Beantwoording vragen lid Van Gennip over de humanitaire situatie in Irak

Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Gennip over de humanitaire situatie in Irak. Deze vragen werden ingezonden op 17 april 2007 met kenmerk 2060712560.

De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Van Gennip (CDA) over de humanitaire situatie in Irak.

Vraag 1
Bent u bekend met het bericht “Rode Kruis schetst treurig beeld Irak”? (1)

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Deelt u de analyse van het Rode Kruis dat de humanitaire situatie in Irak verslechtert en dat medische centra het enorm hoge aantal geweldsslachtoffers niet meer aankunnen?

Antwoord
De humanitaire situatie in Irak is alarmerend. Veel medische centra zijn niet meer in staat om adequate medische hulp te verlenen. Het werk van het Internationale Rode Kruis en andere hulporganisaties is daarom van groot belang. Hierbij moet worden aangetekend dat de veiligheidssituatie in Irak het uiterst moeilijk maakt om hulp te bieden.

In de brief van 16 april jl. van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking aan de Tweede Kamer over de Nederlandse inzet voor de UNHCR-conferentie van 17 en 18 april jl. over de humanitaire noden in Irak en in de regio, wordt een overzicht gegeven van de hulp die Nederland tot dusverre heeft verstrekt aan het Internationale Rode Kruis en andere hulporganisaties.

Vraag 3
Wat is uw reactie op de oproep van het Rode Kruis aan iedereen met politieke en militaire invloed om meer te doen voor de bescherming van burgers?

Antwoord
De Iraakse veiligheidsinstanties en de internationale troepenmacht in Irak leveren reeds een grote inspanning om het geweld te keren en de Iraakse burgers te beschermen. De problemen in Irak kunnen echter niet met militaire middelen alleen worden opgelost. Een politieke oplossing is essentieel. De internationale gemeenschap, waaronder de EU en Nederland, roepen de Iraakse regering en samenleving daarom bij herhaling op tot substantiële vooruitgang in het politieke proces en op het terrein van nationale verzoening. Alleen dan kan er uitzicht komen op een verbetering van de humanitaire situatie en bescherming van de Iraakse burgers.

Vraag 4
Wat zijn de uitkomsten van de internationale conferentie in Genève inzake de humanitaire situatie in Irak die op 16 en 17 april 2007 wordt georganiseerd? Welke stappen kunnen worden genomen door de internationale gemeenschap, de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties (UNHCR) en de Verenigde Naties (VN) en in het bijzonder door de autoriteiten van de betrokken landen om de verslechterde humanitaire situatie in Irak te keren? Welke inzet heeft de Nederlandse regering gehad in deze conferentie?

Antwoord
De Tweede Kamer zal een separate brief toegaan waarin wordt ingegaan op de uitkomsten van de door de UNHCR georganiseerde conferentie in Genève op 17 en 18 april jl.

Om verlichting te brengen in de humanitaire situatie kunnen UNHCR, het Internationale Rode Kruis en andere hulporganisaties, voorzover de veiligheidsituatie dat toestaat, humanitaire hulp bieden in Irak maar zij kunnen de oorzaken niet wegnemen. OCHA, de VN-instelling die humanitaire hulp van de VN coordineert, heeft in de aanloop naar de UNHCR conferentie hiertoe een strategisch raamwerk opgesteld waarop humanitaire operaties kunnen worden gestoeld. Financiële ondersteuning vanuit zowel Irak als de internationale gemeenschap voor de humanitaire operaties is uiteraard noodzakelijk.

De VN, ook middels de ‘United Nations Assistance Mission for Iraq’ (UNAMI) in Bagdad, tracht met inspanningen op politiek terrein, op het gebied van de mensenrechten en bij de wederopbouw eveneens een bijdrage te leveren aan de verbetering van de situatie in Irak.