Overheidsfinanciën getekend door crisis
De doorwerking van de financiële crisis op de reële economie werd in 2009 snel zichtbaar en merkbaar. Nog nooit was het verschil tussen de voorspelling op Prinsjesdag en de daadwerkelijke ontwikkeling zo groot als in 2009.
De Nederlandse economie kromp in 2009 met 4 procent. Bij het opstellen van de Miljoenennota voorspelde het Centraal Planbureau nog een groei van 1 procent. De Nederlandse economie kromp in het eerste kwartaal met 2 procent het hardst.
In het voorjaar heeft het kabinet ingegrepen en maatregelen genomen om de economie te ondersteunen, te stimuleren en het vertrouwen van burgers en bedrijven te herstellen. De investeringen van de overheid hebben een positieve bijdrage geleverd aan de economische groei. Daarnaast profiteerde Nederland in de tweede helft van jaar van het aantrekken van de wereldhandel en begon de economie weer te groeien.
Door de crisis zijn de overheidsfinanciën verslechterd. Het verwachte overschot van 1,2 procent bbp, gepresenteerd op Prinsjesdag 2008, is omgeslagen naar een tekort van 5,3 procent bbp. Dit is een verslechtering van 37 miljard euro. Ruim 27 miljard hiervan wordt veroorzaakt door tegenvallende inkomsten. Daarnaast heeft de overheid 7 miljard euro extra uitgegeven aan onder andere stimuleringsmaatregelen en werkloosheidsuitkeringen. Ook de lokale overheden hebben een hoger tekort (3,2 miljard euro) dan bij de begroting 2009 werd verwacht.
De EMU-schuld is ten opzichte van de begroting, gepresenteerd op Prinsjesdag 2008, gegroeid van 39,6 procent bbp naar 60,9 procent bbp. Dit betekent een toename van ongeveer 101 miljard euro. Dit tekort bestaat enerzijds uit het begrotingstekort van 37 miljard euro en anderzijds uit 63 miljard euro door de ingrepen in de financiële sector die sinds het verschijnen van de Miljoenennota op 15 september 2008 hebben plaatsgevonden.
Het Financieel Jaarverslag Rijk 2009 is te vinden op www.rijksbegroting.nl.