Beantwoording vragen van het lid Van Velzen over mogelijke schendingen van het humanitair oorlogsrecht door de inzet van (Amerikaanse) clusterbommen door het Israëlisch leger in recente conflict met Hezbollah
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het
lid Van Velzen over mogelijke schendingen van het humanitair oorlogsrecht door de inzet van (Amerikaanse) clusterbommen door het Israëlisch leger in het recente conflict met Hezbollah. Deze vragen werden ingezonden op 2 februari jl. met kenmerk 2060706820.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
Vragen van het lid Van Velzen (SP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over mogelijke schendingen van humanitair oorlogsrecht door de inzet van clusterbommen door het Israëlisch leger.
Vraag 1
Kent u het bericht dat volgens het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken Israël afgelopen zomer in de oorlog met de Libanese Hezbollah waarschijnlijk Amerikaanse clusterbommen heeft gebruikt in burgergebieden? 1)
Vraag 2
Herinnert u zich uw antwoord d.d. 29 augustus 2006 op schriftelijke vragen hierover, waarin u stelt dat Nederland thans ‘onvoldoende informatie heeft over de specifieke omstandigheden voorafgaand aan en ten tijde van de inzet van de clusterbommen door Israël’? 2)
Antwoord
Ja.
Vraag 3
Is het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken van mening dat de afspraken die gemaakt zijn met Israël bij de verkoop van deze clusterwapens, mogelijk geschonden zijn, en dat op 29 januari jongstleden hierover een voorlopig rapport aan het Amerikaanse Congres is gestuurd? Bent u bereid contact op te nemen met uw Amerikaanse collega om te verifiëren of een schending van deze bilaterale afspraken ook een schending van het humanitair oorlogsrecht inhouden? Zo neen, waarom niet? Bent u bereid dit rapport op te vragen en aan de Kamer te zenden?
Antwoord
De Amerikaanse Arms Export Control Act bepaalt o.m. dat mogelijke schendingen van een overeenkomst inzake het eindgebruik en de gebruiksvoorwaarden van door de VS aan een derde land te leveren militaire goederen door de Amerikaanse regering aan het Congres moeten worden gerapporteerd.
Voor de aan Israel geleverde Amerikaanse clustermunitie is een dergelijke overeenkomst van kracht. Deze overeenkomst is niet openbaar.
Israel, in samenwerking met de VS, onderzoekt thans de omstandigheden waaronder de clustermunitie in Libanon werd ingezet. Een voorlopige bevinding van dat onderzoek luidt, dat bepaalde schendingen van de gebruiksovereenkomst zouden kunnen hebben plaatsgevonden. De Amerikaanse regering heeft op basis van de Arms Export Control Act op 29 januari jl. deze voorlopige bevinding vertrouwelijk gemeld aan het Congres.
Gezien het niet-openbare karakter van de betreffende gebruiksovereenkomst is het niet mogelijk te beoordelen hoe de daarin omschreven gebruiksregels zich verhouden tot het internationaal humanitair recht. Om dezelfde reden is het evenmin mogelijk te beoordelen of schending van de overeenkomst tevens een schending van het internationaal humanitair recht zou inhouden. Het ligt voorts niet in de rede niet-openbare Amerikaanse rapporten op te vragen die betrekking hebben op gebeurtenissen en/of overeenkomsten waarbij ons land niet is betrokken.
Vraag 4
Herinnert u zich de antwoorden van de staatssecretaris van Defensie op schriftelijke vragen 3) over de verkoop van Nederlandse clusterbommen waarin hij stelt ‘Voorts wordt de inzet van clusterwapens door het humanitair oorlogsrecht niet verboden, al dient de inzet van deze wapens uiteraard te voldoen aan de beginselen van het humanitair oorlogsrecht. Dit betreft onder meer het verbod de burgerbevolking en civiele objecten onnodig in gevaar te brengen, het verbod onnodig leed te veroorzaken en het proportionaliteitsbeginsel bij de toepassing van geweld’? Deelt u de mening dat het inzetten van clusterbommen in burgergebieden een schending van het humanitair oorlogsrecht is? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
De bedoelde antwoorden zijn mij bekend.
“Burgergebieden” worden niet als zodanig gedefinieerd in de Geneefse Conventies. Het antwoord op de vraag of de inzet van clusterwapens in een gebied waarin zich burgers bevinden een schending betekent van het internationaal humanitair recht dient van geval tot geval te worden beoordeeld. Dit hangt onder andere af van de omstandigheden waaronder deze wapens worden ingezet.
Vraag 5
Bent u bereid de Israëlische ambassadeur in Nederland te ontbieden om uitleg te geven over de mogelijke schendingen van het humanitair oorlogsrecht door de Israëlische strijdkrachten? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
De exacte omstandigheden rond de inzet van de clustermunitie in Libanon zijn nog immer object van onderzoek. Het ontbieden van de Israelische Ambassadeur is daarom niet aan de orde.
Vraag 6
Kunt u uitsluiten dat de Amerikaanse clusterwapens via een Nederlandse luchthaven zijn doorgevoerd naar Israël? Zo neen, hoeveel clustermunitie is via de Nederlandse luchthavens doorgevoerd en wanneer?
Antwoord
De regering beschikt niet over aanwijzingen dat in de afgelopen jaren Amerikaanse clusterwapens via Nederlands grondgebied zijn doorgevoerd naar Israël. Zoals in antwoord op eerdere Kamervragen is gesteld, geldt bij de doorvoer van militaire goederen een vergunningplicht dan wel een meldplicht. Gegevens over de afgegeven doorvoervergunningen worden opgenomen in de jaarrapporten over het Nederlandse wapenexportbeleid en gegevens over meldingen worden gepubliceerd in maandoverzichten op de website www.exportcontrole.ez.nl. Daarenboven zijn bij de beantwoording van Kamervragen regelmatig specifieke overzichten verschaft van de doorvoer van militaire goederen naar Israël, laatstelijk in antwoord op vragen die het lid Karimi in de zomer van 2006 stelde 4). Bestudering van de vergunningen en meldingen die in de rest van dat jaar geregistreerd werden, bracht evenmin doorvoer van Amerikaanse clusterwapens naar Israël aan het licht.
Vraag 7
Organiseert de Noorse minister van Buitenlandse Zaken op 22 en 23 februari aanstaande een conferentie over clustermunitie en de noodzaak een internationaal moratorium in te stellen? Zo ja, zal een delegatie namens de Nederlandse regering hieraan deelnemen? Zo ja, welke inhoudelijke instructie krijgen de Nederlandse afgevaardigden mee?
Antwoord
De Noorse Regering organiseert inderdaad op 22 en 23 februari as. in Oslo een conferentie op hoog ambtelijk niveau met als doel “om in partnerschap met andere geïnteresseerde landen en relevante organisaties te werken richting een internationaal verbod op bepaalde typen clustermunities die een onacceptable humanitaire impact hebben”. De Nederlandse Regering heeft een uitnodiging voor de conferentie ontvangen en zal vertegenwoordigd zijn. De Nederlandse delegatie zal in Oslo steun uitspreken voor een verbod op clustermunitie die onaanvaardbaar humanitair leed veroorzaakt.
1) ANP/Novum 30 januari 2007 ‘VS: Israël schond waarschijnlijk wapenafspraken’
2) Aanhangsel Handelingen nr. 2025, vergaderjaar 2005-2006
3) Aanhangsel Handelingen nr. 109, vergaderjaar 2005-2006
4) Tweede kamer, vergaderjaar 2005-2006, Aanhangsel van de Handelingen, nr. 1890.