Beantwoording vragen lid Van der Staaij over de toetredingsonderhandelingen met Turkije
Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van der Staaij over onderhandelingen met Turkije over toetreding tot de Europese Unie. Deze vragen werden ingezonden op 15 februari 2007 met kenmerk 2060707780.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De staatssecretaris voor Europese Zaken
Drs. F.C.G.M. Timmermans
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken en de heer Timmermans, staatssecretaris voor Europese Zaken, op vragen van het lid Van der Staaij (SGP) over onderhandelingen met Turkije over toetreding tot de Europese Unie.
Vraag 1
Kent u het bericht ‘Turkish-EU Association Council meeting cancelled’? 1
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Is het waar, dat op initiatief van het Duitse voorzitterschap door de Europese Unie benchmarks zijn opgesteld voor de hoofdstukken werkgelegenheid, sociaal beleid en landbouw, om de onderhandelingen over die hoofdstukken te kunnen beginnen? Zo ja, kunt u ons nader informeren over de redenen daarvan?
Vraag 3
Hoe verhoudt zich het voorgaande tot het besluit van de Europese Unie om de onderhandelingen van acht hoofdstukken, waaronder landbouw, niet te openen? Deelt u de mening dat, gelet op het EU-besluit, op ambtelijk niveau niet gewerkt mag worden aan bedoelde acht hoofdstukken zolang op politiek niveau geen sprake is van naleving van het Ankara-protocol door Turkije?
Vraag 4
Bent u bereid om over deze kwestie bij de Europese Commissie opheldering te vragen, teneinde te voorkomen dat, zoals een Turkse ambtenaar stelt, “the technical process will continue despite the Cyprus problem”?
Antwoord
Op initiatief van de Europese Commissie worden gedurende het ‘screening proces’ in overleg met de lidstaten, waar nodig, zogenaamde ‘opening benchmarks’ vastgesteld voor het openen van diverse hoofdstukken in het onderhandelingsproces. Daarnaast kunnen ook ‘closing benchmarks’ worden vastgesteld. Deze benchmarks zijn specifieke voorwaarden waaraan voldaan moet worden voordat de onderhandelingen over een hoofdstuk formeel kunnen worden geopend of voorlopig kunnen worden gesloten. Dit kan ook betrekking hebben op hoofdstukken die, zoals de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van 11 december 2006 besloot, niet geopend zullen worden zo lang Turkije het Ankara Protocol niet volledig uitvoert. Deze hoofdstukken hebben nu immers al automatisch een ‘opening benchmark’, namelijk het volledig uitvoeren van het Ankara Protocol door Turkije.
Het formuleren van benchmarks voor het openen of voorlopig sluiten van onderhandelingshoofdstukken maakt onderdeel uit van het ‘screening proces’. Dit proces heeft tot doel om in kaart te brengen wat de stand van zaken in een kandidaat-lidstaat is met betrekking tot een bepaald onderhandelingshoofdstuk en aan welke specifieke voorwaarden moet worden voldaan voordat een onderhandelingshoofdstuk kan worden geopend of voorlopig gesloten.
Voor het hoofdstuk Landbouw zijn onder meer als ‘opening benchmarks’ vastgesteld dat Turkije een betaalagentschap moet hebben opgericht om pre-accessiesteun in lijn met EU-regelgeving te kunnen uitgeven en dat Turkije restricties op rundvlees, runderen en daarvan afgeleide producten moet opheffen.
Het afmaken van het ‘screening’ proces voor alle hoofdstukken is in lijn met de afspraken die op 11 december 2006 door de RAZEB zijn gemaakt. Wat betreft de acht hoofdstukken die door de RAZEB relevant zijn verklaard, geldt dat na het afronden van het ‘screening proces’ de toetredingsonderhandelingen pas geopend kunnen worden als Turkije heeft voldaan aan de voorwaarden die in de eventuele ‘opening benchmarks’ worden gesteld en als Turkije het Ankara Protocol volledig uitvoert.
Om bovengenoemde redenen is het niet noodzakelijk de Europese Commissie hierover opheldering te vragen.
1: Turkish Daily News, 13 februari 2007.