Beantwoording vragen van het lid Pechtold over het lespakket 'Vrede en veiligheid' (met speciale focus op Afghanistan)
Graag bieden wij u hierbij, mede namens de minister van Defensie en
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Pechtold over het lespakket 'Vrede en veiligheid' (met speciale focus op Afghanistan). Deze vragen werden ingezonden op 21 augustus 2007 met kenmerk 2060723460.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. A.G. Koenders
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken en de heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, mede namens de heer Van Middelkoop, minister van Defensie en de heer Plasterk, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, op vragen van het lid Pechtold (D66) over het lespakket over de missie in Afghanistan.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht over het lespakket over Afghanistan1?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat het ongebruikelijk is dat ministeries hun eigen lespakketten gaan samenstellen om beleid aan de man te brengen?
Antwoord
In ons onderwijsbestel legt de overheid de kerndoelen en examenprogramma’s van het voortgezet onderwijs vast. Deze kerndoelen en examenprogramma’s omvatten per vak (of leergebied) alles wat een leerling moet kennen en kunnen om een diploma voortgezet onderwijs te halen. De Onderwijsinspectie ziet toe op de naleving hiervan. De scholen zijn echter vrij om te bepalen met welke lesmaterialen en leermiddelen ze werken. Het kabinet betracht dan ook terughoudendheid in het aanbieden van lespakketten aan scholen.
In bepaalde gevallen gaat de overheid over tot het aanbieden van lespakketten. Dit gebeurt bijvoorbeeld als scholen hier specifiek om vragen (zoals in het geval van de voorstelling ‘breekbaar nieuws’) of op verzoek van de Kamer, zoals dat het geval was bij het lespakket over de invoering van de Euro.
Het uitgangspunt is en blijft hierbij dat scholen niet verplicht zijn om gebruik te maken van het aangeboden lesmateriaal. Scholen blijven autonoom in hun keuze voor leermiddelen. Om die reden heeft het kabinet het lespakket ‘ Vrede en veiligheid’ op internet geplaatst en niet ongevraagd aan alle scholen voor voortgezet onderwijs toegezonden.
De overheid stelt hoge eisen aan zichzelf met betrekking tot de inhoud van deze lespakketten. Een politiek breed gedeeld en over langere tijd consistent gebleken beleid, zoals bijvoorbeeld emancipatie, gezond eten en ontwikkelingssamenwerking, leent zich eerder voor een lespakket dan een omstreden onderwerp dat in het brandpunt staat van de politieke actualiteit en waarvan de uitkomst ongewis is. Bij de laatstgenoemde categorie dienen context, tegenspraak en nuances uitgebreid aan de orde te komen.
Het is de stellige overtuiging van het kabinet dat het onderhavige lespakket, dat ontwikkeld is naar aanleiding van vragen van verschillende scholen voor voortgezet onderwijs om nadere informatie, aan deze normen voldoet.
Vraag 3
Kunt u uw beslissing dit lespakket te laten ontwikkelen inzichtelijk maken? Impliceert een lespakket met dit onderwerp dat u op dit punt wat uit te leggen heeft?
Antwoord
Het thema ‘vrede, veiligheid en ontwikkeling’ neemt een belangrijke plaats in in het Nederlands buitenlands beleid. In het kader hiervan is met financiële ondersteuning door het Nederlands Centrum voor Duurzame Ontwikkeling (NCDO) het multimediale project voor scholieren ‘Breekbaar Nieuws’ opgestart. De voorstelling ‘Breekbaar Nieuws’ over Afghanistan trekt sinds mei dit jaar langs middelbare scholen en andere instellingen. Doel van de voorstelling is Nederlandse jongeren inzicht te geven in de context van de situatie in Afghanistan.
Diverse scholen gaven aan de voorstelling gepaard te willen laten gaan met een themaweek over ‘Afghanistan’. De regering heeft vervolgens besloten een lespakket te (laten) ontwikkelen. Dit lespakket richt zich op het thema ‘vrede, veiligheid en ontwikkeling’, met een focus op Afghanistan gezien de huidige Nederlandse betrokkenheid bij dit land.
De regering is verplicht de Nederlandse bevolking te allen tijde over het gevoerde beleid te informeren. Zo ook in dit geval. Zij richt zich op het communiceren van de beleidsinhoudelijke boodschap. Naar haar mening gebeurt dit op een informatieve, relevante en objectieve wijze.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het lespakket met name inzake Uruzgan een te eenzijdig beeld geeft van de situatie ter plekke2? Neemt u de berichtgeving over aanhoudend geweld en aanslagen niet serieus3? Deelt u de mening dat deze houding funest kan zijn voor de moraal van de Nederlandse troepen ter plaatse?
Antwoord
Het lesmateriaal geeft inzicht in velerlei aspecten van het brede thema ‘ vrede, veiligheid en ontwikkeling’. Het geeft inzicht in het zogenaamde geï ntegreerde beleid van ontwikkelingssamenwerking, defensie en diplomatie; beleid dat de grondslag vormt voor de Nederlandse deelname aan ondermeer de NAVO missie ISAF alsmede voor de betrekkingen van Nederland met Afghanistan.
Dit komt ook duidelijk aan de orde in het lespakket: “wederopbouw waar mogelijk, vechten wanneer nodig”.
Daarbij moet in ogenschouw genomen worden dat het lespakket gezien moet worden in samenhang met het project “Breekbaar Nieuws”. Dit project geeft scholieren op indringende wijze inzicht in onderwerpen als geweld en aanslagen als onderdeel van het conflict in Afghanistan.
De regering werpt de suggestie dat zij de berichtgeving over geweld en aanslagen niet serieus neemt, verre van zich. Dat geldt ook voor de suggestie dat de regering niet voldoende aandacht heeft voor het moreel van de Nederlandse troepen ter plaatse.
Vraag 5
Hoe moet de passage in het lespakket over het kritisch beoordelen van nieuwsvoorzieningen gelezen worden? Deelt u de mening dat dit op zijn minst de schijn met zich mee brengt dat u ontevreden bent over de wijze waarop de media verslag doen van de situatie in Afghanistan in het algemeen en van Uruzgan in het bijzonder?
Antwoord
Bedoelde passage had tot doel om de leerlingen zich ervan bewust te maken dat het bij een dergelijk gevoelig onderwerp, waar vele verschillende meningen een rol spelen, verstandig is om bij elke vorm en bron van informatie over het onderwerp, of deze nu van de overheid afkomstig is, van parlement, publiek, media of buitenlandse (internet) bronnen, zich af te vragen hoe de boodschap zich verhoudt tot de boodschapper. Zoals in het coalitie-akkoord staat, is het van belang dat kinderen, ouders, docenten en anderen kritisch leren omgaan met media-uitingen. Daarom is het kabinet bezig een netwerkorganisatie mediawijsheid te doen oprichten, in overleg met organisaties die zich daar nu al mee bezig houden. Docenten en leerlingen worden middels de bijbehorende docentenhandleiding dan ook gestimuleerd actief op zoek te gaan naar overige informatie over het land, de missie en de actualiteit om zodoende hun eigen mening te vormen.
Het is geenszins de bedoeling de indruk te geven dat de overheid ontevreden zou zijn over de wijze waarop de media verslag doen van de situatie in Afghanistan in het algemeen en van Uruzgan in het bijzonder. Van dergelijke oordelen over de inhoud van de media wil de regering zich verre houden.
Vraag 6
Deelt u het inzicht dat de politiek zich verre moet houden van het zich mengen in de wijze waarop de media over bepaalde zaken berichten, maar de plicht heeft in het door de overheid uitgegeven educatie- en informatiemateriaal zo objectief mogelijk de stand van zaken weer te geven? Bent u bereid het lespakket zodanig aan te passen dat leerlingen duidelijk wordt dat er vanaf het begin van de missie in Uruzgan (politieke en journalistieke) onenigheid is geweest over de term ‘wederopbouwmissie’, dat er inderdaad nog weinig sprake is van wederopbouw en dat er dagelijks burgers en soldaten omkomen door geweld?
Antwoord
Ja. Vrijheid van meningsuiting en onafhankelijkheid van de Nederlandse pers is een groot goed. Los daarvan heeft de overheid de plicht haar burgers te informeren over haar beleid. Daar deze communicatie toegankelijk, begrijpelijk en passend dient te zijn, heeft zij in casu besloten het lespakket te laten ontwikkelen door een bureau dat gespecialiseerd is in het ontwikkelen van educatief materiaal op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en buitenlands beleid.
Aanpassing van het lespakket wordt niet noodzakelijk geacht.
1: www.volkskrant.nl, 17 augustus 2007
2: http://www.minbuza.nl/nl/themas, humanitaire-hulp/Afghanistan/Lespakket-Vrede-en-Veiligheid.html
3: Ter illustratie een selectie van de krantenartikelen van de afgelopen week: Afghanistan, zijn we erin geluisd?, Dag 14 augustus 2007, Taliban richten zich in Uruzgan op bondgenoten Nederlanders, Volkskrant 13 augustus 2007, Charge of the Lightbrigade , NRC Handelsblad 15 augustus 2007, Nederlanders gebruiken wapens in Uruzgan, Trouw 16 augustus 2007.