Beantwoording vragen leden Van Gennip, Voordewind en Van der Staaij over de positie van christenen in Vietnam

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van Gennip, Voordewind en Van der Staaij over de positie van christenen in Vietnam. Deze vragen werden ingezonden op 19 juli 2007 met kenmerk 2060721420.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Van Gennip (CDA), Voordewind (CU) en Van der Staaij (SGP) over de positie van christenen in Vietnam.

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het bericht “Vietnamese christen sterft na marteling”?

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat een jonge Vietnamese christen bezweek aan zijn verwondingen en als gevolg van een officiële ondervraging vanwege zijn christelijke geloof?

Antwoord

Alle berichtgeving over dit geval, inclusief het artikel in RKnieuws, is gebaseerd op een melding van het Amerikaanse christelijke persagentschap Compass Direct News. Navraag heeft uitgewezen dat niet te bevestigen valt dat het bericht op feiten berust. Uit doorgaans goed ingelichte bron is vernomen dat de betrokken Vietnamees Vin Y Het in september 2005 (niet in september 2006, zoals abusievelijk gemeld) op een politiebureau is mishandeld en in april 2007 is overleden. Naar verluidt is zijn dood echter het gevolg geweest van een kwaadaardige tumor.

Vraag 3
Deelt u de mening dat de bejegening van christenen en andere godsdienstige minderheden door de Vietnamese autoriteiten zorgen baart en om politieke actie vraagt?

Antwoord

Ja. De vrijheid van meningsuiting en godsdienst is in Vietnam aan banden gelegd. Religieuze uitingen zijn slechts toegestaan in een expliciet door de autoriteiten goedgekeurd kader. Vietnam telt momenteel zes erkende religieuze bewegingen: de boeddhistische Sangha, de katholieke kerk, twee protestantse kerken, de islam, de Hoa Hao en de Cao Dai. Niet officieel erkend zijn bijvoorbeeld een aantal evangelische stromingen en de Unified Buddhist Church of Vietnam. De houding van de autoriteiten ten aanzien van niet erkende kerken wisselt. Hoewel de situatie op het gebied van de godsdienstvrijheid in Vietnam de laatste jaren is verbeterd, blijft onder meer sprake van repressie in een aantal gebieden waar niet erkende stromingen volgelingen hebben uit etnische minderheden.

Waar het de mensenrechtensituatie in Vietnam betreft trekt Nederland op in gezamenlijkheid met de Europese Unie. De EU dringt met regelmaat bij de Vietnamese autoriteiten aan op verbetering van deze situatie, onder meer tijdens de EU-Vietnam mensenrechtendialoog die twee keer per jaar plaatsvindt. Een EU-veldbezoek aan de provincies Dien Bien en Son La begin juni jongstleden heeft nog zeer recent geresulteerd in specifieke aanbevelingen met het oog op meer vrijheid van godsdienst in Vietnam.

Ook bilateraal uit Nederland in de daartoe geëigende fora regelmatig zorg over de mensenrechtensituatie in Vietnam, waaronder het gebrek aan godsdienstvrijheid. Zo heeft toenmalig minister voor Ontwikkelingssamenwerking mevrouw Van Ardenne deze zorg verwoord tijdens haar bezoek aan Hanoi in september 2006, en is de mensenrechtensituatie aan de orde gesteld tijdens het bilaterale beleidsoverleg met Vietnam in maart 2007.