Beantwoording vragen leden Teeven en Van Baalen over de strafzaak inzake de moord op ir. Jules Odekerken
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Teeven en Van Baalen over de strafzaak inzake de moord op ir. Jules Odekerken. Deze vragen werden ingezonden op 12 oktober 2007 met kenmerk 2070802310.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de leden Teeven en Van Baalen (VVD) over de strafzaak inzake de moord op ir. Jules Odekerken.
Vraag 1
Bent U bekend met de moord op de Nederlander Jules Odekerken op 17 november 2003 in Pattaya (Thailand), in het kader van welke strafzaak de rechtbank in Pattaya op 7 november a.s. uitspraak zal doen? Zo neen, dan verwijs ik naar de website www.julesodekerken.nl, die door de nabestaanden van commentaar is voorzien.
Antwoord
Ja, ik ben bekend met deze zaak. Sinds begin 2006 is er sprake van een intensieve samenwerking met de familie Odekerken. De familie Odekerken heeft mijn ministerie een aantal malen bezocht om over het proces te spreken. Daarnaast is er veelvuldig telefonisch en schriftelijk contact. De ambassade spreekt regelmatig met de advocaat van de familie.
Vraag 2
Bent U, via de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordigers in Thailand, bekend met het feit dat er sterke aanwijzingen zijn dat de voor deze moord (mogelijk) verantwoordelijke personen trachten de onafhankelijke Thaise rechtsgang te beï nvloeden, zodat die personen hun straf zouden kunnen ontlopen?
Antwoord
Ja , ik ben op de hoogte van deze geruchten. De Nederlandse ambassade te Bangkok heeft om die reden een vertrouwensadvocaat ingeschakeld die deze zaak intensief volgt en bij de rechtszittingen aanwezig is. Tot nu toe zijn er overigens geen aanwijzingen dat de rechtsgang niet eerlijk verloopt.
Vraag 3
Bent U bereid er bij de Thaise regering op aan te dringen dat de onafhankelijke rechtsgang zijn verloop kan hebben, zonder dat druk wordt uitgeoefend op hen die de uitspraak moeten bepalen?
Antwoord
Op dit moment zie ik geen aanleiding om hierop aan te dringen bij de Thaise autoriteiten. Zie ook mijn antwoord op vraag 2. Overigens heeft de ambassadeur in algemene zin verschillende malen over deze zaak gesproken.
Vraag 4
Bent U bekend met het feit dat ongeveer een jaar geleden voor de nabestaanden van Jules Odekerken een dreigende situatie is ontstaan, omdat de mogelijke opdrachtgever(s) van deze moord op borgtocht zijn vrijgelaten? Bent U bereid de Thaise autoriteiten te verzoeken bescherming te verlenen aan de nabestaanden van Odekerken, zodat zij ongehinderd de rechtszitting van 7 november a.s. kunnen bijwonen?
Antwoord
De Nederlandse ambassade te Bangkok doet momenteel onderzoek naar de mogelijke gevolgen van deze vrijlating voor de veiligheidssituatie van de nabestaanden. Zonodig zal bij de Thaise autoriteiten worden aangedrongen op passende maatregelen.
Vraag 5
Is het de bedoeling dat vertegenwoordigers van de Nederlandse ambassade de rechtszitting op 7 november bijwonen? Zo neen, wat is daarvan de reden?
Antwoord
De zaak wordt reeds enige tijd nauwgezet gevolgd door een vertrouwensadvocaat die door de ambassade is aangesteld. Daarnaast hebben vertegenwoordigers van de ambassade het strafproces bijgewoond en zullen zij dit ook op 7 november doen.
Vraag 6
Is de minister van Buitenlandse Zaken bereid de Thaise ambassadeur in Den Haag om opheldering te vragen met betrekking tot de beïnvloeding van de rechtsgang? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Ik sluit een dergelijke stap niet uit, maar voorshands acht ik dit onder de huidige omstandigheden prematuur. Ik vind het van belang eerst het verdere verloop van de zaak af te wachten.
Vraag 7
Bent U van mening dat juist in het kader van de aandacht voor slachtoffers en nabestaanden van slachtoffers de energie van diplomatieke vertegenwoordigers van Nederland allereerst zou moeten uitgaan naar die (nabestaanden van) slachtoffers en niet naar reeds veroordeelde daders van strafbare feiten?
Antwoord
Ik ben het met u eens dat Nederlandse vertegenwoordigingen zich in dienen te spannen voor Nederlandse slachtoffers of hun nabestaanden. Mijn ministerie is actief op dit terrein en is mede om die reden een samenwerking met Slachtofferhulp Nederland aangegaan. Nederlandse verdachten en daders in het buitenland krijgen ook de aandacht van dit ministerie, dat er op toeziet dat zij op dezelfde wijze worden behandeld als de lokale gedetineerden.