Beantwoording vragen over de actuele situatie in Birma
Zeer geachte Voorzitter,
Met verwijzing naar het verzoek van uw Kamer tijdens het spoeddebat over Birma op 27 september jl., alsmede de schriftelijke vragen van het lid Van Gennip over de EU-inzet voor Birma (deze vragen werden ingezonden op 4 oktober 2007 met kenmerk 2070801410), informeer ik u hierbij over de actuele stand van zaken, alsmede de voortgang die in EU-verband is gemaakt inzake de implementatie van aanvullende maatregelen tegen Birma.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Actuele situatie
De massale demonstraties in Birma lijken zo goed als voorbij, sinds veiligheidstroepen vorige week hard zijn opgetreden tegen boeddhistische monniken en andere vreedzame demonstranten, waarbij een onbekend aantal doden is gevallen (de berichten lopen uiteen van 10 tot een paar honderd). Een groot aantal monniken en demonstranten is gearresteerd; hun verblijfplaats blijft ongewis. Dat de junta de situatie onder controle lijkt te hebben blijkt onder meer uit het feit dat de vorige week ingestelde avondklok is ingekort. Hoewel een aantal demonstranten is vrijgelaten, worden er tegelijkertijd nog steeds nieuwe arrestaties verricht. Berichten over de slechte behandeling van arrestanten zijn mij bekend, maar kunnen door mij niet worden geverifieerd, mede doordat de informatievoorziening vanuit Birma steeds verder is beperkt. Ook diplomaten ter plaatse hebben steeds minder zicht op wat er in Birma gaande is. Het spreekt voor zich dat ik mij grote zorgen maak, gezien de slechte staat van dienst van het regime met betrekking tot respectering van mensenrechten. Met betrekking tot de gezondheidstoestand van oppositieleidster Aung San Suu Kyi is mij niets naders bekend. Wel dient te worden opgemerkt dat de enige die toegang tot haar heeft een arts is die haar op gezette tijden bezoekt.
Intussen heeft de speciale gezant van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ibrahim Gambari, een bezoek gebracht aan Birma. In New York zal hij eerst de secretaris-generaal van de VN en vervolgens de voorzitter van de Algemene Vergadering van de VN en de Veiligheidsraad inlichten over zijn bevindingen. Gambari heeft gesprekken gevoerd met leden van het militaire regime, waaronder de leider, generaal Than Shwe. Hij heeft voorts tweemaal gesproken met Aung San Suu Kyi. Over de inhoud van deze gesprekken is nog niets naar buiten gebracht.
Het gesprek in de Veiligheidsraad is voorzien voor vrijdag 5 oktober a.s. De VS en de westerse leden van de VR dringen aan op spoed en op een openbare briefing, gevolgd door besloten consultaties. De uitkomst van het overleg in de VR is nog onduidelijk. Zoals bekend, kan een debat in de Veiligheidsraad, indien voldoende overeenstemming blijkt, leiden tot een persverklaring, een voorzittersverklaring of een resolutie. Bezien moet nog worden of (met name) Rusland en China bereid zijn tot krachtige stellingname door de Veiligheidsraad.
EU-overleg
Nederland heeft zich in EU-overleg, mede in lijn met de wensen van uw Kamer, zeer nadrukkelijk ingezet voor een snelle implementatie van aanvullende (sanctie-) maatregelen tegen Birma, nu het er naar uitziet dat sanctiemaatregelen in VN-kader op korte termijn geen optie vormen, zoals een VN-wapenembargo. Tijdens diverse bijeenkomsten in EU-verband heeft Nederland ingezet op zowel een uitbreiding van het bestaande pakket aan sancties (visumlijst/bevriezing van tegoeden/ investeringsmaatregelen) als instelling van aanvullende sancties op onder andere handels-economisch terrein. Maatregelen op het gebied van houtimport, mijnbouw, kostbare metalen en edelstenen, alsmede ten aanzien van de gas/olie-sector zijn daarbij door Nederland als mogelijke opties naar voren gebracht. Wel is als voorwaarde gesteld, hetgeen door vrijwel alle andere lidstaten in meer of minder sterke mate is onderschreven, dat de te nemen maatregelen effectief en handhaafbaar dienen te zijn en het regime zoveel mogelijk moeten raken. Sancties ten aanzien van activiteiten of sectoren waar de bevolking aanwijsbaar van profiteert en het regime niet of nauwelijks moeten worden vermeden.
Op 3 oktober jl. is in Coreper gesproken over de resultaten van de beraadslagingen in de diverse werkgroepen. Daarbij is besloten - in lijn met de EU-verklaring van 25 september jl. - tot een pakket aanvullende maatregelen dat, na verdere uitwerking, aan de RAZEB van 15 oktober a.s. kan worden voorgelegd voor besluitvorming. Het gaat dan in de eerste plaats om uitbreiding van de bestaande sancties. Zo zal de EU-lijst met functionarissen in Birma voor wie visarestricties gelden, worden uitgebreid. Dat geldt ook voor de lijst met personen en staatsbedrijven waarvan de tegoeden zijn bevroren. Andere 'slimme' sancties worden nog nader onderzocht. Tevens worden verdere stappen op termijn en afhankelijk van de ontwikkelingen in Birma niet uitgesloten. Nederland heeft tijdens het overleg in Brussel naar voren gebracht dat de ernst van de situatie en de publieke opinie iedere vertraging onwenselijk maakt. Nederland heeft voorts met enige andere lidstaten aangedrongen om nog op 3 oktober te besluiten tot onmiddellijke versterking van de EU-sancties.
Voor wat betreft aanvullende sancties op handels-economisch terrein lijken de uitkomsten, tot op heden, nog niet geheel samen te vallen met de Nederlandse inzet, omdat een aantal van de voorgestelde maatregelen op politieke, danwel technische bezwaren stuitte. Zo zijn sommige lidstaten van mening dat aanvullende sancties deel zouden moeten uitmaken van een bredere, internationale aanpak en willen zij tegen die achtergrond eerst het verslag van VN-gezant Gambari afwachten. Voorts wil een aantal lidstaten de effectiviteit van de beoogde, aanvullende sancties eerst nader onderzoeken (zoals meer inzicht in de werkelijke handelsstromen en de rol van het regime in bepaalde sectoren), alvorens kan worden bepaald of de sancties effect zullen sorteren en wat de mogelijke negatieve effecten voor de bevolking zullen zijn. Daarnaast is er het probleem van de WTO-complementariteit: unilaterale maatregelen op handels-economisch terrein kunnen strijdigheid met WTO-bepalingen opleveren en door Birma worden aangevochten bij de WTO. Nederland vindt dat de aspecten van WTO-conformiteit moeten worden onderzocht, maar dat deze in de uiteindelijke politieke afweging over de wenselijkheid van autonome EU-sancties geen obstakel mogen vormen. Andere lidstaten wensen op dit punt eerst nader juridisch advies.
EU-demarches
Zoals reeds aangekondigd in het plenaire spoeddebat heeft de EU in het EU-trojka format demarches uitgevoerd in een groot aantal hoofdsteden. Daarbij werd van EU-zijde grote zorg uitgesproken over de situatie in Birma en werd op de betrokken autoriteiten een beroep gedaan eveneens druk uit te oefenen en daarbij hun invloed aan te wenden om de Birmese autoriteiten te manen tot een vreedzame oplossing en politieke dialoog. Demarches hebben inmiddels plaatsgevonden in Birma zelf bij het militaire regime, alsmede in Peking, New Delhi, Moskou en een groot aantal ASEAN-hoofdsteden. Door alle gesprekspartners werd de zorg over de situatie in Birma gedeeld, het gewelddadige optreden van de autoriteiten aldaar veroordeeld en steun betuigd aan de missie van Gambari. Wel werd duidelijk dat het nut en de effectiviteit van sancties algemeen in twijfel werd getrokken en in sommige gevallen zelfs als contra-productief werd bestempeld.
Vermelding verdient dat de huidige ASEAN-voorzitter Singapore, namens ASEAN, op 27 september jl. in New York een verklaring heeft uitgegeven, waarin naar Aziatische begrippen stevige taal is gebruikt (afkeer en geschokt over het gewelddadige optreden tegen demonstranten). De ASEAN riep de Birmese regering op tot nationale verzoening, vrijlating van alle politieke gevangenen en een vreedzame overgang naar democratie. Ik heb mijn Singaporese ambtgenoot met deze relatief stevige boodschap gecomplimenteerd.
Mensenrechtenraad
Nederland heeft samen met het Verenigd Koninkrijk binnen de EU en de Westerse Groep het initiatief genomen voor de organisatie van een speciale zitting over de situatie in Birma in de Mensenrechtenraad. Deze speciale zitting heeft op 2 oktober jl. plaatsgehad en kan als een succes worden bestempeld. De Nederlandse mensenrechtenambassadeur sprak namens Nederland en deed verslag van zijn recente bezoek aan Birma. De door Portugal namens de EU en een aantal co-sponsors ingediende resolutie over de situatie in Birma werd zonder stemming aangenomen. In deze resolutie heeft de Raad het gewelddadig neerslaan van vreedzame demonstraties in Birma veroordeeld en de regering van Birma opgeroepen om schendingen van mensenrechten te onderzoeken en de daders te bestraffen. India en Rusland distantieerden zich overigens na afloop van de resolutie.
Nederlandse investeerders in Birma
Nader onderzoek, zoals verzocht door uw Kamer, heeft uitgewezen dat er momenteel, voor zover bekend, geen Nederlandse bedrijven in Birma investeren op een wijze die de Birmese bevolking benadeelt. Het Nederlandse Birma-ontmoedigingsbeleid richt zich op het zakendoen in of met Birma omdat dit inkomsten genereert voor het militaire regime. Op die grond zijn de afgelopen jaren door de overheid een aantal branches en individuele bedrijven aangesproken, de houtbranche meest recentelijk.
Tot slot
Ik heb de honorair consul van Birma in Nederland, de heer Stevens, doen weten dat het niet zo kan zijn dat de grootscheepse mensenrechtenschendingen en het gebruik van geweld tegen vreedzame demonstranten in Birma wordt vergoeilijkt.
Uiteraard wil de regering sport en politiek zoveel mogelijk scheiden. Het toegenomen maatschappelijk belang van sport brengt de mogelijkheden met zich mee - dat impliciet danwel expliciet - sport gezien wordt als vertegenwoordiger van politiek onwenselijk geachte standpunten. Tegen die achtergrond zal ook de kwestie Birma één van de onderwerpen zijn die ik aan de orde zal stellen tijdens mijn gesprek met de staatssecretaris van VWS en NOC*NSF op 9 oktober a.s., wanneer wij spreken over de voorbereidingen van de Olympische Spelen, inclusief de politieke aspecten daarvan.