Sociaal Jaarverslag Rijk: meer vrouwen in topfuncties en meer ouderen aan het werk
De rijksoverheid heeft als werkgever in het afgelopen jaar een aantal van haar doelstellingen gerealiseerd. Het aandeel vrouwen in hoge managementfuncties ligt met bijna een kwart op schema. Ook het beleid om kansen te bieden aan ouderen is succesvol. Vijftigplussers hebben twee maal zo veel kans op een baan bij de overheid als op een baan in de marktsector. Voor mensen die met moeite zelf een baan kunnen vinden, zijn werkervaringsplaatsen gecreëerd.
Alleen het aandeel allochtone rijksambtenaren blijft achter bij het streefdoel. De bezuinigingen bij de overheid spelen hierbij een rol: daardoor is er slechts weinig ruimte om nieuw personeel aan te nemen. Dit blijkt uit het Sociaal Jaarverslag Rijk 2009, dat staatssecretaris Bijleveld van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Het jaarverslag beschrijft de ontwikkelingen op personeelsterrein bij het Rijk.
Thema van het jaarverslag is ‘inzetbaarheid’. De rijksoverheid wil namelijk stimuleren dat medewerkers gezond en vitaal aan het werk blijven. Ook wil het Rijk kansen bieden aan mensen die moeilijk op eigen kracht een baan vinden. De doelstelling om voor deze groepen 1000 werkervaringsplaatsen te realiseren is ruimschoots gehaald (1169). Verder zijn er ruim 80 extra plekken gecreëerd voor (jong)gehandicapten en mensen in de sociale werkvoorziening
Van het personeel dat de rijksoverheid aanneemt, is 11 procent vijftig jaar of ouder. Dat strookt met de doelstelling van het Rijk om kansen te bieden aan oudere werknemers.. De gemiddelde leeftijd van de rijksambtenaar is gestegen tot 44,3. Meer dan een derde is ouder dan 50. Keerzijde van de vergrijzing is dat het Rijk vanaf 2015 geconfronteerd wordt met een forse uitstroom, omdat de babyboomgeneratie dan de pensioengerechtigde leeftijd begint te bereiken. Het is daarom belangrijk dat de overheid zich blijft profileren als aantrekkelijke werkgever.
Het aandeel rijksambtenaren met een allochtone achtergrond is in 2009 licht gestegen tot 8,4 procent. Die toename is echter onvoldoende om de ambitie van 11,8 procent in 2011 te halen. De staatssecretaris vindt dit een zorgelijke ontwikkeling: voor een goede oplossing van maatschappelijke vraagstukken moet het personeelsbestand een afspiegeling zijn van de samenleving. Daarom probeert het Rijk waar mogelijk extra aandacht te besteden aan de instroom van allochtonen. Onder meer bij het rijkstraineeprogramma levert dit goede resultaten op.
In 2009 hebben minder ambtenaren een bijzondere beloning gekregen bovenop hun salaris. Vooral in de top zijn minder extra’s toegekend, zodat de verdeling over de schalen evenwichtiger is geworden. In totaal kreeg 15 procent van de medewerkers een extra beloning, tegenover 22 procent een jaar eerder. Ook het aantal ambtenaren met een salaris boven het ministersloon is gedaald van 32 naar 25. Vaak gaat het om mensen die een langere werkweek hebben dan 36 uur, gecombineerd met een bijzondere beloning of om mensen die een vergoeding wegens ontslag hebben ontvangen.