Kamerbrief inzake Stand van zaken implementatie Europese richtlijnen en kaderbesluiten in eerste kwartaal 2010
Zeer geachte Voorzitter,
Hierbij leg ik uw Kamer het overzicht voor van de stand van zaken met betrekking tot de implementatie van EG-richtlijnen en EU-kaderbesluiten in de Nederlandse wet-en regelgeving aan het einde van het eerste kwartaal van 2010.
In deze brief wordt eerst ingegaan op de implementatie-achterstand zoals die op 31 maart jl. gold. Daarna worden de oorzaken van implementatie-achterstand behandeld en worden tevens dreigende implementatie-achterstanden genoemd.
Vervolgens volgt een opsomming van de ingebrekestellingsprocedures die de Europese Commissie tegen Nederland is gestart als gevolg van niet-tijdige implementatie.
Huidige achterstand
De totale implementatie-achterstand is in het eerste kwartaal van 2010 ten opzichte van het laatste kwartaal van 2009 met 8 richtlijnen gedaald en met 1 toegenomen. Daarmee bedraagt de totale achterstand ultimo eerste kwartaal 2010 7 richtlijnen. Dit is de kleinste achterstand die tot nu toe is bereikt sinds het kabinet deze overzichten in deze vorm stuurt.
Aan het einde van het vierde kwartaal 2009 waren 14 richtlijnen waarvan de implementatietermijn is verlopen, nog niet geïmplementeerd. Van deze richtlijnen zijn er acht gedurende het eerste kwartaal 2010 geïmplementeerd, hetgeen betekent dat zes van de ‘oude’ richtlijnen ook in de loop van dit eerste kwartaal nog niet zijn weggewerkt. Tegenover de afname van acht ‘oude’ richtlijnen staat dat in de periode 1 januari – 31 maart 2010 één nieuwe richtlijn (die in het eerste kwartaal geïmplementeerd diende te worden) is toegevoegd aan de achterstand. Het gaat om één richtlijn van VROM1.
De overschrijding van de implementatiedatum van de 7 richtlijnen varieert sterk: zo bedroeg op 31 maart 2010 de kleinste overschrijding 77 dagen (voor 1 richtlijn bij het ministerie van VROM1), terwijl de uiterste implementatiedatum van een andere richtlijn (bij het ministerie van Economische Zaken 1 ) met ruim 22 maanden was overschreden. Een exacte aanduiding van de overschrijding per richtlijn wordt vermeld op pagina 130 van bijgevoegd kwartaaloverzicht.
Bij dit alles wordt vermeld dat in het eerste kwartaal van 2010 45 richtlijnen tijdig zijn geïmplementeerd.
Het kabinet is verheugd dat de achterstand in het eerste kwartaal van 2010 het laagste niveau tot nu toe heeft bereikt.
Ook blijkens het Interne Markt Scoreboard van de Europese Commissie nr 20 (gepubliceerd 1 maart jl.) presteert Nederland naar behoren bij de implementatie van richtlijnen op het gebied van de interne markt. Met een gemiddelde van 0,5% achterstand (=7 richtlijnen) blijft Nederland onder het gemiddelde van 0.7% voor de gehele Unie.
Uiteraard blijft het kabinet het implementatieproces nauwlettend in de gaten houden, waarbij gestreefd wordt naar de voortzetting van de dalende trend in de implementatie-achterstand.
Achterstanden en hun oorzaken
Wat betreft de oorzaken voor de implementatie-achterstand ultimo eerste kwartaal van 2010 speelt een aantal factoren een rol. Deze factoren worden hieronder – per ministerie - toegelicht.
Economische Zaken:
RL 2006/32 van 5 april 2006 betreffende energie-efficiëntie bij het eindgebruik en energiediensten en houdende intrekking van Richtlijn 93/76/EEG van de Raad.
De oorzaken van de achterstand zijn al in eerdere appreciatiebrieven uiteengezet. De huidige stand van zaken is dat het nader rapport betreffende de novelle binnenkort aan de Minister van Economische Zaken wordt voorgelegd. Daarnaast heeft recentelijk de deelnotificatie van een aantal maatregelen plaatsgevonden zoals werkprogramma’s, meerjarenafspraken en convenanten.
Financiën:
2. RL 2007/44/EG van het EP en de Raad van 5 september 2007 tot wijziging van Richtlijn 92/49/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2002/83/EG, 2004/39/EG, 2005/68/EG en 2006/48/EG wat betreft procedureregels en evaluatiecriteria voor de prudentiële beoordeling van verwervingen en vergrotingen van deelnemingen in de financiële sector.
Voor RL 2007/44 is een nadere toelichting voor de vertraging aan uw Kamer per brief, d.d. 20 januari 2009, toegestuurd. (Kamerstukken II, 2008/09, 31 052, nr. 17, p. 5.) Het wetsvoorstel is op 22 januari jl. aan de Tweede Kamer aangeboden. Daarnaast is de Tweede Kamer bij brief van 12 april 2010 nader toegelicht over de gevolgen van vertraagde implementatie. In de procedurevergadering van de vaste commissie voor Financiën van woensdag 7 april 2010 is besloten dat in de procedurevergadering na de behandeling van het eerste rapport van de tijdelijke commissie onderzoek financieel stelsel (commissie De Wit) het wetsvoorstel geagendeerd wordt om de inbrengdatum voor het verslag vast te stellen.
3. RL 2008/8/EG van de Raad van 12 februari 2008 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de plaats van een dienst.
RL 2008/8 kent vijf verschillende implementatiedata waarvan de eerste implementatiedatum 1 januari 2009 was. Een aantal bepalingen van richtlijn 2008/8 moest reeds per 1 januari 2009 in de wetgeving geïmplementeerd zijn.
Voor vier bepalingen van deze Richtlijn wordt de beperkte geldigheidsduur verlengd met 1 respectievelijk 6 jaar. Bedoelde bepalingen zijn destijds in de Nederlandse BTW-wetgeving geïmplementeerd zonder een vaste einddatum. Deze bepalingen uit de richtlijn hebben daarom niet tot nieuwe implementatiewetgeving in de Nederlandse wetgeving geleid.
De inwerkingtredingbepalingen van de overige onderdelen van de Richtlijn zijn nog niet verstreken. Het tweede onderdeel, met inwerkingtreding op 1 januari 2010, is op 21 december 2009 gepubliceerd in het Staatsblad (nr 546) en op 01 januari 2010 in werking getreden. Notificatie bij de Commissie heeft op 5 januari 2010 plaats gevonden. De overige onderdelen dienen te zijn geimplementeerd op 1 januari 2011, 1 januari 2013 en op 1 januari 2015.
Justitie:
4. RL 2007/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007
betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in
beursgenoteerde vennootschappen.
Het wetsvoorstel ter uitvoering van de richtlijn is op 8 december 2009 door de Tweede Kamer aanvaard en ligt thans voor behandeling in de Eerste Kamer. De Eerste Kamer heeft op 19 februari 2010 een voorlopig verslag uitgebracht. De memorie van antwoord zal naar verwachting in april verzonden worden.
VenW:
5. RL 2007/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 tot wijziging van Richtlijn 91/440/EEG van de Raad betreffende ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap, en van Richtlijn 2001/14/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuren.
6. RL 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 inzake de certificering van machinisten die locomotieven en treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap besturen.
Er is een achterstand in de implementatie van richtlijn 2007/58/EG (Liberaliseringsrichtlijn) en richtlijn 2007/59/EG (Machinistenrichtlijn), beide onderdeel van het Derde Europese spoorpakket. Dit wordt veroorzaakt door de grote omvang en complexiteit van de wet- en regelgeving die voor de implementatie van de richtlijnen nodig is. Het wetsvoorstel waarmee het Derde en Vierde Europese Spoorpakket geïmplementeerd worden, is begin januari aangeboden aan de Tweede Kamer. Implementatie zal in 2010 afgerond zijn.
VROM:
7. RL 2007/23 van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het in de handel brengen van pyrotechnische artikelen.
In de vorige appreciatiebrief werd reeds gemeld dat op 28 december 2009 en 31 december 2009 een AmvB en een regeling gepubliceerd zijn die strekken tot gedeeltelijke implementatie van de richtlijn. De resterende verplichtingen van de richtlijn zullen door middel van twee regelingen worden geïmplementeerd. Een regeling met nadere technische specificaties behorend bij de hiervoor genoemde AmvB is begin april conform richtlijn 98/34/EG ter technische notificatie aangeboden aan de Europese Commissie. De tweede regeling betreft nieuwe regelgeving met betrekking tot producten die momenteel niet onder een regeling vallen. Beide regelingen zullen naar verwachting medio 2010 gepubliceerd worden. De implementatie van de richtlijn die op 4 januari 2010 voltooid had moeten zijn, zal daarmee een half jaar later worden afgerond. De reden dat de regelingen vertraagd zijn, is enerzijds een aantal lastige technische eisen en anderzijds onduidelijkheid bij de implementatie over de uitleg van een aantal begrippen in de richtlijn.
Dreigende overschrijding
Bij een tweetal richtlijnen dreigt in meer of mindere mate een overschrijding.
RL 2008/51/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 tot wijziging van Richtlijn 91/477/EEG van de Raad inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens (Justitie). De implementatie betreft een technisch ingewikkelde uitvoeringskwestie, hetgeen er vermoedelijk toe zal leiden dat de uiterste implementatiedatum van 28 juli 2010 niet gehaald zal worden.
RL 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap (herschikking). De richtlijn 2008/57/EG is onderdeel van het Vierde Europese spoorpakket dat samen met het Derde Europese spoorpakket geïmplementeerd wordt. De dreigende overschrijding kent derhalve dezelfde toelichting als boven bij de richtlijnen 2007/58/EG en 2007/59/EG.
Ingebrekestellingsprocedures
Per brief d.d. 5 februari kenmerk 21109-194/2010D06375 verzocht u dat in brieven zoals deze, naast de infracties ten aanzien van de termijnen ook een overzicht van de lopende infracties wegens (vermeende) onjuiste implementatie van Europese richtlijnen en kaderbesluiten wordt gegeven. Het kabinet heeft neemt uw verzoek in positieve overweging, maar vraagt begrip voor het feit dat het samenstellen van zo’n overzicht meer tijd vergt. Daarom gaat u ditmaal nog toe een overzicht van infracties wegens te late implementatie. Ik zeg u toe dat bij de volgende kwartaalbrief de door u gewenste informatie zal worden verschaft. Intussen wil ik u attenderen op het feit dat een actueel overzicht van inbreukzaken voor eenieder te raadplegen is op de website van de Europese Commissie via de link http://ec.europa.eu/community_law/infringements/infringements_decisions_nl.htm
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs M.J.M. Verhagen
<<><><><><><><><><><>
< >>
1 1 RL 2007/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het in de handel brengen van pyrotechnische artikelen.
RL 2006/32/EG van 5 april 2006 betreffende energie-efficiëntie bij het eindgebruik en energiediensten en houdende intrekking van Richtlijn 93/76/EEG van de Raad.