Veiligheid delfstofwinning in Nederland op hoog niveau
De delfstofwinning in Nederland is een veilige bedrijfstak. De afgelopen 5 jaar was er sprake van gemiddeld slechts 4 arbeidsongevallen per miljoen manuren. Dat blijkt uit het jaarverslag 2009 van het Staatstoezicht op de Mijnen.
Hoge veiligheidsstandaard
De lage ongevalfrequentie is te danken aan de hoge veiligheidstandaard in de delfstofindustrie. De delfstofindustrie omvat het brede terrein van opsporing, winning en transport van olie, gas, zout en aardwarmte.
Verreweg de belangrijkste activiteit is de opsporing en winning van olie en gas. Dat is ook de meeste risicovolle activiteit, omdat het gaat over brandbare stoffen, die onder hoge druk uit de bodem komen.
Eén toezichthouder
Voor deze branche is er één toezichthouder: Staatstoezicht op de Mijnen (SodM). Uit het jaarverslag blijkt hoe deze rijksinspectiedienst zijn werk uitvoert en hoe die hoge veiligheidsstandaard is bereikt en wordt gehandhaafd.
Goede risicobeheersing
De hoge veiligheidsstandaard is te danken aan een goede risicobeheersing. De oliemaatschappijen hebben voor al hun activiteiten de risico’s in kaart gebracht en maatregelen genomen om die risico’s in te dammen.
Daarbij werken ze volgens het principe van continue verbetering. Voortdurend kijken ze of een bepaald proces nog veiliger kan worden ingericht.
SodM inspecteert of de oliemaatschappijen hun zorgsystemen op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu goed op orde hebben. Die inspectie vindt zowel op afstand als op locatie plaats.
Risicovolle activiteiten van dag tot dag volgen
Bepaalde risicovolle activiteiten, zoals het uitvoeren van diepboringen, worden door SodM van dag tot dag gevolgd. Voor die activiteiten is de regelgeving tamelijk gedetailleerd. SodM wil dan ook precies van de oliemaatschappij weten hoe de boring verloopt en welke problemen er zijn opgetreden. Zo nodig vliegt een inspecteur van SodM naar een booreiland om ter plekke de werkzaamheden op de boorvloer te inspecteren.
Blow-out preventer
Een belangrijk onderdeel bij het uitvoeren van boringen is de “blow-out preventer”. Dat is een apparaat, dat op het boorgat is gemonteerd en ervoor moet zorgen dat er geen gas of olie ongecontroleerd uit de put kan spuiten. SodM eist, dat deze apparatuur elke drie weken volgens de voorschriften wordt getest en dat daar rapport van wordt opgemaakt. Als er bijzonderheden worden geconstateerd, dan wordt SodM hierover in kennis gesteld.
In Nederland staan “blow-out preventers” niet op de zeebodem, zoals bij diepboringen in de Golf van Mexico. Doordat de Noordzee een beperkte waterdiepte heeft (30 tot 50 meter) kan de “blow-out preventer” gewoon op het platform staan. Dat zorgt er voor, dat er gemakkelijk inspectie en onderhoud kan plaatsvinden.