Beantwoording vragen Van der Staaij en Voordewind over de moord op drie christenen in Turkije

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van der Staaij en Voordewind over de moord op drie christenen in Turkije. Deze vragen werden ingezonden op 24 april 2007 met kenmerk 2060713100.

De minister van Buitenlandse Zaken, De staatssecretaris voor Europese Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen Drs. F.C.G.M. Timmermans

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, en de heer Timmermans, staatssecretaris voor Europese Zaken, op vragen van de leden Van der Staaij (SGP) en Voordewind (ChristenUnie) over de moord op drie christenen in Turkije.

Vraag 1

Wat is er bekend over de achtergrond van de moord op drie christenen in het Turkse Malatya? 1) Deelt u de waarneming dat er sprake is van een negatieve trend als het gaat om de veiligheid van de christelijke minderheid in Turkije? Hoe verklaart u deze? 2)

Vraag 2

In hoeverre spant de Turkse overheid zich in om de christelijke minderheid daadwerkelijk toereikende bescherming te bieden?

Vraag 3

Bent u bereid om, bilateraal of in EU-verband, uw zorgen over de ontwikkelingen uit te spreken en Turkije te vragen al het mogelijke te doen om de veiligheid van deze minderheid te waarborgen?

Antwoord

Over de precieze achtergrond van de moord op de drie christenen in Malatya is nog weinig bekend. Wel zijn inmiddels tien verdachten aangehouden, en het politie-onderzoek is in volle gang. De positie van minderheden in Turkije, inclusief de positie van christenen, is een belangrijk aandachtspunt in het kader van de monitoring van de politieke Kopenhagen criteria. Hoewel dit onderwerp zonder twijfel structurele aandacht behoeft, kan niet worden vastgesteld dat het hier een negatieve trend betreft die recent is ingezet. Al enige tijd is het zo dat kleine radicale islamitische groeperingen de confrontatie zoeken met andere religieuze minderheden in Turkije. Dit soort radicale groeperingen zien in missionaire activiteiten van christenen een bedreiging voor de islam.

De recente moord op drie christenen in Turkije is door de Turkse media, de Turkse regering en de voorzitter van het Turkse parlement nadrukkelijk veroordeeld. Dit is van belang, omdat het aangeeft dat de afschuw over deze daad zeer breed wordt gedeeld. Afgezien van de extra veiligheidsmaatregelen die ter bescherming van christelijke gemeenschappen zijn genomen zal de Turkse regering zich nog meer zal moeten inspannen om de vrijheid van religie en de vrijheid van meningsuiting in Turkije daadwerkelijk veilig te stellen (zie ook de beantwoording van de schriftelijke vragen van de leden Omtzigt, Ormel en Van der Staaij over vermeende aanslagen op prominente leden van de Syrisch-Orthodoxe gemeenschap in Tur Abdin, met kenmerk DWM-316/07 d.d. 1 mei 2007). Nederland zal zich ervoor sterk blijven maken dat dit onderwerp, zowel in bilaterale contacten met Turkije, als in EU-verband, voortdurend onder de aandacht van de Turkse regering zal worden gebracht.