Beantwoording vragen Halsema en Peters inzake de vermeende signalen over voortzetting van de ISAF-missie in Uruzgan
Mede namens de minister-president bieden wij u hierbij graag de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Halsema en Peters (GroenLinks) over de vermeende signalen over voortzetting van de ISAF-missie in Uruzgan. Deze vragen werden ingezonden op 20 april 2007.
De minister van Buitenlandse Zaken,
drs. M.J.M. Verhagen
De minister van Defensie,
E. van Middelkoop
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
drs. B. Koenders
Vragen van de leden Halsema en Peters (beiden GroenLinks) aan de minister-president, minister van Algemene Zaken over signalen over voortzetting van de ISAF-missie in Uruzgan. (Ingezonden 20 april 2007)
Vraag 1
Bent u bekend met de uitspraken van de Amerikaanse ambassadeur Roland Arnall dat de Amerikanen goede hoop hebben dat Nederland na medio 2008 toch in Afghanistan zal blijven en waarin hij letterlijk zei: “Ik heb me laten vertellen dat de Nederlanders op een bepaalde manier zouden willen blijven,” en: “We hopen deze zomer te horen op welke gronden dat zal zijn?” 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Langs welke weg en wanneer is ambassadeur Arnall dit mede gedeeld? Op wiens gezag?
Vraag 3
Wilt u de missie daadwerkelijk “op een bepaalde manier” voortzetten? Zo ja, aan welke manier denkt u dan? Zo neen, waarom is dit signaal dan aan de Amerikaanse ambassadeur afgegeven?
Antwoord
Er zijn namens de regering geen mededelingen aan de Ambassadeur gedaan die vooruitlopen op politieke besluitvorming over de vraag of, en zo ja hoe, Nederland na 1 augustus 2008 zal bijdragen aan ISAF.
Zoals in onze brief van 23 maart aangegeven (uw kamerstuk 27 925 nr 248) is Afghanistan tevens partnerland voor Nederlandse ontwikkelingssamenwerking hetgeen een committering inhoudt tot in elk geval 2009.
Vraag 4
Heeft u na afloop van de Ministerraad van afgelopen vrijdag 13 april over een eventuele voortzetting van de missie gezegd: “Ik sluit niets uit?” Bedoelde u daarmee dat u zich oriënteert op een manier waarop Nederland de missie kan voortzetten? Zo neen, wat bedoelde u dan precies met: “Ik sluit niets uit”?
Vraag 5
Hoe rijmt u uw eerdere uitspraken tijdens het plenaire debat over de Nederlandse deelname aan ISAF 2) met de signalen die aan ambassadeur Arnall zijn gegeven en uw uitspraak “Ik sluit niets uit”?
Antwoord
De in antwoord op vraag 3 bedoelde besluitvorming is nog geheel open (of, en zo ja, hoe). In dat licht kan niets worden uitgesloten, en zo dient deze uitspraak te worden gelezen.
Vraag 6
Waarom hoort de Kamer niets over inspanningen van de Nederlandse regering om andere NAVO-partners te bewegen om Nederland straks af te lossen? Welke pogingen heeft de Nederlandse regering gedaan? Of heeft u de hoop op aflossing de facto al opgegeven?
Antwoord
Het is een collectieve verantwoordelijkheid van de NAVO, niet van Nederland, te voorzien in adequate invulling van de ISAF-behoefte in Uruzgan na 1 augustus 2008.
Vraag 7
Heeft u al een formeel verzoek ontvangen vanuit de NAVO of de VS? Zo ja, hoe luidt dat verzoek? Zo neen, wordt er informeel gesondeerd? Of heeft u geen verzoek nodig om tot besluitvorming over te gaan?
Antwoord
Er is geen formeel verzoek van de NAVO ontvangen.
Vraag 8
Wilt u deze vragen voor het Algemeen Overleg Afghanistan van woensdag 25 april aanstaande beantwoorden?
Antwoord
Bij deze.
1) RTL-Nieuws, dinsdag 17 april 2007
2) “Over twee jaar zal de Nederlandse inzet worden overgenomen door andere NAVO-landen. Zo wordt bijgedragen aan spreiding van de lasten over alle bondgenoten”, Handelingen 45-3031, 2 februari 2006