Beantwoording vragen van het lid Peters over de invasie van Israël in Gaza

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Peters over de invasie van Israël in Gaza. Deze vragen werden ingezonden op 13 december 2007 met kenmerk 2070806600.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Peters (Groen Links) over de invasie van Israël in Gaza.

Vraag 1

Wat is uw reactie op de invasie door Israël met tanks, pantserwagens en bulldozers in het zuiden van Gaza, waarbij zeker vier Palestijnen om het leven kwamen en een benzinestation met de grond gelijk werd gemaakt, en de luchtaanvallen op het noorden van Gaza, waarbij zeker twee Palestijnen zijn getroffen? 1

Antwoord

De operatie waaraan het persbericht refereert past binnen het beleid van Israël om krachtig op te treden tegen strijders van organisaties als Hamas, Islamitische Jihad en de Al-Aqsa Martelarenbrigades. Het betreft hier aanvallen van korte duur met een beperkte troepenmacht. Voor zover bekend waren onder de getroffen Palestijnen geen burgerslachtoffers te betreuren.

Vraag 2
Hoe kwalificeert u deze actie in het licht van de eerste ronde van vredesoverleg tussen de Israëlische premier Olmert en de Palestijnse president Abbas, die morgen begint? Deelt u de mening dat deze invasie het vredesoverleg kan frustreren?

Antwoord

Het vredesoverleg is niet gediend met enige geweldsescalatie, van Israëlisc he noch Palestijnse kant. Opgemerkt zij dat op de dag van de eerste ronde van het overleg Palestijnse strijders een barrage Qassam-raketten afvuurden op de Israëlische stad Sderot, waarbij vijf mensen gewond raakten. Israël staat in zijn recht hierop te reageren.

Vraag 3
Acht u de aanvallen van Israël op Gaza, waarbij de afgelopen weken tientallen Palestijnse doden zijn gevallen, een proportionele reactie op de Palestijnse beschietingen op Israëlische grensplaatsen, waarbij de menselijke en materiële schade meestal beperkt is?

Antwoord

De acties van de afgelopen weken vloeiden voort uit het Israëlische recht op zelfverdediging. Zij waren gericht tegen personen en eenheden die actief militair geweld gebruiken jegens Israël, vooral in de vorm van het afschieten van raketten en mortiergranaten tegen civiele doelen. Ik beschouw de wijze waarop Israël hiertegen heeft opgetreden niet als buitenproportioneel.

Vraag 4
Bent u bereid tegen deze aanvallen protest aan te tekenen bij de Israëlische regering, langs bilaterale weg of via de Europese Unie?

Antwoord

De regering volgt de ontwikkelingen in Israël en de Palestijnse Gebieden voortdurend. In het onderhavige geval ziet de regering geen enkele aanleiding bij de Israëlische regering rechtstreeks dan wel via de EU protest aan te tekenen.

1: ANP en Novum, 11 december 2007