Beantwoording vragen Peters over de conclusie van de commandant van ISAF dat de inzet van artillerie bij Chora in strijd is met het oorlogsrecht
In bijlage bieden wij u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen van het lid Peters over de conclusie van de commandant van ISAF dat de inzet van artillerie bij Chora in strijd is met het oorlogsrecht (Ingezonden 12 oktober 2007, Kenmerk 2070802270).
De minister van Buitenlandse Zaken,
drs. M.J.M. Verhagen
De minister van Defensie,
E. van Middelkoop
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
drs. A.G. Koenders
Vragen van het lid Peters (GroenLinks) aan de ministers van Buitenlandse Zaken, Defensie en voor Ontwikkelingssamenwerking over de conclusie van de commandant van ISAF dat de inzet van artillerie bij Chora in strijd is met het oorlogsrecht. (Ingezonden 12 oktober 2007)
Vraag 1
Stelt het rapport van de commandant van ISAF (COMISAF) dat de inzet van de pantserhouwitser zonder directe waarneming op het doel niet in overeenstemming is met het oorlogsrecht, omdat daardoor mogelijk onvoldoende onderscheid wordt gemaakt tussen militaire doelen en civiele objecten? 1)
Vraag 3
Waarom onderschrijven de Supreme Allied Commander Europe (SACEUR) en de secretaris-generaal van de Navo deze conclusie niet? Op welke punten wijkt hun opvatting af van die van COMISAF?
Zoals in de brief aan de Kamer van 24 september 2007 (uw kenmerk 27925, nr 272) is gemeld, stelt het rapport van de commandant van ISAF dat de inzet van de artillerie gedurende ongeveer twee uur in de nacht van 16 op 17 juni, zonder directe waarneming op het doel, niet in overeenstemming met het oorlogsrecht zou zijn geweest, omdat daarbij onvoldoende onderscheid zou zijn gemaakt tussen militaire doelen en civiele objecten.
Op grond van de analyse van de juridisch adviseur van de Navo onderschrijven
SACEUR en de secretaris-generaal van de Navo de conclusie van COMISAF niet.
Volgens SACEUR en de secretaris-generaal van de Navo ondersteunt de feitelijke informatie in het rapport van COMISAF niet de conclusie dat het handelen van de Commandant van de TFU zou indruisen tegen het oorlogsrecht. Het rapport bevat volgens hen derhalve geen aanwijzingen dat de Commandant van de TFU onjuist heeft gehandeld.
Vraag 2
Wilt u dit rapport aan de Kamer toezenden? Zo neen, waarom niet?
Het rapport van de door COMISAF aangesteld onderzoekscommissie bevat operationeel gevoelige informatie, is derhalve geclassificeerd, en kan niet openbaar gemaakt worden.
Vraag 4
Wie heeft het laatste woord in de rapportage over gevechtshandelingen van ISAF? Kunnen SACEUR en de secretaris-generaal van de Navo een conclusie van COMISAF zomaar terzijde leggen? Onder wiens jurisdictie vallen de gevechtshandelingen van ISAF?
COMISAF is verantwoordelijk voor de feitelijke rapportages over gevechtshandelingen van ISAF. SACEUR is, als hoogste operationele commandant van de NAVO, eindverantwoordelijke voor ISAF. SACEUR en de secretaris-generaal van de Navo kunnen zich een eigen mening vormen naar aanleiding van deze rapportages en derhalve ook een eigen (juridische) beoordeling doen opstellen.
ISAF opereert onder mandaat van de VN. COMISAF is als operationeel commandant verantwoordelijk voor het toezien op de naleving van de Rules of Engagement die in het inzetgebied gelden. Ook kan, indien er sprake is van een (onmiddellijk dreigende) aanval, door eenheden een beroep gedaan worden op het inherente recht op zelfverdediging.
Nederlandse militairen vallen onder het Nederlandse straf- en tuchtrecht.
Vraag 5
Deelt u de conclusie van COMISAF? Zo ja, welke consequenties verbindt u daaraan? Zo neen, waarom niet?
De regering heeft aan de Navo medegedeeld zich niet te herkennen in de conclusies van het rapport van COMISAF. Zoals hierboven gesteld onderschrijven ook SACEUR en de secretaris-generaal van de Navo deze conclusies van COMISAF niet.
Zoals eerder gemeld in de brief aan uw Kamer van 24 september 2007 (uw kenmerk 27925 nr. 272) hebben wij grote waardering voor de bijzondere prestatie van de Nederlandse eenheden bij de gevechten rondom Chora.
Vraag 6
Waarom is de pantserhouwitser ingezet zonder dat voldoende onderscheid gemaakt kon worden tussen een militair doel en een civiel object, terwijl de secretaris-generaal van de Navo in juli 2007 beloofd heeft dat de Navo minder burgerslachtoffers zou maken?
Zoals eerder vermeld, is er bij de inzet van de pantserhouwitser onderscheid gemaakt tussen militaire doelen en civiele objecten. De inzet van de pantserhouwitser had tot doel te verhinderen dat de Taliban naar het districtscentrum zou oprukken. De pantserhouwitser heeft in de nacht van 16 op 17 juni gedurende ongeveer twee uur vooraf vastgestelde stellingen en vermoedelijke aanvoerlijnen van de Taliban onder vuur genomen.
Om de kans op burgerslachtoffers te verkleinen is de bevolking herhaalde malen door de TFU en lokale autoriteiten gewaarschuwd voor het dreigende geweld en is de bevolking gemaand het gebied te verlaten.
Vraag 7
Wat behelzen de aanvullende maatregelen die de secretaris-generaal van de Navo op 30 juli 2007 heeft aangekondigd? Hoever is de Navo met de uitvoering van elk van deze maatregelen?
Door de secretaris-generaal van de Navo is een aantal aanvullende maatregelen aangekondigd. Zo zullen onze ISAF-partners lichtere vliegtuigbommen gaan gebruiken, waardoor de kans op nevenschade zal afnemen. Tevens worden Afghaanse militairen aan de staf van het hoofdkwartier van ISAF toegevoegd en zijn de procedures voor het melden van incidenten verbeterd.
Op 28 juni 2007 is door COMISAF een aanvullende operationele richtlijn uitgevaardigd om de kans op burgerslachtoffers te beperken. Deze richtlijn is gericht op het aanscherpen van de Standard Operating Procedures van ISAF, het betrachten van een grotere terughoudendheid bij huiszoekingen en het verbeteren van de coördinatie met de Afghaanse veiligheidsdiensten.
1) Kamerstuk 27 925, nr. 272, vergaderjaar 2007-2008