Beantwoording vragen van het lid Ormel over illegale wapenleveranties van Iran en Syrië aan Hezbollah
Graag bied ik u hierbij, mede namens de namens de minister van Defensie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Ormel aan de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie over illegale wapenleveranties van Iran en Syrie aan Hezbollah. Deze vragen werden ingezonden op 10 januari 2007 met kenmerk 2060705190.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer Kamp, minister van Defensie, op vragen van het lid Ormel (CDA) over illegale wapenleveranties van Iran en Syrië aan Hezbollah.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving over grootschalige wapenleveranties van Iran en Syrië aan Hezbollah? 1) Deelt u de analyse dat Hezbollah in Libanon op dit moment zwaarder bewapend is dan ooit?
Antwoord
In Zuid-Libanon treffen UNIFIL-eenheden regelmatig wapenopslagplaatsen aan en zij nemen de aanwezige wapens in beslag. Waarschijnlijk vormen deze wapens slechts een klein deel van het totale arsenaal van Hezbollah. De controles die op zee en op het land worden uitgevoerd hebben tot nu toe geen grootschalige wapensmokkel aan het licht gebracht. Mede op basis van internationale contacten, is ons geen bewijs bekend van (al dan niet officiële) wapenleveranties over de Syrisch-Libanese grens. Gezien de poreuze aard van voornoemde grens en de ontoereikende capaciteiten van de Libanese grensbewaking lijkt de smokkel van wapens desondanks waarschijnlijk. Er is vooralsnog geen bevestigde informatie over een (grootschalige) herbewapening van Hezbollah.
Vraag 2
Op welke wijze reageert de VN-vredesmacht in Libanon (UNIFIL) op de verklaring van de speciale gezant van de Verenigde Naties, Terje Roed-Larsen, dat Libanese regeringsvertegenwoordigers melding maken van grootschalige wapensmokkel?
Antwoord
De verklaringen van Libanese regeringsfunctionarissen inzake wapensmokkel moeten worden beschouwd in het licht van het lopende binnenlandspolitieke conflict tussen de regering van premier Fuad Siniora en de pro- Syrische oppositie onder leiding van Hezbollah.
Vraag 3
Wat is de zin van een zeeblokkade als er kennelijk sprake is van grootschalige wapensmokkel via de Syrisch-Libanese grens?
Antwoord
Zoals reeds wordt vermeld in het antwoord op vraag 1, hebben de controles die op zee en op het land worden uitgevoerd tot dusverre geen grootschalige wapensmokkel aan het licht gebracht en is ons geen bewijs bekend van wapenleveranties over de Syrisch-Libanese grens. In internationaal verband wordt druk uitgeoefend op Syrië om medewerking te verlenen aan de uitvoering van VR-Resolutie 1701, die dergelijke wapenleveranties verbiedt. Om zeker te stellen dat Hezbollah niet over zee wordt bevoorraad is de VN-zeeblokkade ingesteld.
Vraag 4
Heeft Hezbollah de beschikking over radargestuurde anti-schipkruisvluchtwapens van Iraanse makelij? Zo ja, welke risico’s lopen de schepen die in het kader van UNIFIL aanwezig zijn in Libanese wateren?
Antwoord
Hezbollah heeft tijdens het gewapende conflict in 2006 een Israëlisch korvet met een “anti ship missile” aangevallen. Het is niet bekend of Hezbollah nog over deze raketten beschikt. Het is onwaarschijnlijk dat Hezbollah de technische capaciteiten heeft om maritieme eenheden
op zee te traceren, te identificeren en aan te vallen. Het is evenmin waarschijnlijk dat voor deze capaciteit ondersteuning door derden wordt verleend. Door deze omstandigheden is de capaciteit om over een grotere afstand aan te vallen waarschijnlijk beperkt.
Vraag 5
Voor welke door de internationale gemeenschap te nemen maatregelen be nt u bereid zich in te zetten, indien Syrië en Iran ongestoord en in strijd met Veiligheidsraadresolutie 1701, doorgaan met het bewapenen van Hezbollah?
Antwoord
Nederland zal in bilaterale en multilaterale contacten aandacht blijven vragen voor het volledig implementeren van resolutie 1701. Stabiliteit is op de lange termijn alleen mogelijk indien een politieke oplossing wordt gevonden voor de tegenstelling tussen de regering Siniora en de oppositie, onder leiding van Hezbollah, en alle bepalingen van resolutie 1701 worden nageleefd. Het effectieve toezicht op de grenzen van Libanon is, zoals ook in de resolutie beschreven, in eerste instantie een zaak van de Libanese autoriteiten waarbij Nederland en andere landen in VN-verband assisteren. In EU-verband wordt op dit moment, na een eerste beoordeling en overleg met de Libanese autoriteiten, gewerkt aan het versterken van de Libanese capaciteit om land- en zeegrenzen effectiever te kunnen controleren.
Ook zal Nederland een beroep blijven doen op Syrië om zich in te zetten voor de volledige implementatie van 1701 en het voorkomen van wapensmokkel naar Libanon. Zo heeft de minister van Buitenlandse Zaken tijdens zijn bezoek aan Damascus in december 2006 dit punt besproken met zijn Syrische collega.
1) ‘Iran replenishes Hizbullah’s arms inventory’, Jane’s Defence Weekly, 3 januari 2007