Beantwoording vragen van het lid Van Baalen over de behandeling van een GPD-journalist in Rusland

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Baalen over de beahndeling van een GPD-journalist in Rusland. Deze vragen werden ingezonden op 2 april 2007 met kenmerk 2060711030.

De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Van Baalen over de behandeling van een GPD-journalist in Rusland

Vraag 1
Bent U op de hoogte van het feit, dat een duidelijk als journalist herkenbare GPD-correspondent bij een betoging in Nizjni Novgorod door de Russische ordetroepen (OMON) niet alleen het werken onmogelijk is gemaakt, maar ook ernstig is mishandeld ? 1)

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Bent U op de hoogte van het feit, dat de Nederlandse ambassadeur in Rusland laconiek heeft gereageerd op de schending van de integriteit van de betrokken journalist? 2)

Antwoord
De Nederlandse ambassadeur in Moskou heeft de betrokken journalisten direct na hun terugkeer uit Nizjni Novgorod uitgenodigd voor een gesprek en met zorg kennisgenomen van de feitelijke toedracht. Hij heeft daarbij aangegeven dat Nederland de gebeutenis zeer serieus neemt en de Russische overheid daarop zal aanspreken.

Vraag 3
Bent U van mening dat Rusland op onaanvaardbare wijze de rechten van de betrokken GPD-journalist heeft geschonden en kunt U aangeven op welke wijze de Nederlandse ambassadeur de kwestie bij de verantwoordelijke Russische autoriteiten aanhangig heeft gemaakt?

Antwoord
Het recht op vrijheid van vereniging en demonstratie is een grondrecht dat onder meer is vastgelegd in het Europees verdrag voor de Rechten van de Mens en het internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Rusland is partij bij deze verdragen. Het is voor geaccrediteerde journalisten legitiem de uitoefening van het recht op vrijheid van vereniging en demonstratie te observeren en daarover te schrijven. De ambassade in Moskou heeft op mijn verzoek direct opheldering gevraagd bij de Russiche overheid over het optreden tegen de journalisten, waarbij tevens in brede zin het recht op vrijheid van vereniging is benadrukt.

Vraag 4
Bent U bereid Uw Russische ambtsgenoot op dit zeer te betreuren incident aan te spreken omdat het Russische optreden een onaanvaardbare inbreuk op de journalistieke integriteit van een Nederlands onderdaan en een ernstige schending van het internationale recht betreft?

Antwoord
Het bezoek van de Russische vice-minister van Buitenlandse Zaken Groesjko aan Nederland op 5 april j.l. bood een goede gelegenheid om de zorgen van de regering nogmaals over te brengen.

  1. GPD, 28 maart 2007
  2. www.rusland.blogspot.com