Beantwoording vragen Ferrier, Van Gennip en Knops over gescheiden geldstromen tussen OS en Defensie

Graag bieden wij u hierbij, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Ferrier, Van Gennip en Knops over gescheiden geldstromen tussen OS en Defensie. Deze vragen werden ingezonden op 20 september 2007 met kenmerk 2070800300.

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. A.G. Koenders

De minister van Defensie,
E. van Middelkoop

Antwoorden van de heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, en de heer Van Middelkoop, minister van Defensie, mede namens de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Ferrier, Van Gennip en Knops (CDA) over gescheiden geldstromen tussen OS en Defensie.

Vraag 1
Klopt het dat u in een interview 1) gesteld heeft dat de geldstromen tussen Ontwikkelingssamenwerking en Defensie “gescheiden moeten blijven”, en dat u zich daarom verzet heeft tegen “aantasting van uw budget ten gunste van Defensie”? Zo ja, hoe verhouden zich deze uitspraken tot de internationaal en door de Nederlandse regering onderkende nauwe verwevenheid tussen vrede, veiligheid en (duurzame) ontwikkeling en het door de Nederlandse regering voorgestane geïntegreerde buitenlands beleid (Defence, Development & Diplomacy)?

Vraag 2
Acht u financiering met Ontwikkelingssamenwerking (OS)-gelden van activiteiten die door militairen verricht worden, maar officieel door het OESO/DAC als ontwikkelingsrelevant worden beschouwd, een “aantasting van uw budget”? Bent u bereid dergelijke activiteiten te blijven financieren? Kunt u aangeven welk bedrag u hebt besteed of gaat besteden in 2007 aan de zes nieuwe thema’s die in maart 2005 door de OESO/DAC aan de lijst van activiteiten die uit ontwikkelingsuitgaven gefinancierd mogen worden, zijn toegevoegd?

Antwoord
De 3-D benadering (Defence, Development & Diplomacy) is een uiting van ons geïntegreerde buitenlands beleid, waarbij de drie pijlers veiligheid, ontwikkeling en diplomatie elkaar versterken. Voor de Nederlandse regering staat geïntegreerd beleid, dat bijdraagt aan veiligheid en stabiliteit in landen waar het daar nog aan ontbreekt, voorop. Dit beleid krijgt momenteel bijvoorbeeld vorm door het steunen van vredesdialogen, het deelnemen aan crisisbeheersingsoperaties, het verlenen van humanitaire hulp en het ondersteunen van goed bestuur, mensenrechten en sociaal-economische wederopbouw in deze landen.

In het ontwikkelingsbeleid wordt in toenemende mate aandacht besteed aan de samenhang tussen vrede, veiligheid en ontwikkeling. Van belang is hierbij dat ontwikkelingsbeleid in samenhang en complementariteit met andere elementen van geïntegreerd beleid wordt opgezet, zonder daarbij haar ontwikkelingsfocus te verliezen. Zo komt er binnen het OS-beleid extra aandacht voor fragiele staten waar veiligheid en ontwikkeling bij uitstek hand in hand gaan. Hiervoor worden additionele middelen vrijgemaakt. Verder voeren wij als minister voor Ontwikkelingssamen-werking en minister van Defensie een structurele en intensieve dialoog met elkaar en betrokken partijen om de Nederlandse inspanningen ten aanzien van veiligheid en ontwikkeling op beleidsterreinen als Security Sector Reform en Disarmament, Demobilization and Reintegration in fragiele staten te vergroten en effectiever te maken.

De OESO/DAC criteria op het gebied van vrede, veiligheid en ontwikkeling, zoals vastgelegd in de DAC reporting directives, zijn leidend in het beoordelen of activiteiten al dan niet Official Development As sistance (ODA) betreffen. Activiteiten die voldoen aan deze criteria zijn geen aantasting van het OS-budget maar vormen daar een integraal onderdeel van. Indien dergelijke activiteiten passen binnen het door ons voorgestane beleid, blijven deze uiteraard in aanmerking komen voor financiering uit het OS-budget.

Eén van de instrumenten die we kunnen inzetten is het Stabiliteitsfonds. Dit beschikt zowel over een ODA- als een non-ODA component en is opgericht om snel en flexibel steun te kunnen bieden, onder andere voor militaire activiteiten op het gebied van vrede, veiligheid en ontwikkeling. Voor overige activiteiten in de sfeer van vrede, veiligheid en ontwikkeling die volgens de OESO/DAC niet als ODA kwalificeren, zullen andere middelen gezocht worden dan het Nederlandse OS-budget.

De additionele uitgaven voor de Nederlandse deelname aan crisisbeheersingsoperaties worden gefinancierd uit de HGIS-voorziening ‘uitvoeren crisisbeheersingsoperaties’ op de begroting van Defensie; slechts een klein gedeelte van deze uitgaven kwalificeert als ODA.

Voor de zes nieuwe thema’s die in maart 2005 door de OESO/DAC werden toegevoegd aan de lijst van activiteiten die kwalificeren als ODA werden door de OESO/DAC Working Party on Statistics vier nieuwe codes geïntroduceerd voor rapportage aan de OESO/DAC. In 20061 werd door Nederland op deze nieuwe codes in totaal EUR 27,9 miljoen uitgegeven. Hiervan werd EUR 14,5 miljoen besteed aan verbeterd beheer van veiligheidsuitgaven, aan het vergroten van de rol van het maatschappelijk middenveld in de veiligheidssector en aan hervorming van veiligheidssystemen, EUR 10 miljoen aan civiele vredesopbouw activiteiten, conflict preventie en conflict oplossing, EUR 3,2 miljoen aan activiteiten op het gebied van kleine en lichte wapens en EUR 184.000,- aan activiteiten ten gunste van kindsoldaten.

Vraag 3
Kunt u inzicht geven in de wijze waarop in de OESO/DAC verdere invulling gegeven zal worden aan de relatie tussen vrede en veiligheid en wat zal daarbij uw inzet zijn?

Antwoord
Zoals aangekondigd in het Algemeen Overleg met de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken op 29 maart 2007 heeft Nederland tijdens de OESO/DAC Ministeriële vergadering van 3-4 april jl. gepleit voor een bredere discussie in OESO/DAC verband over de betekenis en implicaties van de relatie tussen vrede, veiligheid en ontwikkeling. Deze discussie zou geëntameerd kunnen worden naar aanleiding van het binnenkort te verschijnen OESO/DAC-caseboek met daarin voorbeelden op het snijvlak van vrede, veiligheid en ontwikkeling. Gezien de brede erkenning in het DAC voor de nauwe relatie tussen vrede, veiligheid en ontwikkeling, zal Nederland voorstellen om deze discussie op te nemen in het komende werkprogramma 2009-2010 om zo voortgang te kunnen blijven boeken op dit terrein in termen van procedures, beschikbare instrumenten, financiering, eigenaarschap, harmonisatie en coherentie. Dit is in overeenstemming met het besluit van de Ministeriële vergadering van 3-4 april jl. om de discussie over verruiming van de ODA-criteria op het raakvlak van vrede, veiligheid en ontwikkeling op dit moment niet te heropenen, maar wel voortgang te boeken op basis van een inhoudelijk debat.

Verder is binnen de OESO/DAC de gedachten- en beleidsvorming over donor engagement in fragiele staten volop gaande. Nederland zal aansturen op het uitbreiden en voortzetten van deze dialoog. Fragiele staten zijn immers een prioriteit in het Nederlandse OS-beleid. Belangrijke elementen van deze agenda vormen de beleidsterreinen Security Sector Reform (SSR) en Disarmament, Demobilization and Reintegration (DDR). Op het gebied van SSR is Nederland bijvoorbeeld actief in Burundi en assisteert de autoriteiten daar bij het opbouwen van een goed functionerend(e) politie apparaat en dienovereenkomstige krijgsmacht. Het Multi-Country Demobilization and Reintegration Program in het Grote Meren gebied is een voorbeeld van de Nederlandse inzet op het gebied van DDR. Veiligheid en stabiliteit zijn immers cruciaal voor ontwikkeling.

1) de Volkskrant, 11 september 2007 (http://www.volkskrant.nl/binnenland/article459849.ece/Koenders_meer_investeren_in_opbouw_Afghanistan

1: Omdat deze nieuwe codes pas medio 2005 ingevoerd werden, valt over dat jaar geen compleet beeld te geven van de omvang van de Nederlandse uitgaven aan activiteiten die vallen onder deze zes thema’s. Voor 2007 is dit eveneens het geval omdat het jaar nog niet afgesloten is.