Kamerbrief inzake besteding van ontwikkelingsgelden
In uw brief van 15 januari 2007 (kenmerk 07-BuZa-B-01), verzoekt uw Kamer mij in een brief mijn reactie te geven op de brief van betrokkene d.d. 5 december 2006 aan de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken over de besteding van ontwikkelingsgelden. Voorts verzoekt uw Kamer om openbaarmaking van mijn vertrouwelijke brief van 20 oktober 2006 (30800V, nr. 39), inclusief de onderliggende stukken, alsmede van de brief waar u mij om verzoekt.
De brief van betrokkene d.d. 5 december 2006 gaat uitvoerig in op het onderzoek dat KPMG naar aanleiding van de vertrouwelijke brief van betrokkene d.d. 23 juni 2006 en het verzoek van uw Kamer van 30 juni 2006 (06-BuZa-B-55) heeft uitgevoerd. Ik heb u hierover bericht in mijn vertrouwelijke brief met bijlage van 20 oktober 2006 (30800V, nr. 39). Om een adequate reactie te kunnen geven heb ik KPMG gevraagd om een toelichting op het verrichte onderzoek aan de hand van de brief van betrokkene d.d. 5 december 2006. Zodra deze toelichting is ontvangen – ik hoop binnen enkele weken – zal ik uitvoeriger kunnen ingaan op deze brief. Ik ga er van uit dat dit niet later dan 15 maart a.s. het geval zal zijn.
Wel kan ik u berichten dat de WOB-verzoeken die betrokkene in zijn brief heeft gedaan reeds zijn afgehandeld. Dit is betrokkene op 10 januari 2007 bericht.
Tegen openbaarmaking van de in uw brief genoemde stukken bestaat mijnerzijds geen bezwaar, en dat geldt eveneens voor het rapport van KPMG en voor deze brief.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven