Rusland een missie naar Belgrado en Pristina ondernemen. Over data, aard en doelstelling van deze missie is nog geen besluit genomen. Er bestaat overigens op dit moment onzekerheid of er voldoende steun in de VN-Veiligheidsraad zal zijn voor het voorstel voor een statusoplossing voor Kosovo. Nederland blijft, mede in dit kader, een eensgezinde EU-opstelling belangrijk vinden en zal dit wederom in de Razeb onderstrepen.
De Nederlandse positie ten aanzien van de ICTY-samenwerkingsvoorwaarden is ongewijzigd en Nederland houdt dan ook vast aan de Razeb-conclusies van februari 2007: verdere toenadering tussen Servië en de Unie is alleen mogelijk als de nieuwe Servische regering duidelijke bereidheid toont en concrete en effectieve maatregelen neemt om aan de samenwerkingsvoorwaarden met het ICTY (Joegoslavië-tribunaal) te voldoen.
MOVP (Midden Oosten Vredes Proces)
De Raad zal in het vervolg op de uitkomsten van het informele Gymnich-overleg op 30-31 maart jl. nader spreken over de relaties met de Palestijnse eenheidsregering. Verder zal de Raad bezien op elke wijze de EU kan bijdragen aan een positieve en concrete voortgang van de door de VS geïnitieerde besprekingen tussen premier Olmert en president Abbas. De nadruk zal daarbij liggen op het bevorderen van door beide partijen te nemen vertrouwenwekkende maatregelen en van het formuleren van een politieke horizon voor een tweestaten-oplossing.
De Raad zal voorts bespreken hoe de gematigde Arabische landen, mede op basis van het Arabische vredesinitiatief, bij het politieke proces kunnen worden betrokken en dit proces kunnen ondersteunen.
Moratorium op uitvoering van de doodstraf
Italië zal informatie verstrekken over de stand van zaken met betrekking tot het initiatief voor een moratorium op de doodstraf in VN-verband. Met bespreking in de RAZEB beoogt Italië de aandacht voor dit initiatief vast te houden.