Beantwoording vragen lid Ferrier over handel in diamanten uit conflictgebieden
Graag bied ik u hierbij, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Ferrier over handel in diamanten uit conflictgebieden. Deze vragen werden ingezonden op 30 januari 2007 met kenmerk 2060706600.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens mevrouw Van Gennip, Staatssecretaris van Economische Zaken, op vragen van het lid Ferrier (CDA) over
Vraag 1
Kent u het artikel ‘diamant nog steeds dubieus’? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op de uitspraken van het Nederlands Instituut voor Zuidelijk Afrika en Amnesty International dat wie in Nederland een diamant koopt, absoluut geen zekerheid heeft dat die ook ‘schoon’ is, omdat de controle op de uitvoering van het Kimberley Proces (KP) te wensen over laat?
Antwoord
Het Kimberley Proces, waaraan alle landen waar diamanten worden gevonden en de diamantverwerkende landen deelnemen, heeft ervoor gezorgd dat het grootste deel van de handel in ruwe diamant conflictvrij verloopt. Omdat zowel de Democratische Republiek Congo,Liberia en Ivoorkust zijn uitgesloten van het proces, is het mogelijk dat geprobeerd wordt diamanten die in die landen worden gedolven buiten het Kimberley Proces om in de handel te brengen. Er zijn aanwijzingen dat Ghana de afgelopen tijd onvoldoende controle heeft uitgeoefend op de uitvoer van ruwe diamant, hetgeen zou kunnen betekenen dat via deze weg conflictdiamanten het legale circuit zijn binnengebracht.
Vraag 3
Deelt u nog steeds de mening dat het in 2003 ingevoerde systeem van ‘peer review visits’ en ‘peer review missions’ voldoende werkt of is een ander systeem van onafhankelijke controle noodzakelijk?
Antwoord
De ‘peer review’ rapportages laten zien dat kritisch wordt gekeken naar de wijze waarop de naleving van het Kimberley Proces in de diverse deelnemende landen plaatsvindt. NGO’s worden in staat gesteld om deel te nemen aan de ‘peer review visits’.
In een aantal betrokken landen is de overheidscontrole beperkt. Ook is er kritiek mogelijk op bepaalde elementen in de monitoringscyclus. Met name vanuit het maatschappelijk middenveld wordt gesteld dat de monitoring door zowel overheden als de diamantsector meer aandacht verdient.
Beter dan aan te sturen op een nieuw systeem van controle is het deze kritische aanbevelingen en observaties te verwerken in verbeteringen in en vergroting van de effectiviteit van het huidige systeem. In de plenaire vergadering van het Kimberley Proces in november 2006 zijn de disciplines van het controleproces van exporterende landen aangescherpt.
1) de Spits, 22 januari 2007