Kamerbrief inzake bijeenkomst van de Europese Raad te Brussel d.d. 14 december 2007
Graag bieden wij u hierbij, mede namens de minister-president, het verslag aan van de Europese Raad te Brussel die op 14 december 2007 plaatsvond.
De minister van Buitenlandse Zaken
Drs. M.J.M. Verhagen
De staatssecretaris voor Europese Zaken
Drs. F.C.G.M. Timmermans
Verslag van de Europese Raad op 14 december 2007 te Brussel
Inleiding
De bijeenkomst van de Europese Raad die op 14 december 2007 in Brussel plaatsvond volgde op de ondertekening van het Wijzigingsverdrag op 13 december te Lissabon. Met de ondertekening van het Wijzigingsverdrag waarover tijdens de informele Europese Raad op 18 en 19 oktober jl overeenstemming was bereikt tussen de lidstaten,wordt een belangrijk hoofdstuk afgesloten. Dit Verdrag rust de Unie beter toe om aan de grote uitdagingen waarvoor Europa zich gesteld ziet in de snel globaliserende wereld het hoofd te kunnen bieden. Het nieuwe verdrag versterkt ook het democratische gehalte van de EU, verheldert de bevoegdheidsverdeling en voorziet, mede in het licht van de uitbreiding van het aantal lidstaten in de laatste jaren, in de noodzakelijke verbetering van de Europese besluitvorming. Met dit Verdrag, dat nu ter ratificatie aan de lidstaten wordt voorgelegd, kan de Unie de blik volledig op de belangrijkste inhoudelijke prioriteiten, zoals werkgelegenheid, concurrentievermogen, klimaat, energie, migratie en veiligheid richten.
De Europese Raad heeft een akkoord bereikt over mandaat en voorzitterschap van een zogeheten Reflectiegroep die zich zal buigen over de wijze waarop de Unie zich beter kan voorbereiden op de uitdagingen op de lange termijn ( horizon 2020-2030) . Voorts heeft de Europese Raad conclusies aangenomen over migratie, justitie- en politiesamenwerking en over de belangrijkste onderwerpen op economisch, sociaal- en milieugebied. Tevens heeft de Europese Raad een verklaring over de globalisering aangenomen waarin zowel aandacht wordt besteed aan de kansen die de globalisering biedt als aan de uitdagingen waarvoor de globalisering ons stelt.
Tenslotte heeft de Europese Raad conclusies aangenomen over een aantal buitenlandspolitieke thema’s, in het bijzonder over Kosovo en Servie. Ook bevestigde de Raad de conclusies van de RAZEB van 9 december jl. met betrekking tot de uitbreiding van de Unie.
Het kabinet is tevreden over de uitkomsten van deze Europese Raad. De conclusies van de Europese Raad, evenals de verklaring over de globalisering, treft U in de bijlage van deze brief aan.
Verloop van de Europese Raad
De Raad werd traditiegetrouw voorafgegaan door een interventie van de Voorzitter van het Europees Parlement, Hans-Gert Poettering ( zijn inleiding is bij deze brief gevoegd). Vervolgens gaf Premier Socrates het woord aan twee vertegenwoordigers van de sociale partners, Ernest-Antoine Seillière, Voorzitter van de werkgeverskoepel BusinessEurope en Maria Helena André, plaatsvervangend secretaris-generaal van het Europees Verbond van Vakverenigingen. In de interventies werd onder meer benadrukt dat Europa zijn sociale model niet hoeft op te geven voor meer banen. Met de juiste hervormingen kunnen beide hand in hand gaan.
Bij de aanvang van de Europese Raad kwalificeerde de inkomende Sloveense voorzitter van de Europese Raad de uitbreiding van het Schengengebied per 21 december a.s. als een historische stap, die de burgers in de negen nieuwe Schengen-landen het gevoel zou geven werkelijk onderdeel van de Unie te zijn.
De Deense premier steunde de door EP-voorzitter Poettering uitgesproken hoop dat nu alle lidstaten het Wijzigingsverdrag zullen ratificeren. Hij meldde tevens dat Denemarken diezelfde dag had besloten om de ratificatie via parlementaire weg plaats te laten vinden. Naar Deens oordeel is in het nieuwe verdrag geen sprake van souvereiniteitsoverdracht. Wellicht kan bekrachtiging in Denemarken reeds in april 2008 plaatsvinden.
Hieronder treft U de uitkomst van de in de daarop volgende werksessies besproken thema’s aan.
Implementatie van het Wijzigingsverdrag
Het inkomend Sloveens voorzitterschap gaf een toelichting op de wijze waarop het, samen met het opvolgende Franse voorzitterschap, de discussie over de implementatie van het Wijzigingsverdrag in de Raad wil voeren. In januari zal een gezamenlijk Sloveens/Frans discussiestuk worden gepresenteerd dat de onderwerpen zal identificeren en een procedureel voorstel voor behandeling zal bevatten. Het Comite van Permanente Vertegenwoordigers (Coreper) zal regelmatig de technische aspecten daarvan bespreken, waarna het Sloveense voorzitterschap op de Europese Raad van juni een voortgangsrapport zal uitbrengen. Een en ander is vastgelegd in conclusie 4.
Reflectiegroep horizon 2020-2030
Het Portugese voorzitterschap stelde voor dat de Europese Raad in ieder geval nu reeds overeenstemming zou bereiken over het mandaat en over een voorzitter en twee vice-voorzitters van de Reflectiegroep. De Europese Raad werd het eens over de benoeming van de Spaanse oud-premier Felipe González tot voorzitter en de Letse oud-president Vaira Viķe-Freiberga en de Finse ondernemer (oud topman van Nokia) Jorma Ollila tot vice-voorzitters. Na enige discussie over de datum waarop de andere leden worden voorgedragen werd besloten in de conclusies op te nemen dat dit drietal onder het Franse voorzitterschap voordrachten voor de zes overige leden zal doen aan de Europese Raad die dan tot benoeming zal overgaan. Bevestigd werd dat de groep zich niet zal buigen over institutionele vraagstukken en evenmin over het volgende financiele kader van de Unie.
Onder meer de Minister-President benadrukte dat in de voordrachten de re gionale balans moet worden gerespecteerd. Voorts benadrukte de Minister-President dat de groep een diverse samenstelling moet hebben.
Migratie
Commissievoorzitter Barroso deed een krachtige oproep aan de Europese Raad om op het gebied van migratie meer gezamenlijk op te treden, omdat er grenzen zijn aan wat mogelijk is met nationaal beleid. De Unie heeft behoefte aan meer beleidscoordinatie, rekening houdend met de verdeling van de bevoegdheden. De toenemende migratiestromen leiden tot zorgen bij de Europese bevolking. Tegelijkertijd kan migratie ook een nuttige bijdrage aan het het arbeidsaanbod leveren en kan deze de economische groei bevorderen. Het is, aldus Barroso, mede in dat licht nodig dat de partnerschappen met derde landen worden versterkt en dat migranten goed worden geïntegreerd in onze samenlevingen. In de op 5 december jl. verschenen mededeling zet de Europese Commissie een aantal lijnen uit voor verdere actie, die zich zowel richt op de aanpak van de illegale migratie en de tewerkstelling van illegale migranten als op het verder in kaart brengen van ‘skill gaps’ in de Unie die vragen om een gezamenlijke aanpak voor legale migratie.
De Minister-President benadrukte dat migratie alléén geen oplossing kan zijn voor demografische problemen. Hij verwelkomde tevens de paragraaf in de conclusies (18) waarin de Europese Raad de conclusies van de Razeb van 19 november bevestigt die oproepen tot een grotere coherentie tussen migratie en ontwikkelingsbeleid.
In interventies van andere leden werd o.m. opgeroepen tot de noodzaak van een gemeenschappelijk asielbeleid en versterking van het buitengrensagentschap Frontex.
Sociaal-economische thema’s en milieu
De inkomend Voorzitter, de Sloveense premier Jansa, stelde dat de Voorjaarsraad zich, naast de besluitvorming over de nieuwe cyclus van drie jaar van de Lissabon-strategie, zal buigen over de financiele markten. Dit voornemen werd verwelkomd door een aantal regeringsleiders, die in hun interventies de nadruk legden op het verbeteren van financiele stabiliteit.
De Europese Raad benadrukte het belang van de implementatie van zijn conclusies van maart 2007 die gericht zijn op het nemen van adequate maatregelen op het terrein van energie en klimaatverandering. Daarbij gaat het met name om het bereiken van een spoedige overeenkomst over het derde pakket gas en electriciteit, alsmede over de in januari 2008 te verwachten voorstellen van de Europese Commissie voor wetgeving op het gebied van hernieuwbare energie en klimaatverandering.
Externe betrekkingen
Kosovo / Servië
De regeringsleiders en ministers van Buitenlandse Zaken spraken over de situatie die ontstaan is nu de partijen geen akkoord hebben bereikt over de status van Kosovo. De onderhandelingstrojka heeft zijn rapport aangeboden aan de SGVN en de VNVR zal op 19 december spreken over de conclusies van dit rapport. De lidstaten waren niet optimistisch gestemd over de mogelijkheid dat de VNVR tot een nieuwe resolutie over Kosovo komt.
De lidstaten waren het erover eens dat de Europese Raad aan de partijen een aantal kernpunten duidelijk moest overbrengen.
Ten eerste, dat de EU teleurgesteld is in de uiteindelijke onwil van de partijen om via onderhandelingen tot een oplossing te komen. In het belang van het handhaven van de stabiliteit moeten de partijen zich terughoudend blijven opstellen en de dialoog vervolgen.
Ten tweede, dat de EU een toenemende verantwoordelijkheid wacht voor de kwestie Kosovo, vanwege het Europese belang stabiliteit in de regio te bevorderen en geweld te voorkomen, alsmede gezien het Europees perspectief voor de landen in de regio. Dit houdt in dat, in nauw overleg en samenwerking met andere internationale organisaties, zoals de VN, de NAVO en de OVSE, de EU de voorbereiding voor een eventuele EVDB-missie voortzet. Met name Nederland vroeg aandacht voor de samenwerking met andere organisaties en wees er op dat t.z.t. nog een besluit door de Raad zal moeten volgen over de modaliteiten en daarmee over de ontplooiing van de eventuele missie.
Sommigen betoogden dat verwacht mag worden dat Kosovo zich begin volgend jaar onafhankelijk zal verklaren, reden waarom zij meenden dat Servie met positieve EU-maatregelen (waaronder versneld toetredingsperspectief en ondertekening van de SAO) gestimuleerd moet worden om zich te onthouden van revanchistische acties. Nederland heeft gesteld hier geen voorstander van te zijn. Vanzelfsprekend geldt voor Servië, evenals voor de andere landen voortgekomen uit het voormalige Joegoslavië, het Europese perspectief, maar dit blijft binnen de kaders van de zogeheten Thessaloniki-verklaring en de gestelde voorwaarden voor uitbreiding van de Unie. Dit standpunt werd overgenomen in de ER-conclusies door middel van een bevestiging van de ER-conclusies van december 2006 waarin de kaders voor verdere uitbreiding zijn opgenomen. Wat betreft de samenwerkings- en associatieovereenkomst (SAO) heeft Nederland herhaald niet over te zullen gaan tot ondertekening zolang Servië niet volledig samenwerkt met het ICTY.
Tot slot werd door vele leden van de Europese Raad, waaronder Nederland, onderstreept dat de Unie zich beter zal moeten voorbereiden op de verwachte onafhankelijkheidsverklaring. Breed werd onderschreven dat de EU alsdan zoveel mogelijk gezamenlijk en gecoördineerd naar buiten treedt.
Iran
Hoge Vertegenwoordiger Solana informeerde de leden van de Europese Raad over zijn laatste contacten met de Iraanse onderhandelaar Jalili eind november jl. Dit gesprek had naar mening van de HV weinig nieuws opgeleverd. De Europese Raad stelde vast dat de rapportages van zowel DG IAEA El Baradei als HV Solana duidelijk maken dat Iran zijn internationale verplichtingen onder VNVR-resoluties 1737 & 1747 nog steeds niet nakomt. Sancties moeten daarom onverkort worden gehandhaafd en mogelijkerwijs zelfs worden aangescherpt om Iran te bewegen volledige openheid van zaken te geven.
De leden van de Europese Raad waren het er over eens dat sanctiemaatregelen bij voorkeur in VN-verband dienen te worden genomen. Indien echter het VN-spoor doodloopt, dan moet de EU zijn eigen verantwoordelijkheid nemen en autonome sancties bezien. De ER bevestigde dat de RAZEB van januari 2008 zal bezien welke verdere maatregelen door de EU zouden moeten worden genomen.
Nederland heeft tijdens de bespreking onderstreept dat de druk op Iran onverkort gehandhaafd moet blijven en bevestigd dat de VNVR het meest aangewezen orgaan is om een oplossing voor de Iraanse nucleaire kwestie te bewerkstelligen. Nederland heeft hieraan toegevoegd dat het, evenals de andere lidstaten, tegelijkertijd van mening is dat de EU voorbereid moet zijn op eventueel te nemen autonome EU-maatregelen indien het VN-spoor doodloopt.
Birma
Op voorstel van onder meer Ierland, het VK en Nederland werd in het licht van de verslechterde mensenrechtensituatie in Birma een conclusie opgenomen waarin wordt bevestigd dat de EU de in de herfst van dit jaar aangescherpte sancties zal aanpassen, afhankelijk van de ontwikkelingen.